k
Op 29 mei 1930 waren er nog enige feestelijkheden in 'Het
Duitse Koloniehuis' om het 25 jarig bestaan te vieren van de
in Amsterdam opgerichte 'Verein der Deutsche Ferienko-
lonie'. De secretaris van deze vereniging, de heer Carl Viol
hield een redevoering. De Duitse gezant en de Duitse consul-
generaal waren voor de feestelijkheden ook naar Bergen aan
Zee gekomen.
Voor Bergen aan Zee betekende de aanwezigheid van
grote groepen kinderen en de medewerkers een enorme
verlevendiging. Door de aanwezige baddirectie werden
duidelijke afspraken gemaakt met het Duitse koloniehuis,
maar ook met de overige koloniehuizen. Zo wandelden de
kinderen en hun leidsters via het 'koloniepaadje' naar het
strand. Eenmaal daar aangekomen mochten zij zich niet
tussen de gasten op het particuliere strand begeven, maar
uitsluitend ten noorden daarvan.
De kolonies waren ook een economische factor van
belang voor de plaatselijke middenstand. De bouw en het
onderhoud werden voornamelijk uitgevoerd door bedrijven
uit Bergen en Alkmaar en veel van de grote hoeveelheid
dagelijkse boodschappen werd geleverd door de plaatselijke
ondernemers. Gerard Meijer, zoon van de toenmalige
melkboer: 'Al vroeg was mijn vader dagelijks in de weer om
grote hoeveelheden melk bij de koloniehuizen af te leveren.
Financiën
Van de kinderen werd voor het verblijf in de kolonie een
eigen bijdrage van f. 30,- gevraagd. De Duitse sociale diensten
stonden garant voor dit bedrag. De financiële situatie
van het Koloniehuis over het jaar 1929 gaf geen reden tot
bezorgdheid, zo blijkt uit de balans van 31 maart 1930.
Het verblijf van de (bleekneus) kinderen werd als zeer
heilzaam ervaren. Vijf keer per jaar gedurende de lente- en
zomermaanden kwam om de vijf weken een groep van
circa 40 kinderen vakantie vieren en gezonde buitenlucht
opsnuiven. De kinderen werden in Bergen gastvrij onthaald,
zoals blijkt uit onderstaande opmerkingen van de nieuwe
directrice Else Hüfner die zij plaatste bij het jaarverslag van
1934: Altijd weer kunnen wij tot onze vreugde ervaren hoe
hartelijk de bewoners van Bergen de kleine Duitse kinderen
tegemoet treden. Niet alleen worden zij vaak op lekkernijen
of spelletjes getrakteerd, zelfs de politieagent geniet het
grootste vertrouwen van onze kleintjes.
Uit hetzelfde jaarverslag bleek ook dat er een
stagnatie was in de afdracht van de financiële bijdrage door
de Duitse sociale diensten. Vermoedelijk had dit te maken
met de politieke omwenteling in die tijd omdat er toen
kennelijk een hogere prioriteit werd gegeven aan de militaire
opbouw van Duitsland. Het Koloniehuis in Bergen aan Zee
raakte daardoor in de financiële problemen, waarop de in
1934 opgerichte 'Carl-Viol' stichting het Koloniehuis te hulp
schoot met een bijdrage van fl. 6000,-.
Tweede wereldoorlog
Vanaf de mobilisatie, eind augustus 1939, heeft het Duitse Ko
loniehuis geen dienst meer gedaan als opvangplaats voor kinde
ren. Tijdens de mobilisatie heeft het nog gefungeerd als biblio
theek voor de in Bergen aan Zee ingekwartierde militairen van
het 12e Depotbataljon, (zie Bergense Kroniek, november 2007).
Groepsfoto van kinderen en leiding van de Deutscher Ferien Kolonie, tijdens de
jubileumfeesten van maandag 10 september 1923.
De in 1928 gebouwde speelzaal.
In de oorspronkelijke bouwplannen van de N.V. Bouw-
Exploitatie-Maatschappij Bergen aan Zee (BEM) zou ten
noorden van het Koloniehuis een nieuwbouwwijk verrijzen.
In verband hiermee zou er, in aansluiting op de bestaande
wegen, een nieuw stratenplan in de duinen worden aangelegd.
Vooruitlopend op deze plannen kwamen de bestuurders van
het Koloniehuis en de BEM met elkaar overeen om een stuk
duinterrein ten noorden van het Koloniehuis ter grootte van
2600m2 in eigendom over te dragen aan het bestuur van het
Koloniehuis waardoor de kavclgrens zou lopen tot aan de
toekomstige weg.
Op 23 december 1940 werd het voor 1 gulden per
m2 verkocht aan het Koloniehuis. Dit betekende minstens een
verdubbeling van de hoeveelheid grond tot 5100m2. In de
verkoopakte stond nog als opmerking vermeld: 'Na verhar
ding weg langs noordkant perceel'. Zowel de nieuwbouwwijk
als het stratenplan en de verharding langs de noordkant zijn
echter nooit gerealiseerd.
Dat er tijdens de oorlog Duitse militairen waren ingekwartierd
in de Duitse Kolonie lijdt geen twijfel, gezien de uitgewoonde
staat waarin het Koloniehuis na de oorlog werd aangetroffen.
Ook bleek uit het bevolkingsregister van de gemeente Bergen
dat er gedurende twee korte periodes twee dames ingeschre
ven stonden (Grietje Acheimer, van maart 1940 tot juni 1940
en de uit België afkomstige Odette Schapdijver, van mei 1944
tot december 1944).