f (e
HEERLIJKHEID
II E II G E lS,
DE HEREN EN VROUWEN VAN BERGEN
Weer in Haarlemse handen: Barnaart 1815-1851
Koper van de heerlijkheid Bergen is Willem Philip Barnaart
(1781-1851) uit Haarlem, die er f. 120.000 voor betaalt.
De familie Barnaart was van oorsprong een West-Vlaamse
familie uit Menen. Eén van de oudste leden van deze familie
was Willem Barnaart; hij vestigde zich vóór mei 1626 al in
Haarlem als kistenmaker. Zijn nakomelingen waren werkzaam
als lintwerkers, fabrikanten en handelaars in manufacturen.
Willem Philip heeft echter andere ambities.
Het wapen van het geslacht Barnaart.
Willem Philip is de zoon van Willem Philip Barnaart
en Cornelia Reesen. Hij trouwt in 1804 met Elisabeth Cornelia
Hillegonda Teding van Berkhout (1783-1814), met wie hij vier
kinderen krijgt. Na haar dood huwt hij in 1815 in Olst haar
achternicht, jonkvrouwe Maria Cornelia Susanna Teding van
Berkhout; met haar krijgt hij nog acht kinderen. Hij heeft een
aanzienlijk vermogen tot zijn beschikking. Zo is hij eigenaar
van verschillende huizen in de omgeving van de Ridderstraat
en de Nieuwe Gracht in Haarlem. Tussen 1804 en 1807 laat hij
een huis aan de Nieuwe Gracht 7 bouwen, dat vanaf 1880 tot
1940 zal gaan dienen als ambtswoning van de opeenvolgende
commissarissen van de koningin in Noord-Holland. Ook bezit
Barnaart vele landerijen en opstallen buiten Haarlem, zoals
'Het Klooster' tegenover de Kleverlaan en de hofstede 'Het
Huis ter Spijt'. In 1807 koopt hij 'Het Huis te Vogelenzang' en
de aangrenzende lustplaats 'Teylingerbosch'. Een titel leveren
deze aankopen hem echter niet op; de aankoop van Bergen in
1815 doet dat wél.
Barnaart, die in 1817 tot jonkheer wordt verheven,
bekleedt tal van functies. Hij is ondermeer directeur, en
later president, van de Hollandsche Maatschappij van
Wetenschappen; vroedschaplid en burgemeester van Haarlem;
lid van de Staten van Holland; lid van Gedeputeerde en
van Provinciale Staten van Noord-Holland; lid van de
Koninklijke Commissie in verband met de drooglegging
van de Haarlemmermeer; en buitengewoon adjudant van
achtereenvolgens koning Willem II en koning Willem III.
Het lijkt er op dat Willem Philip Barnaart de titel 'heer
van Bergen' een prettige bijkomstigheid vindt die hem de
nodige status verleent, maar dat hij zich verder aan zijn
functie als zodanig weinig gelegen laat liggen. Wel houdt
hij volgens M. van Reenen-Völter flink huis op 't Hof:
Door Jhr. Barnaart werd een deel van de linkervleugel van
het woonhuis afgebroken en de rest tot jachthuis ingericht.
De rechtervleugel (de stallen enz.) werd afgebroken en de
ringmuur omvergeworpen. Ook de menagerie, de oranjerie
en het schuitenhuis verdwenen en enige van de mooiste lanen
werden omgehakt.' Ook De Maesdammerhof valt omstreeks
1825 onder de slopershamer.
In 1851 koopt Barnaart de heerlijkheid Zandvoort. Na
zijn dood in datzelfde jaar verkopen zijn (vele) erfgenamen de
heerlijkheid Bergen om Zandvoort te kunnen behouden.
De Grondwet van 1848 maakt van het Koninkrijk der
Nederlanden een democratische rechtstaat in de vorm van een
constitutionele monarchie. De adelstand, die weer nieuw leven
was ingeblazen bij de Grondwet van 1814, verliest opnieuw
zijn voorrechten. De band tussen het landelijk gezag en de
heren wordt dus voorgoed verbroken. De meeste bestuurlijke
functies gaan nu over op de gemeente en worden geregeld in de
nieuwe gemeentewet van 1851.
Willem Philip Barnaart. Schilder en datum onbekend; het
portret hangt in Huize Vogelenzang.
BESCHRIJVING
»e maiua, cntGci is n»; ceheeytei
BERGEN, SCnOOUL, IURINGCJRSPEL rs ALKMAAR.
SQ>MtA RM1.AS Bk
cn door den Makelaar
MCOL A AS It0U WENS.
.EGIDIUS .WALAAiTdT 'ffiCHÉ,
in openbare relling sullen'worden gebrngl,
Oji DimjsdagVVocusdu} en Donderdag, <lcn 25, 20 en 27"'Snmnbcr 1851,
ilvn V" Ikrrmher 1851, lelkem des eóórmiddmjs ten 10 uren.
in het Logement Zomeraorg Ie Btoememlaal.
Veilingcatalogus 1851 met daarop de aantekening 'Aankoop
door Vader in 1851' (Familiearchief Van Reenen, Regionaal
Archief Alkmaar).