Het verschil tussen de zomertram (links) en wintertram (rechts) maakt duidelijk dat de lijn alleen nog in de zomermaanden rendeert, (foto: archief Piet Mooij)
in Nederland waarop nog personenvervoer plaatsvindt. De
andere lokaalspoorlijnen zijn wegens grote exploitatietekorten al
opgeheven.
Op drukke zomerdagen wordt er een halfuursdienst
tussen Alkmaar en Bergen aan Zee gereden. Een tramstel
bestaat dan uit negen personenrijtuigen (goed voor ongeveer
900 passagiers) en één bagagewagen. Gedurende het
Pinksterweekeinde van 1933 worden er per spoor ruim 17.000
passagiers naar en van Bergen aan Zee vervoerd.
Het verval
Waar de winst op het traject naar Bergen aan Zee in de jaren 1924
tot en met 1933 nog jaarlijks tussen de 10.000,- en ruim
12.000,- schommelt, loopt deze in de jaren daarna sterk terug.
In 1934, het jaar waarin de lijn Alkmaar - Egmond aan Zee
wegens onvoldoende opbrengsten wordt opgeheven, komt de
winst al niet meer boven de 10,000,- uit om vervolgens te dalen
tot nog slechts 2.600,- in 1937.
Op de lijn naar Bergen aan Zee wordt gedurende de
winterdienst van 1933/1934 duidelijk merkbaar dat er stevig
moet worden bezuinigd. De stoomlocomotieven worden dan
vervangen door motorwagens van het type omC. Bij ouderen
onder ons nog wel bekend onder de volksnaam 'Ome Ceesje',
vernoemd naar de hoofdpersoon uit een destijds populair
radiohoorspel. Zo'n 'Ome Ceesje' kon 70 passagiers vervoeren
en reed vijf keer per dag naar Bergen aan Zee. Alleen 's morgens
om half acht reed er die winter nog een stoomtram naar zee.
In 1937 wordt er voor het eerst openlijk over opheffing van
de lijn naar Bergen aan Zee gesproken. De Bergense journalist
Dirk Klomp heeft uit betrouwbare bron vernomen dat de
NS overweegt om de dienstregeling op Bergen aan Zee stop
te zetten en hij licht burgemeester Van Reenen hierover in.
Vanzelfsprekend komen gemeenteraad en VW tegen deze
plannen in verzet. Men stelt in een brief aan de NS directie dat
Bergen en Bergen aan Zee niet zonder de stoomtramverbinding
kunnen. Sterker nog, een verbetering van het materieel op de lijn
en een betere dienstregeling zou zelfs tot een intensiever gebruik
van het spoor leiden. Bovendien is men van mening dat het
alternatief - vervoer per autobus - onvoldoende capaciteit biedt.
Vooral op hoogtijdagen als bijvoorbeeld het bloemencorso in
1934, een dag waarop 16.000 passagiers op de lijn werden geteld.
In haar antwoord stelt de NS directie dat opheffing
nog niet direct aan de orde is, maar bij een aanhoudend
exploitatietekort op termijn onontkoombaar zal zijn. Over de
zomermaanden heeft men geen klagen, dan brengt de lijn nog
voldoende geld op, maar vooral de wintermaanden zijn een
probleem. De eigen bevolking maakt nauwelijks gebruik van
de spoorverbinding. De onrust over een eventuele ophef ebt
wat weg, maar na de Tweede Wereldoorlog overweegt de NS
serieus om het personenvervoer op Bergen aan Zee niet meer te
hervatten.
Desondanks is er op 3 juni 1946 toch weer een
feestelijke 'eerste rit' met passagiers naar Bergen aan Zee. Op
station Bergen wordt 'Bello' enthousiast door het publiek
ontvangen. Het stationsplein en perron zijn overvol wanneer
onder meer de journalist, schrijver en voorzitter van het VVV
Dirk Klomp een toespraak houdt. De Bergense schoolkinderen
krijgen een gratis retourtje Bergen aan Zee aangeboden.
Het materieel waarmee na de oorlog op de lijn
gereden wordt, is een allegaartje van elders overgebleven
en teruggevonden rijtuigen. Berucht zijn vooral in de
zomermaanden de zogenaamde 'kunstmoeders', rijtuigen
waarvan de ramen niet open kunnen. In oktober wordt ook de
winterdienst op Bergen aan Zee weer hervat, al is deze wel zeer
beperkt.
Op 3 juni 1946 gaat ervoor het eerst sinds de oorlog weer een passagierstram
naar Bergen aan Zee. Dirk Klomp spreekt op station Bergen de menigte toe.
(foto: archief Piet Mooij)