in
Mirjam Windrich (1965) studeerde Nederlandse
^Êr*' Taal en Letterkunde aan de Universiteit van Am-
M> sterdam en publiceerde eerder in Maatstaf, Marie
■jk Claire en Cosmopolitan. Zij schreef de romans
JHB Een vaste vriend (1996) en Infiltratiemarketing
(2007). Daarnaast interviewde zij wetenschappers
en politici en schreef zij het populair-wetenschappelijke psychologie-
boek Een nieuwe start (2008).
het Koloniehuis door het Burgerweeshuis doorverkocht aan de
architect N. Bijl. Op 2 september 2000 overleed de heer Bijl.
Zijn weduwe, mevrouw M. Bijl-van Wonderen was erfgename.
Toen zij op 15 augustus 2003 kwam te overlijden, kwam de
nalatenschap haar vier kinderen toe.
Komst van repatrianten, kunstenaars en andere bewoners
Dat het Duitse Koloniehuis meerdere eigenaren heeft gekend,
mag duidelijk zijn. Met de bewoners is het niet anders gegaan.
Het pand werd vanaf 1948 permanent bewoond al wisselden
de bewoners geregeld van samenstelling. Het was in de loop
der jaren een komen en gaan van mensen van diverse pluimage.
Repatrianten uit Ncderlands-Indië en later kunstenaars, schrij
vers en musici wisten het huis en de omgeving te waarderen.
Een kleine opsomming: De Indische families Windrich, Mulder,
Verheul, de kunstenaars Piet Mak, Hans van Draanen en Henk
Schol met hun gezinnen. De families Nijs, Dekker, Schotten,
Voorthuijsen, Veldman, Serpenti en de dochter van huiseigenaar
Bijl. Maar ook emeritus hoogleraar André Thomson.
's Zomers verhuurden sommige bewoners ook nog
eens kamers aan vakantiegangers en de familie Nijs had zelfs
vier agenten van de bereden politie als pensiongasten. Het zou
te ver voeren om de ervaringen van alle bewoners over huis en
omgeving in dit artikel te publiceren, wc beperken ons tot en
kele verhalen van de bekendste oud-bewoner Adriaan van Dis
en enkele andere (oud) bewoners.
Adriaan van Dis
Adriaan van Dis verhuisde als peuter met zijn familie in sep
tember 1948 vanuit hun tijdelijke verblijfplaats aan de Breclaan
46 in Bergen naar het Koloniehuis. Zijn familie bestond uit
zijn vader, de blanke Indischman Victor Mulder, zijn moeder,
de Bredase boerendochter Maria van Dis en zijn drie Indische
halfzusjes. Deze drie meisjes kwamen voort uit een eerder
huwelijk van Maria met een officier van het Koninklijk Ne
derlands-Indisch Leger (KNIL). De vader van Adriaan, Victor
Mulder, heeft ook gediend in het KNIL en heeft als krijgsge
vangene in vele Japanse kampen gezeten, waaraan hij een kamp
syndroom overhield. De familie van Dis heeft tot november
1955 in het Koloniehuis gewoond en is daarna naar Hilversum
verhuisd.
Adriaan: 'Mijn familie en bet buis waarin ik de eerste
jaren van mijn leven opgroeide hebben me met een afstand naar
mijn geboorteland Nederland leren kijken'Adriaan beschrijft
in diverse boeken zijn jeugdjaren in het Koloniehuis. Uit
het boek Leeftochtonder het hoofdstuk 'Repatrianten': 'We
vormden een soort van gezin. Een gezin tussen al die andere
merkwaardige gezinnen in dat repatriantenbuis. Drie oorlogs
weduwen met hun kinderen, een paar werkloze mannen en een
kluwen tijdelijk bij familie ingetrokken verwanten op doorreis:
late repatrianten, spijtoptanten. Het was er een vreselijke rom
mel, fietsen in de lange gemeenschappelijke gang, koffers, tassen,
dozen en het rook er altijd naar eten - trassie, sajoer en gebak
ken rijst. In elke keuken pruttelde een pannetje.
'De blauwe kolonie' noemden de Hollandse kinde
ren in het dorp ons huis. Als ze over blauwen spraken of over
pinda's - mijn vader noemden ze een pinda omdat hij zo klein
en lichtbruin was en met een Indisch accent sprak - koos ik
voor mijn familie, dan hoorde ik bij Indië. Maar binnenshuis
was ik weer de tokok, de Hollander die er niets van begreep.
Dan hoorde ik weer bij de Hollanders. De mensen in ons huis
Details van het oorspronkelijke interieur.
Evenals Adriaan van Dis heeft ook de schrijfster Mirjam Windrich een sterke band met
het Duitse Koloniehuis in Bergen aan Zee. Binnenkort verschijnt haar derde boek.
Het uitzicht vanaf de overloop op het westen
De 'Windrich'erker.