TIJDENS DE REPUBLIEK 1581-1795
Het beleg van Alkmaar
Op 21 augustus 1573 arriveerde het Spaanse leger
onder leiding van Don Frederik, de zoon van Alva,
bij Alkmaar. De soldaten sloegen hun tenten in de
dorpen rondom Alkmaar op, ook in Bergen: de stad
werd omsingeld. In de dagen en weken daarna volgden
vele (schijn)aanvallen, die de vechtlustige Alkmaarders
steeds wisten af te slaan. De Spaanse soldaten waren
uitgeput en onwillig vanwege het feit dat ze al
maanden geen soldij hadden ontvangen.
Op 18 september bestormden de Spanjaarden
in een grootse actie Alkmaar aan alle kanten en weer
bleken de Alkmaarders in staat om hun belagers van
zich af te houden: 'Maar die van binnen zoo burger als
soldaat weerden hun zeer dapper, gaande den vyand
op de borstwering te gemoedt, met schieten en werpen
van steenen, brandende hoepen, heete pekel, heete pis,
heete wapeling, heet kalkwater, heete oly, gesmolte
loot, gestoote glas of gruis, lang stroo, brandende
beezemen met lange stokken, en meer stoffen daar
toe dienende, 't welk de vrouwen en kloeke jonge
maagden, en kinderen aanbragten, en de vyand wierdt
daar afgeslagen; en toen hij week, schooten de burgers
zeer sterk van agteren in den hoop.
De commandant van de Geuzen, Diederik
Sonoy, gaf eindelijk op 23 september de order om
de sluizen te openen en de dijken door te steken,
waardoor het Spaanse legerkamp geheel onderliep.
Tegen zoveel modder waren de vermoeide Spanjaarden
niet bestand en ze besloten het beleg op te breken.
Op 8 oktober 1573 keerde het Spaanse leger Alkmaar
de rug toe, wat aan de Alkmaarders de kreet 'Van
Alkmaar begint de Victorie' ontlokte.
Diederik Sonoy door C.E. Taurel, ca. 1860 (Regionaal Archief Alkmaar).
In 1580 spreekt koning Filips II de banvloek uit over de
opstandelingenleider Willem van Oranje; het jaar daarop zetten
de Staten-Generaal met het 'Plakkaat van Verlatinghe' Filips
II af als laatste graaf van Holland, onder het motto: 'Een vorst
is er om zijn onderdanen te dienen en niet om hun vrijheid
en privileges te ontnemen'. De Gewestelijke Staten trekken
vervolgens de grafelijke bevoegdheden naar zich toe en worden
daarmee de leenheren van de leenmannen van de heerlijkheden.
Het feodale stelsel blijft zodoende nog gehandhaafd tot 1795.
Onder Duitse heerschappij:
Van Holstein-Schaumburg (1568-1641
Zoals reeds gezegd laat Hendrik van Brederode vlak voor zijn
dood, tegen het besluit van Alva in, de heerlijkheid bij uiterste
wilsbeschikking na aan zijn tweejarig petekind en neefje,
Hendrik V (1566-1597), graaf van Holstein-Schaumburg en
Sterneburgh, heer van Gemen. Zijn keuze van erfgenaam is
niet vreemd: er bestond al sinds het begin van de 16e eeuw
een band tussen leden van de Hollandse adel en de familie
Van Schaumburg. In 1506 trouwde namelijk graaf Joost I van
Schaumburg met Maria van Nassau-Dillenburg, een dochter
van graaf Johan V, de grootvader van Willem van Oranje. Een
zoon van Joost I, Adolf XIII, de aartsbisschop van Keulen, was
één van de voogden en opvoeders van Willem van Oranje aan
het Brusselse hof, en één van zijn kleindochters, Amelia van
Nieuwenaar, werd de vrouw van Hendrik van Brederode.
Het wapen van het geslacht Van Holstein-Schaumburg.
Vanwege de confiscatie van de Brederode-goederen
door de Raad van Beroerten en de daarop volgende
oorlogshandelingen duurt het tot na de Pacificatie van Gent
in 1576 voordat de ouders van de jonge Hendrik, Elisabeth
van Pallandt en Culemborg en Joost II, graaf van Holstein-
Schaumburg en heer van Gemen, het zwaar belaste erfgoed
kunnen aanvaarden. In 1588 wordt Hendrik V officieel beleend
met de heerlijkheid Bergen, die hij op tienjarige leeftijd al eens
met zijn tante Amelia had bezocht. Hendrik trouwt in 1592
met Mechtild (Metta), gravin van Limburg-Bronckhorst en
Stirum (1561-1622); ze krijgen een zoon, Joost Herman.
Door chronisch geldgebrek wordt de heerlijkheid in de jaren
na Hendrik van Brederode veel kleiner. Om de opgelopen
schuldenlast van de Van Brederode's te kunnen betalen worden
er steeds weer landerijen en delen van de Bergermeerpolder
verkocht. Ook de heerlijkheid Callantsoog, die Hendrik V
heeft geërfd maar zijn tante Amelia in vruchtgebruik heeft,