tegenstelling met de onderlinge verdeeldheid in de wereld,
in volle vrede en eensgezindheid, alle punten (van de
agendazouden afhandelen.'
Voorgesteld werd om voor 1941 alleen Hollandse tijdschrif
ten te nemen, met uitzondering van National Geographic
Magazine, waarvan de inhoud strikt neutraal werd geacht.
Ter vervanging van de buitenlandse tijdschriften werden
onder meer Floralia Libelle, Maandblad voor Beeldende
KunstCriterium, Maandblad voor Hedendaagse Muziek,
Algemeen Nederlands Tijdschrift voor Wijsbegeerte en
Psychologie en De Nieuwe Gids aangeschaft. Ook boeken
als Hollands Glorie, De liefde tot zijn land is ieder aangebo
ren, Sproken van Andersen en De Bouwkunst in ons Land
werden ingelegd.
Voor het houden van de vergadering moest vooraf toestem
ming worden gevraagd aan het Duitse gezag. Over het al
of niet aangeven van Onder Ons bij de Kultuurkamer ont
stond enige discussie, vooral over de vraag of de vereniging
beschouwd moest worden als een economische. De meer
derheid bleek uiteindelijk voor aangeven, aldus de notulen
van 2 november 1940.
Uit de verslagen van de vergaderingen in 1941 en 1942 blijkt
dat het steeds lastiger wordt om de portefeuille gevuld te
houden: bladen worden verboden of tijdelijk geschorst
door de bezetter en de levering gaat moeizaam. Begin 1943
worden de dan aanwezige tijdschriften, portefeuilles en
boeken opgeslagen bij het bureau van Gemeentewerken,
waarvan het lid de heer Roggeveen directeur was.
De jaren na de oorlog
In 1946 op 16 februari wordt na vier jaar weer voor het
eerst in vrijheid vergaderd. De overledenen worden
herdacht en met veel enthousiasme gaat men op de oude
voet voort.
Aanvankelijk is het oude leesniveau nog niet helemaal op
peil met abonnementen op Libelle, Wereldkroniek, Elsevier
en zelfs Panorama, maar dat is slechts een kwestie van tijd.
In de jaren 50 kunnen 30 leden maar liefst 36 tijdschriften
lezen bij een contributie van 15,-.
Wel zijn er doorlopend problemen met de circulatie en de
inhoud van de mappen. In de notulen van de jaarvergade
ring van 1958 lezen we:Het buitenshuis plaatsen van de
portefeuille wordt een riskante aangelegenheid; enkele tijd
schriften zijn ontvreemd, ja zelfs een hele portefeuille.
De deelnemers wordt gevraagd zich strikt aan de afspraken
te houden.
Een belangrijke bron van inkomsten is de veiling van de
gelezen tijdschriften op de jaarvergaderingen. In de jaren
70 het hoogtepunt van de avond! De opbrengst dekt gemid
deld 25% van de contributie-inkomsten. De contributie
bedraagt tot 1970 20,- en loopt daarna wegens inflatie
sterk op tot 75,- in 1982.
Crisis
Na het overlijden van voorzitter Struijk, die het
leesgezelschap 26 jaar had geleid, wordt met een
(opheffings)dreigbrief aan de leden op 30 november 1967
een bestuurscrisis aangekondigd. Diverse leden bieden
afwisselend de helpende hand, maar het duurt nog tot 1971
voor er een werkelijk dagelijks bestuur wordt gevormd. De
heer Kamp wordt de nieuwe voorzitter en mevrouw Van
der Laan secretaresse/penningmeesteres.
Mevrouw Van der Laan zal gedurende vele jaren een
indrukwekkend stempel op het leesgezelschap drukken.
Haar naam komt voor het eerst voor in de notulen van 1935.
Woelige jaren
Het laatste kwart van de vorige eeuw kenmerkt zich door
sterke wisselingen in ledenaantal, maar vooral ook in
voortdurende veranderingen in het tijdschriftenbestand.
Sektarische groepjes proberen hun geschriften onder
de aandacht van de lezers te brengen; een tijdschrift van
Milieudefensie wordt enige tijd toegevoegd en er worden
enkele proefexemplaren ingelegd van het nieuwe literaire
tijdschrift Hollands Diep, hetgeen tot een verontruste
ingezonden brief leidt. Er komt geen abonnement op het
blad. De briefschrijfster vindt het blad niet geschikt voor
Bergen maar meer iets voor het 'verdorven' Amsterdam.
In 1980 wordt er, ondanks de benarde financiële positie, een
opmerkelijke beslissing genomen: een driejarig abonnement
op het Franse tijdschrift La Bibleeen kunstblad voor
religieuze kunst voor het bedrag van 910,-. Gelukkig
BERGENS LEESGEZELSCHAP ONDER ONS 100 JAAR!
Hotel Kreb, interieur (foto: collectie Piet Mooij).