AMERSFOORTSE EVACUÉS IN BERGEN Hotel Nassau-Bergen, Bergen aan Zee, begin mei 1940. (foto: Noordhollands Dagblad) oord en Jong Nederland in Bergen aan Zee werden in gereedheid gebracht voor de 331 verpleegden uit het Renkumse sanatorium, plus het vijftig personen tellend verplegend personeel. Ontvangst en registratie In Bergen werden de evacués bij aankomst op het station in groepen verdeeld. De zieken werden door het Rode Kruisper- soneel naar de tijdelijke ziekenhuizen gebracht en de anderen werden door vrijwilligers naar een militaire kantinetent aan de Karei de Grotelaan en naar De Rustende Jager begeleid. Hier stond een groot aantal vrijwilligers en gemeentepersoneel klaar om de evacués te registreren en van eten en drinken te voor zien. Door middel van een systeem van rode kaarten werden de gezinnen ingedeeld voor onderdak. Er werd een commissie ingesteld voor verstrekking van gratis voedsel onder leiding van wethouder Miltenburg. Hoofden van scholen werden aangezocht te helpen om de evacués onder te brengen. In haast werden hiertoe verschillende scholen ingericht. Van het aange voerde stro werden slaapplaatsen bereid. Politie, luchtbescher- mingspersoneel en padvinders brachten de evacués naar hotels, pensions en de diverse particuliere opvangadressen. Over het algemeen was de ontvangst zeer hartelijk en gastvrij op een enkele uitzondering na, getuige het relaas van de (Joodse) mevrouw Bouman:In Bergen werden we opge vangen door padvinders. Maar terwijl we op weg waren naar een grote tent die voor evacués was ingericht, werden we van uit de lucht beschoten. Ik geloof niet dat iemand letsel heeft opgelopen, maar we schrokken natuurlijk heel erg. In de tent kregen we wat te drinken en werd ons verteld wat ons te doen stond. Ieder gezin kreeg een adres toegewezen. De Bergenaren waren verplicht mensen in huis te nemen. Iedereen ging op pad met de bagage die hij had afgegeven aan de padvinders, maar onze bagage was nergens te bekennen. Dus wij gingen op zoek naar ons onderkomen met alleen handbagage. Wij troffen het wel heel ongelukkig, want het bleek al spoedig dat onze gastheer een luitenanten gastvrouw NSB'ers waren. Wij werden door die mensen heel onheus behandeld. Zo mochten we niet in de woonkamer komen en weigerden ze slaapplaatsen voor de kinderen te maken en die kerel zei tegen mijn man: "Heb je geld? Jij moet voor de verduistering zorgen en de hond uitlaten.We waren perplex. Gelukkig begrepen de buren onze situatie en brachten ledikantjes voor de kinderen. Omdat we onze bagage kwijt waren, waren we helemaal van die NSB'ers afhankelijk, maar na een paar dagen zorgde de groepsleider voor een ander onderkomen. Het grote wonder was, toen we naar die nieuwe behuizing Pension Het Witte Huis aan de Ruïnelaanonderweg waren, we zomaar voor een huis in een straat onze bagage zagen staan! Wij zijn bij die mevrouw van Het Witte Huis fantastisch opgevangen en met ons nog vele anderen.' Roel Kuipers:Het was 11 mei dat ér in de ochtend een bus voor ons huis stopte. Er kwamen groepjes mensen uit. Een mevrouw met een dochtertje van mijn leeftijd liep op onze deur af. Ze hadden slechts een sloop met hierin wat kleren bij zich. Andere mensen gingen bij de buren naar binnen. Ze werden bij ons, net als elders, heel gastvrij ontvangen. De mevrouw en haar dochter kregen mijn kamer. Lekker, mocht ik weer eens bij mijn ouders op de kamer. Ik weet niet hoeveel dagen het geduurd heeft, maar voor mijn gevoel was het maar kort. Zoals Bergen later voor de hartelijke ontvangst een bank heeft gekre gen, zo kregen mijn ouders een ets van de Amersfoortse toren de Lange Jan. Deze ets hangt nu in mijn werkkamer. Bert Thomas:Toen de evacués bij ons binnenkwamen, speelde zich nog een andere gebeurtenis af. Ongeveer tege lijkertijd ontving mijn vader een mobilisatiebevel. Hij moest zich onmiddellijk melden bij het gemeentehuis om de gevechts kracht van het Nederlandse leger te versterken. Het bericht was duidelijk: alle weerbare mannen tot en met veertig jaar werden opgeroepen. De werkelijkheid van dit bericht drong tot iedereen in ons gezin door en toch konden we het nauwelijks beseffen. Bij het snelle afscheid van ons vroeg hij mij als oudste van het gezin, de zorg op me te nemen voor moeder en de kin deren in het geval hij niet terug zou keren. Ik beloofde het en realiseerde mij nauwelijks wat ik toezegde. Ik dacht aan wat ik gelezen had over de Eerste Wereldoorlog en dit soort drama tisch afscheid. Op het moment hield ik me goed. Later toen ik alleen kon zijn, had ik een lange huilbui nodig om de spannin gen te boven te komen. Deze gebeurtenis vond plaats tegelijk met de komst van onze evacués. In het begin was het zo dat zij hun leed en verdriet moesten verwerken en wij dat van ons. Ieder had genoeg aan zijn eigen leed. Mijn vader vertrok en ging de oorlog in; wij wisten niet beter. Twee dagen later zagen wij hem terug. In ons dorp. Als soldaat, die kennelijk de opdracht had gekregen het verkeer te regelen op de hoek bij garage Smit en kledingmagazijn Kollmer. Tot aan zijn middel was hij gekleed in een broek van het leger met puttees beenwindselsom zijn benen en daarop droeg hij het colbertjasje waarin hij was weggegaan. Hij was een toonbeeld van hoe Nederland was voorbereid op een oorlog tegen de nazi's. Met onze evacués in huis hebben we de bange dagen goed doorgebracht. We leefden in een roes van angst en onzekerheid, we waren vreemden voor elkaar, we troffen elkaar telkens wanneer de sirenes ons naar de kelder in ons huis riepen. We hadden intussen onze oma, die alleen woonde, in ons huis gehaald. Onder haar aanvoering daalden we al lemaal af langs de trap naar de kelder. De ramen in de kelder waren beveiligd met zandzakken en het was er donker. Oma bad de weesgegroeten van de rozenkrans en wij deden hardop mee. Onze gasten voelden zich daarbij wat verlegen omdat zij protestant waren. Maar oma wist daar raad mee. Ze vroeg eenvoudig of zij wilden meebidden, maar dan op hun eigen manier. Zo zijn tolerantie en oecumenische gezindheid in de nood van de oorlog ontstaan. Bergen aan Zee Mejuffrouw Netty Zeiler (1918), dochter van de heer Zeiler, destijds eigenaar van Hotel Nassau-Bergen te Bergen aan Zee:

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2010 | | pagina 21