Interview met Piet Bijwaard TREES BRUINSMA iet Bijwaard, geboren 28 maart 1929, woont negen en zeventig jaar in Bergen waarvan zeventig jaar in zijn ouderlijk huis aan de Midden Geestweg. De laatste negen jaar wonen hij en zijn vrouw Nel in de nieuwbouw bij de Landweg. Hij zit nu tegenover mij, een gezellige man. Zijn pretogen en manier van doen stralen levenslust uit. Achteroverleunend in zijn fauteuil, vertelt Piet dat hij op de 'Geest' is geboren. De Geest is het zuidelijke gedeelte van Bergen vanaf de Loudels- weg. Deze grond bestaat uit duinzand en is door afgraving zeer geschikt voor tuinbouw. 'Mijn vader Kees Bijwaard, eveyieens een geboren Bergenaar, bad van Coen Bogtman een stuk grond aan het Zuiderbosje gekocht om een bollenkwekerij te beginnen. Vader (ook wel 'Bollenkees' genoemd) was een vooruitstrevende man, want hij kruiste in die tijd al verschillende rassen. Naast bo/lenkwe- ker was hij opperman in de bouw en heeft de Petrus en Pau- luskerk in Bergen mee helpen bouwen. Hij ontmoette mijn moeder (Pietje Bras) tijdens een bruiloft. Zij was destijds baas in de keuken van een sanato rium in Heiloo. Na hun huwelijk betrokken zij een huis aan de Midden Geestweg, dat mijn vader zelf had gebouwd. Ons gezin bestond uit zeven kinderen. In volgorde Nelie, Rie, Triene, Lou, Kees, Jan en ik als laatste. Toen ik twee jaar was, stierf mi]n vader, wat natuurlijk een ramp was. Aioeder kocht toen een wasmachine en deed de was voor anderen, mijn zusje Nelie kreeg een naaimachine om kleding te maken en mijn andere zusjes gingen in betrekking. Om wat geld in het laatje te brengen, moesten we allemaal kranten bezorgen. Ik weet nog dat ik bij de welpen verkennerijnooit de hele middag kon blijven want om vier uur was het krantentijd. Tuinderijen Als kind vond ik het heerlijk om Herman de Jong te helpen. Herman had een bloemen winkel aan de Lijtweg en zijn tuin en kassen aan de Verlengde Geestweg. PI ij was zo'n leuke man. Na een week werken, kreeg ik een dubbeltje als loon. Dit gaf hij niet zo maar hoor, hij maakte er elke keer een spelletje van. Eerst moest ik raden wat erin zijn broekzak zat, snoepjes of wat anders, daarna maakte hij het nog spannender door te vragen, welk merk of welke kleur. Als je het goed geraden had, kreeg je pas je loon. Alijn werk bestond uil het verspenen van plantjes en Vader Kees en moeder Pietje Bijwaard-Bras omringd door hun zeven kinderen. Moeder houdt kleine Piet staande, 1931

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2008 | | pagina 26