WINKELS EN AMBACHTEN IN BERGEN Drie generaties Buisman hebben in Bergen het bakkersberoep uitgeoefend. Op de foto uit 1918 staan voor de bakkerij, Molenstraat 14,3e van links, Wim Buisman Sr, in de deuropening zoon Jan met zijn vrouw, het jongetje in matrozenpak is kleinzoon Wim. (Foto uit de collectie Piet Mooij). Een broodbakker moest het in de nacht verdienen Broodbakker was omstreeks 1900 één van de zwaarste ambachtelijke beroepen in ons land. Er moest veel 's nachts worden gewerkt om in de vroege ochtend vers brood te hebben. Alleen arme mensen kochten oud brood, want dat was goedkoper. Elke morgen tussen zeven en acht uur sjouwden de bakkersknechten en vaak ook de kinderen uit het bakkersgezin met hun kar, in weer en wind, langs de huizen. Uren daarvoor had de bakker het deeg en de broden gemaakt in verschillende variaties, zwetend en slaapdronken door de hitte van de oven en zich vaak haastend om de bakproducten op tijd gereed te hebben. Machines om de arbeid te verlichten waren toen niet of slechts beperkt aanwezig. Een man die in het begin van de 20ste eeuw probeerde de nachtarbeid in de bakkerijen door middel van wetgeving af te schaffen, was ds. A.S. Talma. Deze dominee werd parlementslid en in 1908 minister van Landbouw, Nijverheid en Handel (waaronder ook sociale zaken vielen) in het kabinet Heemskerk. Het lukte deze strijder voor betere arbeidsomstandigheden toen nog niet om de conservatieve meerderheid in de Kamer te doorbreken. Vele jaren heeft de nachtarbeid nog voortgeduurd. Uit eigen ervaring gesproken.... 'Mijn vader, Hendrikus Vijn, geboren in 1900, was de oudste van een groot bakkersgezin in Medemblik. Na zijn schooltijd is hij bij zijn vader in het bedrijf gekomen, waar hij tot in 1929 heeft gewerkt. In 1924 waren zijn ouders 25 jaar getrouwd en dat werd met een groot feest tot middernacht gevierd. Na slechts één uur rust stonden hij en zijn jongere broer Johan alweer in de bakkerij. In die tijd bestond het bij kleine zelfstandigen niet, om een dag het bedrijf te sluiten, of om bij speciale gelegenheden personeel in te huren! Uit de verhalen weet ik maar al te goed hoeveel werk er verzet moest worden om met een brood, koek en beschuitbakkerij en veel concurrentie 'een goede boterham' te verdienen en er nog spaargeld aan over te houden. Het lukte mijn vader. In oktober 1929 trouwden mijn ouders en startten zij een eigen brood en banketbakkerij in Bergen. Vader stond in de bakkerij en moeder (zo van de boerderij uit Westwoud) beheerde de winkel. Nog heel veel jaren heeft mijn vader zes dagen en zes halve nachten in de week gewerkt om ervoor te zorgen dat de pensionbedrijven en de Bergenaren vanaf zeven uur in de morgen over vers brood konden beschikken. Zondagmiddag was hij alweer bezig om de temperatuur van de oven op peil te brengen voor de nieuwe 70 a 80 urige werkweek. Die dag werd, als hij niet door slaap werd overmeesterd, ook vaak benut om de administratie bij te houden. Bakkers-kettekar; schilderij van Waalko Jans Dingemans (1873-1925). (foto: Galerie Egnatius, Tholen).

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2009 | | pagina 17