Van Bonda naar Romeny:
De 'Eerste Bergensche Boekhandel'
in 1928
Het hierna volgend artikel is geschreven ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de Eerste
Bergensche Boekhandel, sinds 1995 voortreffelijk geleid door Karien Hilbers en Thomas Swinkels.
Zowel over de beginperiode van de oprichter Bonda als over de latere periode met Michael Valeton is
al het een en ander geschreven. Daarom was een alles en honderd jaar omvattend verhaal niet nodig.
Anders ligt dat voor de periode kort na het overlijden van Bonda en de uiteindelijke overname van de
boekhandel door broer en zus Romeny. Daar is betrekkelijk weinig over bekend en daarom hebben
de auteurs zich met hun bijdrage juist in die korte periode verdiept.
CD
z
CD
PIETVIJN EN FRITS DAVID ZEILER
'Zaterdagavond overleed alhier de heer A.J. Bonda, secretaris van
de Winkeliersvereeniging, na een ongesteldheid van eenige weken,
in den leeftijd van 53 jaar. Wie den heer Bonda vol actie op de St.
Nicolaastentoonstelling van de Winkeliersvereeniging heeft gade
geslagen, zou zich moeilijk hebben kunnen voorstellen, dat deze
man er thans reeds niet meer zou zijn. De heer Bonda behoorde
tot een van de eersten, die zich, toen Bergen als badplaats bekend
begon te worden, aldaar vestigde als boekhandelaar en mede als
boekhouder van de melkfabriek Wilhelmina.
Zo begint het bericht in de Alkmaarsche Courant van maandag 30
april 1928, dat vervolgt met het roemen van de verdiensten van de
overledene als leider van het 'tooneel-dilettantisme' in het dorp,
waarin hij, schrijft de krant, overigens de laatste jaren niet meer
actief was. Over zijn werk als fotograaf wordt niet gerept. Door
een merkwaardig toeval brengt de krant in dezelfde editie een
verslag van de opvoering op zondagavond van het blijspel Baron
von Haberniks in De Rustende Jager door de toneelvereniging
Kunst na arbeid. Daarin werden rollen vervuld door de heer en
mevrouw De Haan-Gortmans en door de heer (Adriaan) Schoen
- concurrenten van Bonda in het boekverkopersvak èn in de
fotografie.
Tweemaal verkocht
Het krantenbericht wekt de suggestie, dat het met Bonda al enige
tijd niet zo goed meer ging. We weten weinig van zijn persoon,
maar we menen hem wel een beetje te kennen door zijn foto's.
Daarop figureert hij nu en dan ook zelf; het gaat dan om opnames
die gemaakt zijn door een assistent, vermoedelijk zijn echtgenote.
We zien daarop een heer met een bolhoed, die zich zeer bewust
is van zijn positie in de dorpssamenleving, maar er tegelijkertijd
enigszins buiten lijkt te staan. Daarentegen getuigen zijn inzet
voor het amateurtoneel en voor de winkeliersvereniging met
zijn etalagewedstrijd in de sinterklaastijd wel weer van de nodige
maatschappelijke betrokkenheid. Zijn persoonlijk leven is wat
raadselachtig, niet zozeer vanwege de scheiding van zijn eerste
vrouw in 1916, maar wel door zijn binnen één jaar gesloten en
weer ontbonden tweede huwelijk in 1919. Heeft deze geschiede
nis tot een breuk met zijn enige zoon Jean geleid? Onder de
rouwadvertentie in de Alkmaarsche Courant staat niet diens naam,
maar alleen die van executeur-testamentair H.J. Harteveld. Bij
de afwikkeling van de boedel is de toen 26-jarige Jean, inmiddels
getrouwd en vader van een zoon, slechts via lastgeving betrokken
geweest.
De boekhandel, gevestigd in het in 1910 gebouwde
monumentale pand aan de Oude Prinsweg, moet intussen wel
de nodige waarde hebben vertegenwoordigd. Huis en bedrijf
werden twee maanden na het overlijden geveild. Als gemachtigde
namens Jean Bonda trad Henriëtte Maria Gorter op, van beroep
winkelbediende. In de Alkmaarsche Courant verscheen nu de
volgende advertentie: