<-^/cAra.y Jrfaé yiyy
HET TWEEDE EEUWGETIJ VAN BERGENS KERKVERWOESTING
Hiermee sluit Kok zijn Geschiedstuk af. Indien er 'nog iets
wezentlijks onaengeroerd gebleven zij, men wij te het mijne
onbedrevenheid, in zaeken van dien aert als deze dat ik niet
aen alles, wat bier nodig was, gedacht hebbe. Maar', zo besluit
hij, 'dat ik in alles de Waerheid gezocht en zoo veel ik konde
gesproken hebbe, daervan dmv' ik U[te] verzekeren.
Toepassing
Tot slot komt Kok in zijn Toepassingde duiding van de
kerkverwoesting als een 'Werk van Jehovahtot de slotsom
dat deze daad ons ter lering kan strekken. Het zware lot
'Uwe Voorouders weleer bejegend, mag U opleiden, om te
treuren over zulk een zware berovingTot slot geeft Kok
echter een positieve draai aan de dramatische gebeurtenis:
'Het moet Uw doch teffens, uit aenmerking van den Staet,
waer in Gij thans leefd, tot blijdschap en dankbaarheid aan
God opsporen; Ge ziet immers het verwoeste Godshuis Uwer
Voorouders voor een aenmerkelijk deel herbouwdal is het
dan niet in een uiterlijke Luister die kan opwegen legen die
der vorige Kerk, het is toch bekwaem genoeg ter Oeffening
van Uwen Godsdienst'. Bovendien was de kerk sindsdien van
verwoestingen gevrijwaard gebleven waardoor de Bergcnaren
alle vrijheid en gelegenheid hadden om 'Hem te aenbidden in
zijnen Tempel'. Dat er 25 jaar later voor de tweede maal zeer
roerige tijden voor de Ruïnekerk zouden aanbreken kon Kok
natuurlijk niet bevroeden!
De handtekening van dominee Andreas Kok.
De betekenis van het 'Tweede Eeuwgetij'
Andreas Kok heeft met zijn gepubliceerde gedenkrede
een prestatie van formaat geleverd. Dankzij nauwgezet
onderzoek, het nauwkeurig onderscheiden van 'feiten'
en 'gissingen' en na raadpleging van een groot aantal
geschiedkundige werken, was hij in staat om een
gedetailleerd beeld te schetsen van de 'opkomst, ondergang
en herrijzenis' wan de kerk van Bergen geplaatst binnen
de bredere context van de historische ontwikkelingen. Wc
mogen de erudiete Kok dankbaar zijn voor het vele werk
dat hij hiervoor verzet heeft en hem de eer geven die hem
toekomt: schrijver van het eerste belangrijke geschiedkundige
werk over de Heerlijkheid Bergen en haar kerk.
De Ruïnekerk omstreeks 1925
(Foto: Bergensche Kunsthandel).
Geraadpleegde Literatuur
Het tweede Eeuw-Geti| van Bergens Kerkverwoesting. gevierd in het herbouwd' kerkkoor
aldaer, op den XXIsten van sprokkelmaend. des jaers MDCCXXIII. met eene leerreden
over Psalm XLVI vers IX. door Andreas Kok, Predikant te Bergen [Gedrukt] te Alkmaar bij
de Weduwe Jacob Maagh en Zoon. 1774. Exemplaar aanwezig in de bibliotheek van het
Regionaal Archief Alkmaar
De Heerlijkheid Bergen in woord en beeld, door M.van Reenen-Vólter Tweede uitgebreide
druk. 1948
Hoog en vrij, schetsen uit de geschiedenis van de heerlijkheid Bergen tot 1798. F. D Zeiler.
Uitgeverij Pirola. Schoorl. 1986
De Ruïnekerk van Bergen. J.J. Schilstra Uitgave van de Kerkvoogdij Hervormde Gemeente
Bergen NH, 1988
Kerken in de Heerlijkheid, F D. Zeiler. Uitgeverij de Coogh. Bergen, 1999