j van Bergens Kerkverwoesting I Het tweede eeuwgetij FRANK VAN WIJK In 1774 verscheen bij de Alkmaarse stadsdrukker Jacob Maagh en Zoon een bijzonder boek werk van de hand van de Bergense predikant Andreas Kok, getiteld: Het tweede eeuwgetij van Bergens Kerkverwoesting. In het onderstaande artikel gaan we nader in op de inhoud en betekenis van dit belangwekkende boek dat een eerste mijlpaal vormt in de geschiedschrij ving van het dorp Bergen en zijn kerk. Ook aan de schrijver besteden we aandacht: wie was Andreas Kok en wat bracht hem tot deze opmerkelijke publicatie? De schrijver Andreas Kok werd in 1739 te Alkmaar geboren als zoon van de Alkmaarse stadsbode Andreas Kok senior en Maria de Koning. In 1756, op zeventienjarige leeftijd, ging hij theologie studeren aan de Leidse universiteit. Na zijn afstuderen werd hij op 3 april 1763 als proponent beroepen naar Bergen, en op 26 juni van dat jaar door de Alkmaarse predikant ds. Cornelius Stuurman in het ambt bevestigd. Tot 1775 was Kok predikant te Bergen. Nadien werkte hij nog gedurende kortere perioden als predikant in Winkel, Durgerdam, Beemstcr en Deventer. Vanaf 1782 'stond' hij in Utrecht, alwaar hij kort na zijn emeritaat in 1814 overleed. Zijn veruit belangrijkste publicatie verscheen echter gedurende zijn Bergense periode, een jaar voor zijn vertrek naar Winkel en daar zullen wc ons in dit artikel op richten. De aanleiding voor het boek In 1774, om precies te zijn op 21 februari van dat jaar, was het exact tweehonderd jaar geleden dat de oude Petrus- en Pauluskerk van Bergen door brand verwoest werd. Die gebeurtenis greep Kok aan om een leerrede te houden met als oogmerk 'een volledige beschrijving van Bergens' Kerk en Kerkstaet in vorige tijden, zoo verre mij dit mogelijk was' te geven. Om zijn rede te onderbouwen verrichtte Kok uitgebreid onderzoek. Dat leverde zoveel gegevens op dat deze met geen mogelijkheid een plaats konden krijgen in een betoog van een uur. Mede aangespoord door 'de aenradingen van veelen' besloot Kok daarom tot publicatie over te gaan. Het boek dat in hetzelfde jaar in Alkmaar verscheen, na goedkeuring van de Classis van Alkmaar 'wat het theologische betreft', droeg Kok op aan Willem Lodewijk Graaf van Nassau, Vrijheer van Bergen. Bi Rij ENL V J' -***%* 1 y .Al i 4,,-^ i CKAENF Fl kCfC N V V" Het centrum van Bergen rond de Ruïnekerk, getekend door Adriaen Anthonisz in 1568. Dankzij het uitgebreide speurwerk van Andreas Kok is Het Tweede Eeuwgetij veel meer geworden dan slechts een gedrukte preek. Kok toont zich een gedegen historicus die uitvoerig bronnenonderzoek heeft verricht en zorgvuldig onderscheid weet aan te brengen tussen feiten en 'gissingen'. Degenen die hem bij zijn onderzoek terzijde gestaan hebben, waaronder aenzienlijke Oudheidsminnaers uit het naburig Alkmaer', dankt hij in het voorwoord nadrukkelijk voor de hulp. De ongetwijfeld met veel moeite en volharding vergaarde informatie verwerkte Kok in een groot aantal voetnoten. Mede hierdoor kennen we bijvoorbeeld de inhoud van intussen verloren gegane documenten. Dat dit de waarde van zijn boek nog aanmerkelijk verhoogt, behoeft nauwelijks

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2008 | | pagina 4