n
i d
SSsz/ss/ ,'i r/£ zz.yJSe -•-. -SA//
IN DE BATAAFS-FRANSE TIJD 1795-1813
het Hoogheemraadschap van de Hondsbossche en Duinen tot
Petten uit zijn ambt van rentmeester-secretaris wordt ontzet.)
Graaf Wigbold Adriaan van Nassau-Bergen overlijdt
in Bergen op 25 oktober 1797. Met hem sterft deze tak in
mannelijke lijn uit. Hij en zijn vrouw Hester van Foreest zijn
begraven in de grafkelder van de graven van Nassau in de
Noorderkapel van de Ruïnekerk.
Wigbold Adriaan was de laatste 'hoge en vrije' heer
van Bergen: in de roerige periode die nu aanbreekt wordt het
feodale stelsel afgeschaft.
Een uitstapje met vrienden
Wigbold Adriaan was er niet de man naar om zich zijn
pleziertjes door de geldsores betreffende de Bergense
boedel te laten ontzeggen. In de zomer van 1782 maakte
hij met enkele vrienden, Rutger Paludanus, Jacob Arend
Nanning (heer van St. Pancras) en Joost Ivangh (schout
van Bergen) per zeilboot een uitstapje naar Zeeland, waar
zij zich uitgebreid lieten fêteren. De reis ving aan op 11
augustus 1782 en eindigde veertien dagen later, op 25
augustus. Hendrik van Vladeracken legde alles vast in een
reisjournaal.
De stemming zat er kennelijk goed in, want
onderweg besloot het gezelschap het schip waarmee zij
voeren om te dopen van 'Jonge Jan' naar 'De Brak' (een
soort jachthond). Aangekomen in Middelburg lieten
zij zich in de stad rondleiden:...'s Avonds de verdere
merkwaardigheden van Middelburg aangeweesen en
(onder andereeenige huysjes van play sier, dog de lust
en ijver tot zodanige divertissementen de heer van
Woudenberg, Paludanus en Domine op muyltjes bragt
die Heeren so verre dat zij zich aldaar den geheele nagt
wel hebben gediverteerd en 's morgens om vijff uren niet
weinig gefatigeerd weder aan boord zijn gekomen'.
f
j tr# /fr - st s?
\r *»-■ <0*
y
yV
S// 1 r Ar Z
d iil
il
A/tot
Journaal waarin de belevenissen van Wigbold Adriaan van Nassau-Bergen
en zijn vrienden zijn opgetekend door Hendrik van Vladeracken (Familiearchief
Van Foreest, Regionaal Archief Alkmaar).
Aan het einde van de 18® eeuw is: 'Liberté, égalité et fraternité'
de wijdverspreide leus in Frankrijk. In de Nederlanden zijn
de patriotten, die al jaren in een bittere strijd zijn verwikkeld
met de prinsgezinden, eveneens voorstanders van vrijheid,
gelijkheid en broederschap. Zij kennen de boeken van de
Franse filosofen Rousseau, Voltaire en Montesquieu en sluiten
zich aan bij de roep om democratie.
In Frankrijk breekt in 1789 daadwerkelijk de revolutie
uit. De nieuwe regering daar verklaart in 1793 de oorlog aan de
stadhouder van de Republiek en aan de koning van Engeland,
maar nadrukkelijk niet aan de volken van de beide landen. De
Franse troepen, in gezelschap van gevluchte patriotten, trekken
eind 1794 ons land binnen, waarop stadhouder Willem V naar
Engeland vlucht. Zo ontstaat, onder het devies 'weg met de
regenten en weg met de stadhouder', de Bataafse Republiek.
Op 31 januari 1795 komt er met het uitspreken van de
'Verklaring van de Rechten van de Mens en Burger' aan de
regentenmaatschappij officieel een einde. Vanaf die datum
kunnen stemgerechtigden een dorpsbestuur kiezen dat geheel
uit patriotten zou moeten bestaan; Oranjegezinden komen
er niet meer aan te pas. Vanaf eind 1795 vinden de eerste
landelijke verkiezingen plaats, waaraan iedere man van goede
afkomst en ouder dan 21 jaar mag meedoen.
In Bergen wordt het nieuwe dorpsbestuur, de
Municipaliteit van Bergen, op 29 maart 1796 gekozen. Het
bestuur bestaat uit twaalf leden, te weten: Hendrik Morsk,
Cornelis Schouten, Thijs Groot, Jan Duineveld, Cornelis
Mooij, Arie Visser, Cornelis Henneman, Cornelis Kager,
Ide Klaasz. Min, Jan Leijen, Gijsbert Pietersz. en Cornelis
Kooijman.
Doordat Frankrijk al sinds 1793 in oorlog is met Engeland
wordt de Bataafse Republiek ook bij deze strijd betrokken.
Vele oorlogshandelingen spelen zich in de buurt van Bergen
af. In 1797 verslaan de Engelsen de Bataafse vloot bij
Camperduin. Twee jaar later vallen de Engelsen, nu samen met
Russen, wederom het land binnen. Zij worden echter door het
Bataafse leger, onder leiding van opperbevelhebber Herman
Daendels, en de Fransen in september 1799 bij Bergen en
Castricum tegengehouden.
De heren verliezen hun rechten:
Mulert tot de Leemcule (1797-1815)
Het enige kind van graaf Wigbold Adriaan en Hester van
Foreest, hun dochter Adriana Petronella van Nassau-Bergen
(1757-1789), wordt na de dood van haar moeder vrouwe van
Bergen, Woudenberg en Kortgene. Zij is op 18 mei 1777 in
Bergen getrouwd met Joachim Ernst baron Mulert tot de
Leemcule. Ze krijgen vier zonen: Jacob Adriaan (1778-1852),
Wigbold Adriaan (1779-1780), Willem Jan (1782-1857) en
Frederik Christiaan (1784-1849). Het huwelijk is geen succes
en op 31 december 1788 wordt de door Adriana Petronella
aangevraagde scheiding van tafel en bed uitgesproken door de
schout van Bergen, Willem Lodewijk Ivangh en zijn schepenen
Jan Kost en Gerrit Duijnmaijer. Er wordt overeengekomen dat
Adriana Petronella de schulden die ze samen gemaakt hebben,
zal betalen.
Adriana Petronella overlijdt in 1789; haar vader,
Wigbold Adriaan, heer van Bergen, is nog in leven, waardoor
Joachim Ernst niet kan beschikken over haar erfenis. Om