s wm%^
:r%
If Ia. a
3S»i
belangrijke wegen en waterwegen werden vaak gebruikt
als vergaderplaats. Daar hield ook de rentmeester kantoor,
in wat in de rapportage over het bouwkundig onderzoek
wordt aangeduid als de 'stenen kamer'.
Een van de mogelijke theorieën is dat onze boerderij oor
spronkelijk een nog bredere officiële functie had, zoals het
innen van accijnzen; bier bijvoorbeeld was aan accijns on
derhevig. De locatie van de boerderij zou hier heel geschikt
voor zijn, aan het eind van de Oostdorperveersloot, zodat
je die een behoorlijk eind kan af kijken. Deze theorie zou
de gevelsteen met het huis van de toenmalige Heer van Ber
gen verklaren. Misschien dat bij een verbouwing een deel
van het oorspronkelijke pand is gesloopt, mogelijk juist
het deel met de gevelsteen, en dat men de opvallende steen
wilde behouden en daarom elders heeft ingemetseld. Want
er is verbouwd, aangebouwd en gesloopt, zou je zeggen als
je de kaarten bekijkt. Bouwkundig onderzoek onderschrijft
dat: verbouwing heeft waarschijnlijk in de eerste helft van
de 18de eeuw plaatsgehad. Zeer goed mogelijk dat toen de
gevelsteen verplaatst is.
Overdrachtsgeschiedenis
Jammer genoeg zullen we vermoedelijk nooit een bevre
digend antwoord vinden op al deze vragen. Wat we wel
weten is wie er vanaf 1637 de eigenaren waren. Op 5 maart
1637 wordt door mr. Pieter Roemers, chirurgijn, voor
schout en schepenen van Bergen overgedragen aan Gerrit
Cornelisz Ruijch: 'Een huijs, erve en stucke lants daer aen
gelegen opt veer, lendens, den dijck noort, ten zuijden ende
westen t war ofte de ringsloot'. Gelijktijdig draagt zijn
zwager Cornelis van Brinckhoff, baljuw van de Egmonden
het daarbij gelegen 'hooge weijtge' over.
In haar testament van 2 november 1638 legateert Elijsabet
van Brinchoff, weduwe van Gerrit Cornelisz de Ruijch, nu
tot Amsterdam wonende', aan haar zuster Geertruijtge
met haar man Nanningh Cornelisz Wijnberch het vrucht
gebruik van omtrent 5 morgen lants met het huijs ende
hoomgaert staende en leggende opt veer tot Bergen, jegen-
woordich gehruijct werdende bij Duijve Kees' en wijst haar
nichtjes aan als erfgenamen. Ingevolge een eerder testament
van 16 oktober 1637 wordt door de erven voor de waeringe
ten behoeve van Magdalena (gehuwd met Beuckel van
Santen) en Aechtge Brinchoff hypotheek verleend op een
'camp lant, de hooge weijde'.
Op 8 februari 1696 draagt mr. Gerrit van Santen te Londen,
advocaat bij den 'Hove van Holland, over aan Lambert
Witsen, ridder, kolonel, majoor der stede Amsterdam, de
'huijsmanswoninghe met bij en aengelegen grond te Oost
dorp bij het veer'Op 20 juni 1694 had Van Santen van
Witsen al 3500 gulden hierop geleend. Deze majoor
Witsen is een broer van Nicolaas Witsen, president schepen
te Amsterdam. Hij sterft kort na de transactie, want hij
is begraven op 12 februari 1697 in de Nieuwe of Engelse
Kerk in Amsterdam. De 'salige echtgenote' van Witsen is
Sara Nuijts die op 3 januari 1724 in de Oude Kerk begra
ven wordt. Op 7 april 1725 dragen de kinderen van wijlen
Lambert Witsen over aan Willem Gerrits Sevenhuijsen te
Schoorldam 'een huijsmanswooninge tot Oostdorp opt veer,
genaemt het hoogehuijs'.
Bregje Sevenhuijsen, dochter van Willem Gerrits, is
getrouwd met Adriaan Vlaring, secretaris van Bergen.
In 1769, na de dood van haar man, wordt zij aangeslagen
Gevelsteen in de boerderij Piet Boendermakerweg 6 (foto: Cees Bakker). Huis Holstein-Schaumburg te Gemen (foto: Cees Bakker).