Maria vereert Leiden in 1638 met een bezoek. Amalia van Solms, de vrouw van stadhouder Frederik Hendrik, is er dan ook. Amalia logeert niet op het Prinsenhof, maar op het Rapenburg 65, bij Agatha Scholiers, de weduwe van Matthijs van Overbeke. Regelt Anthonis zijn Ridder schap in de Orde van Sint Michael tijdens een onderonsje met Maria de Medici? Het aanzien van de Orde was toen al zwaar gedevalueerd: 'de Orde van het Vee', zei men in de volksmond. Maria en haar koninklijke voorgangers verleenden de orde aan iedereen, die ervoor wilde betalen. Protestanten betaalden extra. Vader Antonio, moeder Maria De vader van 'onze' Bergense Anthonis is koopman Antonio van Surck Jaspersz. Geboren in 1566/67 in Antwerpen - overleden in februari 1619 in Amsterdam. Hij was getrouwd met Maria Thibaut (ook geschreven als Thybaut, Tybaut, Thibault). Zij is vóór 1617 overleden. Haar ouders, Hendrick Thibaut en Margriet van Nispen, van oorspong uit Ieperen, wonen na 1612 in Amsterdam. Antonio wordt Anthonis in Amsterdam. In de periode 1605 - 1610 heeft hij procuratie van zijn zwager, Gerard Thibaut, die dan als koopman is gevestigd in Sanlucar de Barrameda, aan de mond van de Guadalquivir bij Sevilla. Daar handelt Gerard in wol, die naar Italië, Vlaanderen en Amsterdam wordt geëxporteerd. Anthonio trouwt in 1617 voor de tweede keer met de in Leiden wonende Jacqueline Boudewijns van Berlicum. Getuigen bij zijn huwelijk zijn: toekomstig zwager Johannes de Laet, de zus van de bruid Maria Boudewijns, en haar moeder Jaecquelijne Lambert. Adriaen Thibaut, een broer van zijn eerste vrouw Maria, informeert in 1620 de Meesters van de Weeskamer in Amsterdam, dat hij en Johannes de Laet door de overle den Antonio en zijn eerste vrouw Maria benoemd zijn tot uitvoerders van hun testament. De Laet was met zijn ouders gevlucht uit Antwerpen. Hij woont in Amsterdam en woont en studeert vervolgens in Leiden. In tweede echt trouwt De Laet in 1608 in Leiden met Maria Boudewijns van Berlicum. De Laet, een rijk en veelzijdig man, was ondermeer in 1621 medeoprichter van de West-Indische Compagnie, de WIC, de tegenhanger van de VOC. De WIC was vooral betrokken bij de slavenhandel vanuit Afrika naar Noord en Zuid-Amerika. Ook was De Laet betrokken bij diverse droogleggingen. Amsterdam, februari en april 1620: de inboedel van Antonio van Surck Jaspersz., groothandelaar, en Maria Thibaut, gewoond hebbende Op de Preijsters in Amsterdam, wordt geveild met de volgende beschrijving: Inventaris van de meublen ende goederen bevonden int sterffhuys van wijlen Ant[oni]o van Surck Jaspersz, beschreven ten versoecke van d' eerbare Jaquelina Boudewijns, Margrieta Thibaut huijsvrouwe van Sr Guillielmo Bartolotti, Maria Sickenga huysvrouwe van SJeigneuJr Hendrick Thibaut ende Susanna van Hove, huysvrouw van SJeigneuJr Adriaen Thibaut, schoonsusters van den voorn, van Surck, Bij mij Jan Fransz. Bruijningh ter presentie van Daniel Otten ende Leonaert Houtman getuijgen hiertoe versocht. Actum desen veertien ende vijffthiende Februarij xvi C ende twentich Deze boedel omvatte een groot aantal meubels en schilde rijen, zoals 'twee groote conterfeytsels van SJeigneuJr Antjonijo van Surck ende syn overleden huysvrou. Veel kopers komen van oorsprong uit Vlaanderen en zijn 'gereformeerd'. Maart 1621: Oom Adriaen Thibaut wordt officieel ge noemd als voogd van de vier kinderen uit het huwelijk van Antonio Maria: Anthoni(s), dan 14 jaar oud, Jasper, 10 jaar, Ferdinandus, 7 jaar en Eduart, 5 jaar oud. Bij de Weeskamer, die in die tijd functioneert als een soort in stituut voor Beheer van Erfenissen van Wezen, wordt een obligatie van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie, de VOC, gedeponeerd ter waarde van 3.600 florijnen. In 1629 brengt de weduwe Jacqueline van Surck-Boude- wijns, wonend aan de Keysersgracht te Amsterdam bij de Weeskamer een bedrag van 9.125.14 stuivers in voor de erven, de kinderen Van Surck. In 1630 hertrouwt zij met Abraham du Bois. Het Huijs ten bergen (Rampenbosch), zijgevel met tuinmuur en toegangspoort. Om het huis een slotgracht met houten brug. Op de voorgrond twee vissers. Tekening ca. 1775. Anoniem (collectie Regionaal Archief Alkmaar).

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2012 | | pagina 6