r@ ^°E «TCI y o. Omstreeks 1190 beloont graaf Floris III (1157-1190) de heerlijkheid Bergen, volgens overlevering, met diverse rechten en privilegiën; met vrijheid van tol- en waaggelden; met vermindering van de bijdragen voor het onderhoud van de zeedijk en - last but not least - met het bekende wapen met de zes merletten als dank voor de steun en het krijgshaftig optreden van de Bergenaren in zijn strijd tegen de West- Friezen. De Feodale Tijd; de Tijd der Zelfst. Leenmannen. ±850-±1380. Taalgrens »mtm Grens lussen Frankrijk en Duitsland. TES. .i gV* Kortrijk BRABANT Antwerpen Mechelen Leuven BlSOO^j Utrecht Groningi E S*f-L. l Deventer,- "'••■..S'&m* BRABANT i GEL"? RB Keulerft Bou vines' 1(H£N£-n Afcechf GOUWEN"-' Kamerijk I LUXEMBURG' 3 il Bouillon... «iS FRANKRIJK C«-; M ferdun Metz. Het wapen van Bergen, omstreeks 1190 verleend aan de Bergenaren door graaf Floris III. Door de aanhoudende dreiging van de zee in het gebied blijft Bergen in deze tijd in de grafelijke belangstelling staan. Zowel graaf Dirk VII (1190-1203) als zijn jongere broer, de latere graaf Willem I (1213-1222), doen pogingen, met wisselend succes, om dammen en dijken aan te leggen. IJsbrands zoon Sijmon Galo, genoemd in geschriften in 1162 en 1174, is waarschijnlijk de volgende heer van Bergen. Hij wordt opgevolgd door zijn zoon, Simon I van Haarlem, die in oorkonden uit 1198 en 1215 voorkomt. Simon I van Haarlem is een vertrouweling van graaf Dirk VII. Na de dood van Dirk VII geven Simon I en zijn broers IJsbrand en Gerard de voorkeur aan Dirks dochter Ada boven zijn broer, de Friese graaf Willem I, en kiezen de zijde van Lodewijk II, graaf van Loon. De Loonse Oorlog (1203-1213) wordt echter gewonnen door Willem, waardoor zij hun vooraanstaande positie tijdelijk verspelen. Na een korte gevangenschap krijgen zij rond 1210 hun bezittingen terug, maar na deze misrekening worden zij minder in oorkonden vermeld. Simon I heeft een dochter die trouwt met een zoon uit de voorname familie Persijn. Uit oorkonden uit 1206 en 1237 blijkt dat Wouter van Haarlem, een zoon van Simon I, ook heer van Bergen is geweest. De belangrijkste ridder Van Haarlem is echter de oudste zoon van deze Wouter, Simon II van Haarlem, heer van Heemskerk en Castricum en ondermeer baljuw van Kennemerland en Zeeland. Simon II, genoemd in oorkonden in 1245 en 1280, trouwt in een eerste huwelijk met de verder onbekende Beatrijs en vervolgens met Catharina, gravin van Dale-Diepenheim. Simon II krijgt drie zonen: Willem van Haarlem, Dirk van Haarlem en Hendrik van Diepenheim. Simon van Haarlem en Wouter van Egmond kopen volgens oorkonden in 1248 een groot gebied in de omgeving van Heemskerk en Beverwijk van graaf Willem II (1234-1256) en zijn broer Floris, het zogenaamde Hoflant. Simon II bezit een huis in Haarlem (aan de huidige Spekstraat) dat hij in 1249 schenkt aan het Karmelietenklooster. Hij wordt ook in dit klooster begraven. De Nederlanden in de feodale tijd (ca. 850-1350). De graven van Holland De graven van Holland zijn terug te voeren op de Friese koning Radboud (?-719). Een van zijn nazaten, Gerulf, de 'graaf der Friezen' (ca. 850-896), wordt algemeen als hun stamvader beschouwd. Zijn opvolgers vergrootten het gebied dusdanig dat ze geregeld in conflict kwamen met hun respectievelijke Duitse keizers en de bisschoppen van Utrecht, Luik en Metz. In een bisschoppelijke oorkonde uit 1101 wordt voor het eerst de gebiedsnaam Holland genoemd, wanneer Floris II (1091-1121) vermeld wordt als Florentius comes de Hollant. Floris had in Kennemerland veel geld vergaard door ontginningen en de verkoop van landerijen en tevens door tol te heffen aan de mondingen van de grote rivieren. Hiermee legde hij de basis voor de macht van het graafschap in het Europese machtsspel. Heren en vrouwen van Bergen waren in deze en volgende perioden geregeld te vinden aan het grafelijke hof. Diverse graven van Holland deden mee aan de kruistochten. In de llc eeuw hadden de Turken Palestina op de Arabieren veroverd, waarna paus Urbanus II op het Concilie van Clermont in 1095 de ridders opriep op kruistocht te gaan om het Heilige Land te bevrijden van ongelovigen en aanhangers van de Islam. In totaal werden er tussen 1100 en 1300, uiteindelijk zonder succes, zeven grote kruistochten georganiseerd met als doel de Turken uit Palestina te verjagen. Het graafschap Holland maakte een periode van grote bloei door en de graven ontdekten de opkomende steden als bron van inkomsten die niet alleen nodig waren voor de kruistochten maar ook voor hun eeuwige oorlogen. Daarom verleende Willem I (1213-1222), de eerste graaf van Holland en Zeeland, stadsrechten aan Geertruidenberg, Middelburg, Zierikzee en Dordrecht. Onder Willem II (1234-1256) kwamen daar Alkmaar, Haarlem en Delft bij. Floris V (1256-1296) versterkte de banden met Engeland en regeerde naar Brits model in overleg met een raad, bestaande uit een college van hoge edelen. Maar ook hij was zich bewust van de

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2010 | | pagina 10