WINKELS EN AMBACHTEN IN BERGEN De eerste en de beste klant van bakker Hendrik Dijs Mevrouw F.J. Leijsen-Dijs (voor de oudere Bergenaren Inie Dijs) woont nu in Schoorl. Zij is in 1926 geboren in Bergen als vierde en 'nakomertje' in het gezin. Zij vertelt graag over haar jeugdherinneringen uit de periode dat haar ouders een brood- en banketbakkerij hadden aan de Dorpsstraat 11, schuin tegenover de katholieke kerk. Haar vader Hendrik Dijs (1884- 1961) en haar moeder Anna Veltwijk (1882-1937) waren geen Noord-Hollanders toen zij hun bedrijf in Bergen begonnen. Op mijn vraag, hoe een jonge ondernemende vakman ertoe kwam om in 1908 in een klein dorp, waar al vier broodbakkers waren, een nieuw bedrijf te starten, gaf Inie een duidelijk verklarend antwoord: Zowel mijn vader als mijn moeder hebben hun jeugdjaren in het midden van het land doorgebracht, zij woonden in Baarn. Mijn vader kwam niet uit een bakkersgezin, maar leerde het vak bij zijn oom en kon zich in die periode ook bekwamen als bakker op de kazerne, waar hij zijn dienstplicht moest vervullen. Toen hij in 1908 als vierentwintigjarige jonge bakker in Bergen met zijn eigen zaak begon, was hij nog niet getrouwd. Mijn ouders trouwden in 1909. Eén van de schoolvrienden van mijn vader, waar hij ook daarna contact mee bleef houden, was Frits Zeiler (1880-1944) eveneens een jongen uit Baarn. Die had na vele jaren werkervaring in grote Europese hotels in 1907 serieuze gesprekken met het echtpaar Wan Reenen over de vestiging van een hotel-restaurant in Bergen aan Zee. Nog datzelfde jaar startte hij daar café-restaurant Nassau met één logeerkamer. Maar dat was slechts een begin. Er waren ambitieuze plannen om er iets groots van te maken. Frits Zeiler adviseerde mijn vader om naar Bergen te komen, want daar lag de toekomst, daar kon geld worden verdiend! Hij gaf indertijd niet alleen dit advies aan zijn vroegere schoolvriend en plaatsgenoot, maar deed ook een belofte. Als Hendrik in Bergen zou beginnen, dan mocht hij brood, koek en gebak leveren aan hotel Nassau-Bergen. De groei van het hotel was voor die tijd spectaculair. Reeds in 1909 vond er een uitbreiding plaats naar 36 kamers. In 1913 was het hotel voltooid, het telde toen 77 kamers met 110 bedden Vele eeuwen waren met de hand uitgestoken houten koekenplanken gereedschap voor de bakker. In de figuren drukte hij het deeg (vaak speculaas) en sneed het bij de plank af. Bij het omkeren vallen de prenten op de bakplaat. (Foto: Piet Vijn (uit de bakkerij van zijn vader)). en beschikte over een eetzaal voor 200 personen. Het was een internationaal hotel geworden voor families uit 'de eerste kringen'. Toen mijn vader in 1908 startte had hij dus in ieder geval één klant, en wat voor een! Zijn vakmanschap stond borg voor kwaliteitsproducten. Dat moest wel, want vriend Frits stelde hoge eisen. Al snel verwierf hij zich een goede naam bij steeds meer Bergenaren, pensions en horecabedrijven, die eveneens tot zijn vaste afnemers gingen behoren. Van 1943 tot voorjaar 1943 moest ons gezin, zoals zoveel andere Bergenaren het dorp verlaten. Niek Baltus, die vanaf mei 1943 bij mijn vader in de bakkerij kwam werken, kocht een jaar later het bedrijf. Bakker Dijs en bijna alle 'warme bakkers' uit de eerste helft van de vorige eeuw, bakten o.a. krentenbroden en tulbanden in vele variaties. Berger duintjes, weesper moppen, sprits en speculaasjes waren populaire koekjes. In de maanden november en december had de bakker het druk met het bakken van taai en speculaaspoppen in allerlei maten. Die werden met behulp van prachtig uitgesneden planken gemaakt. Dat is verleden tijd. De koekplanken worden nu aangeboden op 'marktplaats.nl' en hangen vaak als decoratie in de woningen. Opkomst van de supermarkten In de periode van 1950 tot 2000 is de broodconsumptie in Nederland afgenomen van gemiddeld 80 naar 60 kilogram per jaar, per persoon. De oorzaak is de verkrijgbaarheid van steeds meer alternatieve levensmiddelen door een toename van de welvaart. Vanaf de jaren zestig begon de overgang van kruidenierszaken met (zelf)bediening naar supermarkten voor voedingsmiddelen met vele verse producten en huishoudelijke artikelen. De trend 'one-stop-shopping' nam steeds grotere vormen aan, met als gevolg een omzetverschuiving ten koste van de groenteman, kruidenier, slager en de bakker. Supermarkten betrekken brood en banket producten van industriële en/of eigen bakkerijen. In 1960 waren er nog ca. 10.000 brood en banketbakkers (midden en kleinbedrijven), bij de eeuwwisseling ca. 3200 en nu is het aantal al onder de 2400 gekomen. (Veel van deze bedrijven hebben twee of meerdere winkels. De verkrijgbaarheid ligt dus aanmerkelijk hoger.) In Bergen daalde het aantal bakkers van veertien in 1960 naar vier in 2000. Deze daling van 70 ligt volkomen gelijk met de landelijke ontwikkeling. Supermarkten in Bergen.... niet zonder gevolgen De Zaanse kruideniersmoloch Albert Heijn startte in de zomer van 1964 met een supermarkt aan de Breelaan in Bergen, nog hetzelfde jaar gevolgd door B W met een supermarkt aan het Plein, en in 1978 door de Aldi. AH had daarvoor ook al een zelfbedieningszaak in Bergen. Voor de toen nog tien aanwezige broodbakkers en voor andere bedrijven in de levensmiddelensector had dit ingrijpende gevolgen. De kruideniers P. Oud, Stationstraat 19 en J. Louter, Ruïnelaan 4 zagen zich genoodzaakt hun zaken te sluiten. De melkwinkel van H. Vonk, Oude Prinsweg 5, werd opgeheven. Slager Cor Hoogvorst, Kerkstraat 11, beëindigde zijn bedrijf en werd chef van de slagerijen van de B W supermarkten in de regio. Ook de deuren van de groentezaak van K. Vink, Karei de Grotelaan 20, en van de drogisterij van H. Klaasen, Kerkstraat 4, werden voorgoed gesloten.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2009 | | pagina 19