Leven en werken aan de Hoopweg DE STRAAT WAARIN WIJ WONEN ii'KCTW -Nt] KORNEEL DE KORT - MIN k werd geboren in een huis aan de Hoopweg te Bergen. Vandaag de dag woon ik daar nog steeds met mijn echtgenoot Kees de Kort. Ook onze beide zonen Hjalmar en Michiel werden in deze woning op nr. 8 geboren. De Hoopweg is voor mij een plek die ik moeilijk verlaten kan. Mijn ouders lieten dit huis in 1926 bouwen tegenover de boerderij die toen al niet meer in bedrijf was. Het nog onbebouwde terrein was een stuk bosgrond dat zich uitstrekte tot aan de Natteweg. De Hoopweg was een zandweg met hier en daar wat gruis. Er zijn zelfs afbeeldingen van een hondenkar rijdend in zandsporen. Aan het eind van de Hoopweg, op de hoek van de Dorpsstraat, was het dorpscafé, 'café Nieuwendijk', heel vroeger café 'De Hoop' en nu 'De Oude Herberg'. Rond het café was veel ruimte voor koetsen en paarden; bovendien was er een inrijstal. Vooral op zondag was dat heel indrukwekkend omdat de kerkgangers van de Petrus en Pauluskerk aan de Dorpsstraat dan gebruik maakten van die inrijstal. Bij slecht weer moesten paard en koets in de stal blijven. Na de dienst reden paard en koetsier via de Hoopweg weer naar buiten. Dat was een prachtig en voornaam gezicht. Nog lang bleef die inrijstal in gebruik, totdat de auto de plaats van koets en paard innam. Café Nieuwendijk was ook belangrijk in de Pinkstertijd. Men hield dan Pinkster-Drie. De zwagers van moeders kant knoopten dan een avond borrelen aan de pinksterdagen vast. Verder zag je ze daar het hele jaar niet. In het café werden vaak kaartspelen georganiseerd en vooral in de kermistijd was het er een drukte van belang. De verlichtingsavond in de maand augustus was ook in die tijd zeer populair. Van heinde en verre kwamen de bezoekers naar Bergen om te genieten van het lichtfeest. Veel bewoners in de nabijheid van het centrum organiseerden een fietsenstalling in hun tuin, 10 cent per fiets. Het was een leuke bijverdienste en hoe dichter je bij het centrum kwam, hoe hoger de tarieven. Behalve die fietsenstalling verhuurden de bewoners aan de Hoopweg ook hun huis aan gasten. Zelf betrok men dan een kleine kamer en bracht daar de zomer door. Een beetje benauwd was dat wel: vader, moeder en de kinderen in zo'n kleine ruimte. Soms moest de keuken met de gasten worden gedeeld. Natuurlijk waren er ook veel leuke momenten. Als gasten met hun hele gezin naar Bergen kwamen, was er altijd wel een vriendinnetje om mee te spelen of ervaringen mee uit te wisselen. Het waren altijd lange, warme zomers, maar zelf met vakantie gaan, daar dacht met toen niet aan. Tussen Hoopweg nr. 1 en nr. 3 stond het 'spekhok'. Dit was een gebouwtje dat misschien alleen nog in de herinnering van oudere Bergenaren voorkomt. Het was een soort cachot waarin criminelen en dronkelappen werden opgesloten. Sommige delinquenten groeven zich door de lemen vloer naar de vrijheid. Het laatste gietijzeren straatnaambordje, gefotografeerd door Trees Bruinsma. (Fotoarchief gemeente Bergen) Het karrenspoor bij Hoopweg 15

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2009 | | pagina 31