Medische zorg in Bergen NH: 1800-1950 deel 1 Zoals bekend, wordt in de geneeskunde een symbool met een slang gebruikt door een dokter, een apotheker of een ziekenhuis. De staf met daaromheen een slang ge wikkeld, was al in de Griekse oudheid het symbool van de god voor de geneeskunde Asklèpios. De Romeinen kenden deze god van de geneeskunde onder de naam Aesculapius. De slang rond de staf heet nu bij ons 'esculaap'. In de esculaap staat de slang symbool voor genezing, omdat dit dier zijn huid kan afwerpen, wat staat voor herboren worden en genezing, maar door zijn beet ook voor de dood. Inleiding Voor het behandelen van zieken en gewonden was vanaf de middeleeuwen de chirurgijn de aangewezen figuur. Zijn vak was voortgekomen uit het werk van de barbier en in het woord 'chirurgijn' herkennen we de tegenwoordige bena ming van chirurg. Zijn werkzaamheden bestonden o.a. uit het aderlaten (openen van aders om bloed af te nemen), het zetten van bloedzuigers, de wondverzorging en derge lijke. Ook werden operaties uitgevoerd zoals amputaties, om koudvuur te voorkomen. Doorgaans was sprake van een straffe aanpak, waarbij men niet al te lichtzinnig met de patiënt omging. Niet voor niets dichtte vader Cats: 'Het is van ouden tijt bevonden, van sachte meesters vuyle wonden Gelukkig kende men in die tijd ook een vorm van verdoving, waarbij men gebruikmaakte van alcohol en lau danum 90% wijn met 10% opium). Voor genezing was men buiten de chirurgijn ook aangewe zen op de apotheker. Zij vormden aanvankelijk samen met de barbiers en chirurgijns één gilde, het Cosmas- en Damianusgilde. Maar in het midden van de 17de eeuw richtten de apothekers een afzonderlijk gilde op. Om lid van dit apothekersgilde te kunnen worden, moest men net als bij andere gilden, de 'meesterproef' afleggen. Dat kon pas als men eerst als knecht en later als gezel de opleiding bij een meester van het gilde had doorlopen. De apothekers hadden vaak een gaper als uithangbord; het hoofd van een man doorgaans van zuidelijk afkomst, met een open mond en uitgestoken tong, klaar om een medicijn in te nemen. In 1798 besloot de Nationale Vergadering de gilden op te heffen; een Koninklijk Besluit uit 1818 maakte definitief een eind aan het bestaan van gilden. Met de komst van de Bataafse Republiek, koning Lodewijk Napoleon en Nederland als deel van Frankrijk, maakte ons land grote veranderingen door. Ook Bergen veranderde van 'hoge en vrije heerlijkheid' in een agrarische plattelandsge meente. Een moeilijke periode brak aan. De staat van de gemeente- financiën was verre van rooskleurig. Het dorp was verarmd uit deze Bataafs-Franse tijd tevoorschijngekomen en een lange periode van bezuinigen was aangebroken. Er waren in 1799 in de Slag bij Bergen duizenden doden gevallen, er was geplunderd en er waren enorme vernielingen aangericht. De onverharde wegen waren in een slechte toestand met PIET VIJN (1933 - 2012)

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2012 | | pagina 11