Herman Plomper
Verhuizen was zijn vak,
verzamelen zijn passie
Ten geleide
De woorden 'Bergen' en 'kunst' worden vaak in één adem
genoemd. En terecht, zoals we kunnen zien wanneer
we teruggaan in het verleden. Aan het einde van de
negentiende eeuw zochten diverse kunstenaars in Europa
de natuur op om het leven in de stad, waar de gevolgen
van de industrialisatie zoveel veranderingen met zich mee
hadden gebracht, te ontvluchten. Deze jonge idealisten
hoopten een andere wereld te kunnen scheppen met behulp
van de natuur. In Nederland waren het voornamelijk de
dorpen Laren, Blaricum, Domburg en Bergen waarheen zij
trokken. Over deze kunstenaars schreef Matthieu Wiegman:
Als vogels zijn zij in Bergen neergestreken, aan de rand van
het schone dorp. Zij wilden de ruimte zien, want de ruimte
is hun domein.
Reeds aan het begin van de twintigste eeuw
kwamen de schrijvers Herman Gorter, Adriaan Roland
Holst en C.S. Adama van Scheltema vanuit deze gedachte
naar Bergen. Ongeveer tegelijkertijd arriveerden de
beeldhouwer Tjipke Visser en de schilders Jan Bleijs en J.M.
Graadt van Roggen. Een paar jaar later vestigde een groep
jonge schilders rondom Leo Gestel zich hier eveneens. Als
eersten kwamen Dirk H.W. Filarski en Arnout J.G. Colnot,
via de Alkmaarse schilder Dirk Smorenberg, hier terecht,
waar zij, na enkele omzwervingen in het dorp, opgevangen
werden door de industrieel August Maschmeijer. Hij bood
hen woon- en werkruimte in een boerderijtje aan de Oude
Bergerweg. Ook verbouwde Maschmeijer een oude schuur
tot een tentoonstellingsruimte: 'De Kunst-tempel'.
Vooral na de komst in 1916 van de vermogende
kunstverzamelaar Piet Boendermaker ontwikkelde Bergen
zich tot een echt kunstenaarsdorp. Ook Boendermaker
wist kunst op de juiste waarde te schatten en wilde de
veelal armlastige kunstenaars graag helpen. Zijn huis 'De
Klomp' aan de Loudelsweg werd een ontmoetingsplaats
voor velen van hen. Mede door Boendermaker kon de
kunstenaarskolonie uitgroeien tot de zogenaamde 'Bergense
School'.
Een derde kunstliefhebber, de aan de Nesdijk
wonende journalist Dirk Klomp, organiseerde in 1931 een
tentoonstelling in de kort daarvoor door de stichting Bio-
Vacantieoord aangekochte villa Russenduin in Bergen aan
Zee. In het kader van de feestelijkheden omtrent het 25 jarig
bestaan van Bergen aan Zee, was er op deze tentoonstelling
werk te zien van in Bergen wonende en werkende
kunstenaars, te weten 29 schilders, 14 schrijvers en 2
componisten. In het voorwoord van de catalogus schrijft
Dirk Klomp: 'Mede door den arbeid van de kunstenaars
is Bergen aan de vergetelheid ontrukt geworden, met het
gevolg meer welvaart voor velen en verhooging van het
levensgeluk van duizendenVerrijkt u met de resultaten
van hun innerlijk leven maar draagt ook voor zoover u
dat mogelijk is, door het doen van aankoopen, bij aan
de vermeerdering van het levensgeluk der kunstenaars.
Wanneer Dirk Klomp in 1943 zijn bekende boek In en om
de Bergensche School schrijft, wonen er al tenminste 42
schilders in Bergen. Ook Dirk Klomp zelf koopt geregeld
werk van plaatselijke kunstenaars aan.
In themanummer zeven van de Bergense Kroniek, De
familie Maschmeijer en Zuilenhof, februari 2008, schrijven
Herman Gelens en Bob van de Graaf: 'De aandacht voor
de kunsten was een activiteit van Maschmeijer die niet
door zijn nazaten werd voortgezet. Gelukkig namen
Piet Boendermaker en Dirk Klomp de vaan over. Zou de
Bergense School zonder de initiatieven van Maschmeijer
zijn ontstaanDe gemeente prof teert nog steeds van het
imago als kunstenaarsdorp dat kort na de eeuwwisseling
van 1900 ontstond'. Toen ik dit las, verwonderde ik mij
erover dat zij de naam Plomper onvermeld lieten. Zijn
naam hoorden wij immers meteen toen wij in 1974 in
het oude huis van Dirk Klomp aan de Nesdijk kwamen
wonen. Volgens ingewijden moesten we deze bijzondere
man vragen ons te verhuizen. Twee keer heeft hij ons
van de ene naar de andere plek gebracht. Het waren
prettige ontmoetingen en ook daarna heb ik hem, de
kunstliefhebber en verzamelaar, met interesse gevolgd. Ik
ben blij dat ik hem nu zijn welverdiende plaats in het rijtje
van begunstigers van de Bergense kunst: Maschmeijer,
Boendermaker, Klomp en, vanaf nu dus ook, Plomper kan
geven.
MARIA SMOOK-KRIKKE