Souvenirs uit Bergen Een nieuwe rubriek in de Bergense Kroniek Met het ontstaan van het verblijfstoerisme in Bergen en de stichting van de nieuwe badplaats Bergen aan Zee in 1906, ontstond er ook een behoefte aan souvenirs. Bezoekers wilden behalve mooie vakantiemijmeringen over een zomer aan zee of in de bossen, ook iets materieels mee naar huis nemen. Het mocht een boekje zijn, een serie ansichtkaarten, een tekening van een plaatselijke kunstenaar of een voorwerp van lokale herkomst. Een goed souvenir is tegelijkertijd een exclusieve herinnering en een vorm van reclame, en zeker in de begintijd speelde ook de kwaliteit van de uitvoering en vormgeving een rol. Wat natuurlijk niet wegneemt, dat er vanaf het eerste moment ook kitsch werd aangeboden, wat voor veel mensen weer een reden is om de neus op te trekken bij het woord 'souvenirs'. Veel ervan werd trouwens toch niet van blijvende waarde geacht en is op een gegeven moment weggegooid. Maar ook dergelijke trivialia en prullaria vertellen een eigen verhaal, dat een heel bescheiden onderdeel vormt van het grote verhaal over de groei en bloei van Bergen-Binnen en Bergen aan Zee. In een nieuwe reeks willen we een aantal van deze voorwerpen belichten. Een pepermuntdoosje We beginnen met het souvenir dat de aanleiding vormt voor deze nieuwe rubriek. Het gaat om een klein koperen doosje met scharnierend deksel, rond van vorm en met een doorsnede van vijf centimeter. De tweede auteur kreeg het vorig jaar cadeau van een oprechte Bergen-aan- Zeeënaar die het aantrof op de rommelmarkt in Egmond aan Zee. Op het deksel is Hotel Nassau, zoals het in de zomer van 1909 gereed was gekomen, in reliëf afgebeeld. Het stelt de eerste fase voor van het grote, door Berlage en Van Epen ontworpen gebouw. De afbeelding is dermate precies, dat niet alleen hekpaaltjes en pas ingeplante helm zijn te onderscheiden, maar ook de twee gebouwen die even ten noordoosten van het hotel stonden. Dat zijn het uit 1907 daterende Prins Maurits en het zojuist (in 1909) in gebruik genomen tramstation. De nauwkeurigheid van de voorstelling en de uitvoering in reliëf werden mogelijk gemaakt door de vanaf de tweede helft van de 19de eeuw ontwikkelde spuitgiettechniek, waarbij vloeibaar metaal in een matrijs werd gegoten. Vóór de ontwikkeling van deze techniek werden metalen doosjes vooral gemaakt door middel van drijf- en forceertechnieken en eventueel aansluitend door graveren van versieringen voorzien. Het doosje, dat ook aan de onderzijde fraai is afgewerkt met een jugendstilbandje, is geschikt om kleine pepermuntjes in op te bergen. Het zou in opdracht van hotelhouder C.F. Zeiler kunnen zijn gemaakt ter ere van de opening van zijn etablissement en natuurlijk ter herinnering...om nog eens terug te komen. BERT BUIZER FRITS DAVID ZEILER (foto: Bert Buizer)

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2011 | | pagina 25