Station Alkmaar 10-11 mei 1940.
Het vroegere pension Bergeroord, Dorpsstraat 13. (foto: Hans Bouwer)
gesitueerd, met twee banken tegenover elkaar, goed voor twaalf
personen, met aan beide zijden een deur. Toiletten ontbraken.
Deze mensen, veelal gezinnen die halsoverkop hun huizen
hadden moeten verlaten, hadden de hele nacht in de coupés
doorgebracht met alleen wat handbagage bij zich. Dit vari
eerde van een kussensloop met in haast en in paniek wat bij
eengegaard lijfgoed, een kanarie in een kooitje, een poes of een
hond en dergelijke. Door het ontbreken van toiletten was men
genoodzaakt zijn behoefte in de coupé te doen. Al met al een
onthutsend beeld.'
Een groot aantal evacués werd opgevangen in Alkmaar,
maar er werd ook overgestapt op treinen richting verder gele
gen stations, waaronder de tram richting Bergen.
Bergen onder vuur
Nadat burgemeester Van Reenen het telegram, afkomstig van
de CAB, op 10 mei had ontvangen, waarin werd aangekondigd
dat Bergen zich moest opmaken voor ontvangst van evacués,
werd hier onmiddellijk een begin mee gemaakt. Overigens was
er in Bergen die dag al veel beroering ontstaan doordat het
Bergense vliegveld die ochtend doelwit was geweest van Duitse
bommenwerpers. Na het eerste bombardement en de beschie
tingen in de vroege ochtend van 10 mei, waren er overdag en
de daaropvolgende dagen nog enkele kleine aanvallen op het
vliegveld. De bevolking werd gewaarschuwd door middel van
de sirenes van de Luchtbeschermingsdienst (LBD) zodra er
vijandelijke vliegtuigen in aantocht waren.
Roel Kuipers (1935) die aan de Oude Bergerweg woonde:
'Op die vroege meidag hoorde ik plotseling brullende vliegtuig
motoren voor ons slaapkamerraam. Ik hing met mijn moeder
uit het raam en zag in een vliegtuig een man zitten met een
motormuts die naar beneden zwaaide, ik zwaaide terug. Even
later was het boem, boem!! Buren kwamen in hun nachtgoed
uit de huizen met vragende en bezorgde gezichten. Mijn vader
was als reservist opgeroepen en had dienst die nacht. Zijn ge
weer stond niet in de meterkast en hij sliep in de Van Reenen-
school. Hij was fourageur en kok voor de compagnie uit Fries
land die hier gelegerd was. Een man in zijn lange onderbroek
op de fiets kwam schreeuwend langs fietsen. Ik dacht eerst dat
het mijn vader was, maar het was er een van het vliegveld:
"Vreselijk alles stuk, erg, erg, erg!" en voorbij was ie. Mijn
vader kwam later persoonlijk vertellen dat hij voorlopig niet
thuiskwam. Het was nu toch al oorlog.
Bert Thomas (1927) woonde aan de Dorpsstraat 15:Ik
was juist dertien jaar geworden, oudste jochie met drie broers
en twee zusjes. Mijn ouders dreven een winkel in religieuze en
kantoorartikelen. Tevens was mijn vader koster in de rooms-
katholieke kerk van Petrus en Paulus. In de nacht van 9 op 10
mei schrokken we wakker door het geluid van vliegtuigen. Het
ene eskader van de Deutsche Luftwaffe na het andere hoorden
wij naderen in de verte. Bommenwerpers en jachtvliegtuigen
vlogen angstig laag boven het dorp en enkele ogenblikken
daarna volgden de explosies. De jachtvliegtuigen waren overal
en verhoogden het geluid tot een hels lawaai. Van de alarmsire
nes wisten we dat zij op de eerste maandag van de maand loei
den. Men wist dan dat het maandag 12 uur was. En iedereen
hoopte dat het nooit menens zou worden. Nu deelden de sirenes
mee dat er vlakbij vijandelijke vliegtuigen in de lucht zaten die
het op Bergen gemunt hadden.'
Als gevolg van de bombardementen hadden de bewo
ners die in de nabijheid van het vliegveld woonden, een veilig
heenkomen gezocht in het centrum van Bergen. Hier kwamen
de ongeveer 6000 evacués uit Amersfoort nog eens bij, die ook
hun toevlucht zochten bij de inwoners van Bergen. Om het een
en ander in goede banen te leiden belegde burgemeester Van
Reenen 's middags een spoedvergadering in De Rustende Jager.
Hij gaf een uiteenzetting van het gereedliggende evacuatieplan
aan gemeenteambtenaren, commissieleden, politie, vrijwilli
gers, militairen en Rode Kruispersoneel. Een tweede telegram
van de CAB volgde, waarin de tijdstippen van aankomst van de
treinen stond aangegeven. 11 mei 's middags om 4 uur kwamen
de eerste 700 evacués met de tram uit Alkmaar in Bergen aan.
Bert Thomas: 'Op 11 mei stonden drommen vreemde
mensen bepakt en bezakt op het stationnetje in het dorp. Het
waren evacués uit Amersfoort. Voor ons was dat toen een nieuw
vreemd woord. Blijkbaar was alles goed voorbereid, want deze
Amersfoortse burgers werden na de tocht per trein ordelijk en
snel naar de adressen gebracht waar zij onderdak kregen.
Opvang zieken en gewonden
Drie noodziekenhuizen werden ingericht: Dorpsstraat 13 bij
de familie Blank in pension Bergeroord, Dorpsstraat 23 bij de
familie Oldenburg in pension Theresia (thans Hotel Marijke)
en het huis van Boendermaker aan de Loudelsweg. Het rooms-
katholieke Pensionaat werd als Rode Kruis militair hospitaal
ingericht. Er waren acht artsen in de gemeente Bergen beschik
baar en tevens vijftien leden van het Rode Kruis en zes militai
ren van de geneeskundige dienst. Daarnaast waren er nog 48
leerling-verpleegkundigen over wie de arts J. A. Blok de lei
ding had. Omdat ook het plaatsje Renkum in de gevarenzone
lag en daar een sanatorium was gevestigd, werd hiervoor ook
een evacuatieplan opgesteld. De vakantiekolonies Bio-vakantie-