Q
mts
£3*y£L&
ft
.-, x
Ów.
Jc-é
Y ss
yl'
ARME GEERTRUIJ; EEN MISDAAD EN STRAF UIT DE 18E EEUW
f/j C J Jl a i j-SSVJ ra st n A. S*tu-
1/
t i, Yti ti S
*ÏL.
l
£sr~^
V-7 -
*t- #/k€ étyi'
Strafeis en vonnis
Nadat nogmaals uitvoerig de strafbare feiten worden belicht en
de vrijwillige bekentenis van Geertruij wordt herhaald, volgt
de strafeis, waarbij de straf vooral een afschrikwekkend doel
moet hebben en anderen ten voorbeeld moet stellen. 'Zoo
is 't dat de eischer R. O: uit den naam en van weegens het
Bataaf sche volk op de Confessie van den Gedetineerde en op
Grond van le Art. van het Placaat van de Geweesen Staaten
van Holland en Westvrieseland in dato 19 maart 1614 Eisch
doende Concludeerd, dat de Gedetineerde bij Sententie van dit
Committe zal worden gecondemneerd, om gebragt te worden
ter plaatse, alwaar men alhier gewoon is Crimineele Justitie te
doen, en op een schavot door den scherpregter strengelijk met
roeden te worden Gegeeseld, en daarnaar gebrandmerkt, en
voorts gecondemneert in de kosten en misen van Justitie, off tot
anderen etc:
(Get) Jt Ivangh, Bailluw
De eis van de baljuw was duidelijk, maar voor de zekerheid
werden in Alkmaar toch enkele rechtsgeleerden om een advies
over de juiste strafmaat gevraagd. Deze heren: D. Rooleeuw,
L. Epie en J.C. du Tour adviseren de baljuw op 6 november
1789 het volgende: Het geselen met roeden op het schavot bij de
Ruïnekerk blijft gehandhaafd, maar in plaats van brandmerken
wordt gedacht aan verbanning van de verdachte uit het gewest
Holland en Westfriesland voor de tijd van zes jaar; waarbij
eerdere terugkeer tot een zware straf zal leiden. Gehandhaafd
blijft het meebetalen aan de kosten van het proces.
En zo gebeurde het: Geertruij werd, ongetwijfeld onder grote
belangstelling, gegeseld op het schavot vlak bij de Rüinekerk en
daarna het gewest uitgezet. Ach, zwerven had ze toch haar hele
leven al gedaan, voor haar veranderde er niet veel.
Bron: Oud-rechterlijk en Weeskamerarchief Bergen 1580-1816,
inv.nr. 2145
Mevrouw M. van Reenen-Völter schrijft in De Heerlijk
heid Bergen in woord en beeld dat er in 1809 voor het
laatst in Bergen een dief in het openbaar gegeseld en
gebrandmerkt is. Daarna werden ook de galg en het
schavot verwijderd.