Oorlog
Het uitbreken van de oorlog met Duitsland op 10 mei 1940
heeft vooralsnog weinig gevolgen voor de zuivelproductie.
Wel moeten allerlei ontheffingen worden aangevraagd om
er voor te zorgen dat het melktransport ongehinderd door
gang kan vinden.
Maar na verloop van tijd doet de invloed van de oorlog
zich toch gelden en daalt de productie met zo'n 40%. Ook
wordt de heer Miltenburg verplicht een bijdrage te leveren
aan de Winterhulp Nederland. Dat gaat niet van harte, maar
heeft wel tot gevolg dat de fabriek niet hoeft te sluiten. De
kaaszolder biedt in die periode plaats aan verschillende on
derduikers. Vanzelfsprekend kan ook de naam Wilhelmina
niet meer door de beugel, in plaats daarvan heet het nu:
Zuivelfabriek en melkinrichting J.E. Miltenburg.
Al met al heeft de fabriek de oorlog uiteindelijk goed door
staan en wordt na 1945 de bedrijvigheid haast als vanouds.
Op 2 februari 1946 dient de heer Miltenburg een (her
nieuwde?) aanvraag in voor een vergunning ingevolge de
Hinderwet, voor een zuivelfabriek annex melkinrichting.
Schaalvergroting
Ondanks de hervatte bedrijvigheid staat het voortbestaan
van de Wilhelmina op losse schroeven. Ook bij zuivelfa
brieken geldt uiteindelijk het recht van de sterkste, en het
wordt gaandeweg duidelijk dat de Wilhelmina het in de
toekomst niet op eigen kracht zal redden. Daarom wordt
de zuivelfabriek Wilhelmina in 1947 overgenomen door de
Coöperatieve Zuivelfabriek Neerlandia te Stompetoren. De
productie en het personeel zullen op termijn overgaan naar
Stompetoren. Niet alle medewerkers verhuizen mee.
Als op 25 januari 1948 de heer J.E. Miltenburg overlijdt, is
dat een grote slag voor de Berger gemeenschap. Behalve als
directeur van de zuivelfabriek heeft Miltenburg ook grote
verdiensten gehad voor het gemeentebestuur van Bergen als
raadslid en later als wethouder. Daarnaast zit hij in tal van
besturen en organisaties, zodat zijn verscheiden een gevoe
lig verlies voor ons dorp betekent.
Het begin van het eind
Door de al genoemde overname van de Wilhelmina komt de
productie in de zuivelfabriek na enkele jaren stil te liggen.
De weduwe Miltenburg-Blauwhof ziet zich in juni 1950
genoodzaakt bij het gemeentebestuur een aanvraag in te
dienen voor het demonteren van de bestaande inrichting
als zuivelfabriek en het veranderen daarvan in markiezen-
fabriek. Zij heeft het gebouw met die bedoeling verhuurd
aan de firma Bonzet uit Amsterdam. Een eventuele verkoop
van het gebouw is nog niet mogelijk vanwege de lopende
erfpacht.
Uiteindelijk komt dit er wel van als in 1955 gebouwen en
terrein worden verkocht aan de firma Anema. Deze firma
richt de voormalige zuivel- en markiezenfabriek in als auto
sloperij. Vooral vrachtauto's worden hierheen overgebracht,
gedemonteerd en klaargemaakt voor export naar allerlei
landen. Deze bedrijfsactiviteit heeft geduurd tot in 1988;
in dat jaar maakt de Bergense firma L. Koopman met het
slopen van de gebouwen een eind aan de geschiedenis van
de zuivelfabriek Wilhelmina.
Het artikel is gebaseerd op documentatiemateriaal van
Jaap Veldt. De foto's en afbeeldingen komen uit zijn
verzameling.
Na de oorlog kwam er weer een auto, een Bedford met achter het stuur
Jaap Rood.
Het einde van de zuivelfabriek Wilhelmina.