ft-OifflCLlff 10r)K6R >tt ttot is- V>ct qclccri Jat tc ^llkmaar, na cnic[c jarcn van iwrbereiMnq, -^ijn arbciJ als toonkunstenaaro cn koordirigent aanving. be rje&Ijerv. Or^l"or'utn0ercentain5,^ b)ol- Oameskoor ~ff\a\f TJuf on !)et 'V i*- 0ameskoor_y3ccordando, alio boyjlkmaar^ ^anqlusf bo jS'tnb jPancras, bot XHotot- on (TtaJriqaal TTroutocnliOor-j en be Koorvorecniging. beide bo öorgon §•- en be jE^ijkskivecHsc^ool bo yg 1km aar, -j; Jubilea -f- ctjoorl's 0emenqc> Koor bo jScboorl, f c'y Bladzijden uit het jubileumboek bij het 25 jarig jubileum van Cornelis Jonker op 16 juli 1947. Klaas ertoe aan een kinderkoor op te richten. In die twaalf jaar leert Klaas zijn leraar kennen als een zeer muzikaal man met een uitstekend gehoor, ambitieus, niet gemakkelijk, een dirigent die een goede basis creëert door de muziek met grote precisie in te studeren. Hij is geen pedagoog pur sang, regeert met straffe hand, hij duldt geen desinteresse en uit zich vaak zo cynisch dat daardoor ook vijandschappen ontstaan. Alles staat in het teken van zijn ambitie. Die verwezenlijkt hij behalve in concerten, waarbij de Matthaus Passion een speciale plaats inneemt, eveneens op concoursen. Met minder dan de eerste plaats is hij niet tevreden. Als Cornelis thuis gasten heeft laat hij Klaas komen om voor de gezelligheid jazz te spelen op de piano. Zo ontstaan er tevens nuttige contacten voor de carrière van Klaas, die daarnaast ook profiteert van de zakelijke kwaliteiten van zijn leraar. Als hij Cornelis vraagt wat voor salaris hij bij een koor moet vragen, geeft die hem de volgende raad: werk een maand gratis, na die maand wil het koor je niet meer kwijt en dan kun je eisen stellen... Hij is blijvend geïnteresseerd in het zakelijk wel en wee van zijn meest begaafde leerling. Cornelis Jonker houdt altijd afstand tot zijn koorleden. Een glas na afloop drinkt hij alleen met het bestuur. Voor de leden, hoe lang hij ze ook kent, blijft hij ook altijd meneer Jonker. Ook voor Klaas is hij in 50 jaar nooit Cornelis of Kees geworden maar altijd meneer Jonker gebleven. Een andere kant van zichzelf laat de leermeester zien als Klaas naar het conservatorium gaat. Jonker gaat met hem mee en laat zich als een geïnteresseerde vader informeren door de docenten. Je zou kunnen zeggen dat Cornelis Klaas behandelde als de muzikale zoon die hij misschien graag zelf had willen hebben. Terugkijkend realiseert Klaas zich dat zijn leraar hem door zijn voorbeeld een norm heeft gesteld, daaraan conformeerde hij zich bewust of week hij er bewust van af. Op 16 juli 1947 viert Cornelis zijn 25-jarig dirigentenjubileum. De koren waarvan hij dirigent is, organiseren gezamenlijk een feest via een Comité tot Huldiging, gesteund door een Erecomité van Musici (voorzitter Jac. Bonset, erevoorzitter Fred Roeske en Niko Akkerman, zijn assistent bij de Alkmaarse Oratorium Vereniging) en een Algemeen Erecomité (voorzitter prof. mr. A. Koelma, de burgemeester van Alkmaar, leden uit Bergen onder andere Matthieu Wiegman, Charley Toorop en M.E. baronesse Taets van Amerongen-van Reenen). Hij ontvangt daarbij een uniek boekwerk waarin al zijn koren zijn opgenomen, elk voorzien van een paar notenbalken uit een passend muziekstuk met een miniatuur in kleur, een foto van het koor en de namen van de leden, alles superbe gekalligrafeerd door iemand die zijn kunstwerk jammer genoeg niet heeft gesigneerd. De Koorvereniging Bergen vraagt Cornelis om voor het 50-jarig jubileum in 1969 het jubileumconcert te verzorgen, een uitvoering van Die Schöpfung van Haydn. De dirigent stelt een zakelijke eis: dan moeten er wel 100 leden zijn. Het koor werft net zo lang tot het vereiste ledental is bereikt. Het concert vindt pas in 1972 plaats. Het is zo'n succes en het koor is over de dirigent dermate tevreden dat men hem vraagt in vaste dienst te komen. Maar daar heeft hij het te druk voor. Hij schuift zijn repetitor naar voren: Pieter-Jan Olthof, zoon van de voorzitter van een van zijn koren. Het is een gouden greep, Pieter-Jan dirigeert het koor nu nog steeds. Het einde In 1981 wordt Cornelis weer gehuldigd, nu ter gelegenheid van zijn 80ste verjaardag. Niet lang daarna gaat hij na het werken in de tuin zitten in zijn stoel. Hij staat niet meer op en wordt de volgende morgen door zijn dochter gevonden. Een groots afscheid nemen de velen die hij muziek in het leven heeft verschaft. De crematie vindt in kleine kring plaats. Beli blijft niet in het grote huis in Schoorl wonen, maar vertrekt naar een tehuis. Haar dochters eren haar in 1993 met een grote tentoonstelling, die in samenwerking met de Gemeente Bergen in het gemeentehuis wordt georganiseerd. Wat haar in het tehuis tegenvalt, is dat ze er onvoldoende ruimte heeft om te schilderen, want ze blijft actief in haar kunst. Er wordt daarom een atelier voor haar gecreëerd in een van de kelders. Daar blijft ze werken tot ze in 1995 overlijdt. Dankzij Cornelis is het koorleven in de regio op een hoger plan gekomen. Wie in die tijd onder hem gezongen heeft, herinnert zich zijn bekwame en muzikale leiding. Beli's werk wacht op een publiek dat de schilderes zelf nooit heeft gezocht. Vrijwel haar gehele oeuvre berust bij de familie. Die kijkt uit naar een uitnodiging voor een overzichtstentoonstelling. (De citaten over en van A. Roland Holst zijn afkomstig van de webside van Thera Coppens: www.historisch-toerisme-bureau.nl'

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2009 | | pagina 26