Huize Kranenburgh met de jonge kinderen Van Reenen in de tuin, albuminefoto, ca.1890. (collectie Museum Kranenburgh)
middag haar visite hield. Ook in Kranenburgh werden visites
door 'standgenoten' gemaakt.
Opmerkelijk is dat Marie van Reenen in het begin van haar
huwelijk een eigen opvatting over het 'smaakvol' inrichten van
de ontvangruimten in Kranenburgh had. Dat deze niet direct
aansloot bij de Hollandse opinie van de gevestigde elite, blijkt
uit een dagboekaantekening van Cornelia Frederica van der Feen
de Lille. Cornelia Frederica bewoonde het voorname Huize De
Dieu aan de Alkmaarse Langestraat en bezat het landgoed Ter
Coulster in Heiloo. Na een bezoek in 1891 aan Marie van Ree
nen-Völter schreef ze: 'Het huishouden van de jonge mevrouw
Wan Reenen in Huize Kranenburgh te Bergen is geheel Duitsch',
Alles zag er anders uit.' Vier jaar later, na een bezoek op 2 mei
1895, schreef ze in haar dagboek: 'Vanavond waren we bij de
familie Wan Reenen, geheel onder ons; het wordt daar zoo lang
zamerhand een museum en zij, heeft er verwonderlijk den slag
van om mooie, antieke dingen te verzamelen.'
Of deze opmerking complimenteus bedoeld was, is nog
maar de vraag, maar wel is waarschijnlijk dat het 'geheel
Duitsche' interieur gewijzigd was. Oorzaak van deze toename
van antieke voorwerpen was wellicht mede te danken aan het
feit dat Marie de plaatselijke veldwachter Beeldman opdracht had
gegeven 'eens bij de dorpelingen om te zien naar antieke voor
werpen' ten behoeve van een op te richten museum. Dit museum
werd in 1903 gehuisvest op de zolder van het nieuwe raadhuis. In
1915 werd het huidige Sterkenhuis als museum geopend.
Assemburg in Heemskerk door de Haarlemse behangselschilder
Jan Augustini (1729-1773). Een eeuw later werden deze behang
sels overgebracht naar Kasteel Marquette. De aankleding van de
zaal in Kranenburgh met geschilderde behangsels, samen met
de deels geërfde inboedel van Jacobs moeder, die in 1908 was
overleden, benadrukten de voorname status van de bewoners als
Heer en Vrouwe van Bergen.
De foto uit 1910 met een deel van de zaal, toont dat de
schilderingen in afzonderlijke vlakken op de wanden waren
aangebracht. Rechts centraal tegen de achterwand een groot
vlak, links daarvan twee smallere stroken. Onder de grootste
schildering staat een gestoffeerde canapé, daarvoor op de parket
vloer, een Perzisch tapijt en een ronde tafel met opengewerkte
kolompoot, van omstreeks 1830. Aan weerszijden van de tafel
twee armstoelen. Rechts vooraan een theetafel gevuld met ser
viesgoed, zilveren mand en theemuts. Uiterst links op de foto
een schoorsteenmantel met hoge spiegel, waarin de weerkaatsing
van fotograaf en hangpetroleumlamp zichtbaar zijn. Op de man
tel een pendule, twee empire kastanjevazen en twee kandelabers.
Daaronder een kachel met haardscherm, doofpot en haardstel.
Rechts van de schoorsteen staat voor de wandschildering, een
De zaal van Huize Kranenburgh
Aan de voorzijde van Kranenburgh lag de meest representatieve
ruimte, de zaal, met tuindeuren uitkomende op het terras. Het
was de Van Reenens er wel degelijk veel aangelegen een voor
name inrichting na te streven. Zo werd deze ontvangruimte
in Kranenburgh vanaf de bouw (1882) en de daarop volgende
jaren door Jacob en Marie op verschillende wijze verfraaid. De
wanden van de zaal werden omstreeks 1909 voorzien van een
serie behangselschilderingen met landschappen, gestoffeerd met
watervogels, afkomstig van het familiehuis van Jacobs moeder,
kasteel Marquette in Heemskerk. Van oorsprong waren de voor
stellingen in 1767 vervaardigd voor de torenkamer van het Slot
De zaal van Huize Kranenburgh met behangselschilderingen van Jan Augustini, ca.
1910. (familiearchief Van Reenen)