monumenten, dan valt met name het sobere karakter van
de gevel op. Hier is dan ook sprake van sobere renais
sancestijl. Dit in tegenstelling tot de rijker gedecoreerde
panden in Amsterdam met hun horizontale lijsten en hun
vele natuurstenen blokjes en leeuwenkopjes.
Tegen deze overdadige renaissancestijl met haar orna
menten en versieringen komt in de tweede helft van de
17de eeuw verzet. Er wordt een nieuwe architectuurstijl
geïntroduceerd met een strengere interpretatie van de
klassieken.
Het Classicisme (1630-1700)
Het is Constantijn Huygens, diplomaat, dichter en musi
cus, die na een diplomatieke reis naar Italië voor het eerst
in Venetië de bouwwerken van Palladio ziet. Hij is ver
rukt over de strakke, classicistische architectuur die overal
in Italië verrijst. Als hij bij zijn terugkomst in Holland
weer geconfronteerd wordt met de rijk gedecoreerde
renaissancegebouwen met hun ornamenten en versierin
gen, denkt hij met weemoed terug aan Italië en verzucht
hij in een vlugschrift:
'Wat stelden de Nederlanden tegenover de classicistische
bouwwerken van Palladio en Scamozzi
Vrijwel niets
Een wereldmacht in opkomst, zoals de Republiek hoort
allure uit te stralen.
Helaas, de Nederlandse bouwkunst mist die.
Buitenlanders kunnen bij het aanschouwen van onze
renaissancebouwwerken met hun trapgeveltjes nauwelijks
hun lach inhouden en hebben geen enkele belangstelling...
Samen met zijn vriend Jacob van Campen introduceerde
Huygens de classicistische stijl in Holland. Een mooi
voorbeeld daarvan is natuurlijk het nieuwe stadhuis van
Amsterdam (het huidige Paleis op de Dam uit 1648) en de
vele stadspaleisjes van Philips Vingboons aan de grachten
in de hoofdstad.
Aristoteles heeft (in de fresco De school van Athenezijn
arm niet voor niets horizontaal gestrekt.
Hij lijkt de hemelse gerichtheid een halt toe te willen roe
pen. Aristoteles leert ons immers dat wij onze aandacht
moeten richten op de concrete wereld om ons heen en niet
zoals Plato op de geestelijke abstractie.
Dit horizontale karakter vind je terug in het 17de-eeuwse
Sterkenhuis waar over de volle breedte een tweetal banden
waarneembaar zijn.
Een ander typisch, veelvoorkomend kenmerk in de
Hollandse renaissance is de trapgevel. Het doel was om
de schuine zijden van het achterliggende zadeldak te
verbergen achter de hoekige lijnen van de trapgevel. Als je
Het Sterkenhuis vergelijkt met andere vroeg 17de-eeuwse
De Ruïnekerk (begin 15de eeuw). Gotische
architectuur is een verticale bouwkunst. Het
omhoogwijzende karakter van de gotiek vind je
terug in de puntige bogen van de ranke, slanke
ramen van de Ruïnekerk, die wijzen richting
hemel.
Het Sterkenhuis (1655). Renaissancearchitectuur is een horizontale bouw
kunst en dat is terug te vinden in de twee horizontale banden op de gevel.