Kruideniers (Crudenaers)
zijn nagenoeg verdwenen
WINKELS EN AMBACHTEN IN BERGEN
PIET VIJN
1 in de middeleeuwen gebruikte men het woord 'crudenaer'.
Dit was een handelaar, die naast binnenlandse producten ook
geneeskundige kruiden, keukenkruiden en specerijen uit verre
landen verkocht. Toen de handel met onze koloniën opkwam, en
de in 1602 opgerichte Verenigde Oostindische Compagnie in de
17e eeuw tot grote bloei kwam, groeide het aantal crudenaers dan
ook sterk. In de Statenbijbel uit 1637 komt men al het woord
'kruidenier' tegen in 1 Koningen 10:15 en in Hooglied 3:6.
In de 18e eeuw werd in een wet vastgelegd dat kruideniers
geen geneeskundige artikelen meer mochten verkopen. Toen
Johanna Vermeulen in 1753 haar zaak 'kraemster in coffij, thee
en chocolade' wilde beginnen in Bergen-, had zij toestemming
nodig van 'de Schout en Regenten der vrije heerlijkheijt Bergen'.
Dit gold in die tijd voor vele beroepen. En vier jaar later, toen
Johanna ook nog zout en zeep wilde verkopen, moest zij een
eed afleggen, dat zij zich zou houden aan de regels in handen
van 'Heeren Schepenen commissarissen van des gemene
landsmiddelen der stad Alkmaar', want op zout en op vele
andere producten werden accijnzen geheven.
Pas in 1865 werden alle gemeentelijke accijnzen afgeschaft.
In het begin van de 20e eeuw was de definitie van kruidenier:
'kleinhandelaar in droge levensmiddelen'. Dit in tegenstelling
tot verse levensmiddelen die toen alleen door de bakker, slager
en groenteboer werden verkocht.
Vestigingseisen in de 20e eeuw
In 1929, aan het begin van de grote mondiale economische
crisis, waren er in Nederland, met een kleine acht miljoen
inwoners, ca. 29.000 kruideniers. In de daaropvolgende jaren
steeg dit aantal nog fors, doordat er toen geen vestigingseisen
waren. De Vestigingswet kleinbedrijf 1937, die o.a. een
middenstandsdiploma verplicht stelde, maakte een eind aan de
onbeperkte vrije vestiging.
De Vestigingswet bedrijven 1954 stelde nog meer
bekwaamheidseisen aan ondernemers in de diverse
detailhandelsbranches. Kruideniers gingen aan de studie om
naast het vakdiploma voor hun eigen bedrijf, ook te beschikken
over diploma's vakbekwaamheid voor aardappelen, groenten en
fruit, en voor de kleinhandel in vlees.
In die jaren ging men ook geleidelijk over van bediening
naar zelfbediening. Jan Louter in de Ruïnelaan was de eerste
kruidenier in Bergen die het zelfbedieningssysteem invoerde.
Het was de opmaat tot grote veranderingen. Vanaf de jaren '60
was de groei van de supermarkten in Nederland spectaculair.
Bergen bleef niet achter, want in 1964 vestigden zich hier de
supermarkten van Albert Heijn en B&W en in 1978 supermarkt
Aldi. De 'kruideniers oude stijl' konden zich niet handhaven en
sloten hun deuren. Zo niet het familiebedrijf Kraakman - al
vanaf 1921 in Bergen aanwezig - dat in 1978 overging op de
supermarktformule.
De winkel van Kraakman heeft een lange
houdbaarheidsduur
Wijnand Kraakman, geboren in 1920 op het Woud in Bergen,
vertelde mij dit voorjaar de geschiedenis van het familiebedrijf,
maar ook zijn activiteiten als koorzanger en bridger kwamen
ter sprake. Als 'pater familias' praatte hij trots over zijn zes
kinderen, zestien kleinkinderen en vier achterkleinkinderen.
Deze veelzijdige en bekende Bergenaar is helaas in juli jl.
overleden, 89 jaar oud. Ondanks zijn respectabele leeftijd
konden de klanten hem tot vlak voor zijn overlijden, nog elke
week achter de kassa in de supermarkt aan de Dorpsstraat
aantreffen. Niet omdat het moest, maar omdat hij met volle
teugen genoot van 'onder de mensen zijn'. Zijn vader was
kruidenier en ook hij heeft dit beroep bijna veertig jaar
Vergunning voor Johanna Vermeulen uit 1757.
(Regionaal Archief Alkmaar 'Oud Archief Bergen'!
Vv<li
a r/w>