SSt- l
BURGEMEESTER IN OORLOGSTIJD 1914-1918
De samenwerking rondom invrijheidsstelling
Het beleid met betrekking tot invrijheidsstelling van
geïnterneerden was aanvankelijk vrij eenvoudig. Als een
geïnterneerde zelf kon voorzien in zijn levensonderhoud en
tijdens zijn internering goed gedrag vertoonde, dan kon een
geïnterneerde in vrijheid worden gesteld"1. Uit correspondentie
tussen burgemeester Van Recnen, majoor Ter Cock, het
ministerie van Justitie en het ministerie van Binnenlandse Zaken
over het verzoek om ontslag uit het kamp van de Oostenrijkse
Pool A.A. Marckevka, blijkt dat er niet altijd volgens deze wijze
gewerkt werd17.
De echtgenote van deze man had bij het ministerie van
Justitie om ontslag en invrijheidsstelling van haar man verzocht.
Marckevka werd opgepakt in Kerkrade wegens het verboden
vervoer van werkkleren. Op verzoek van de commandant in
Limburg werd hij naar het deserteurskamp overgebracht. De
procedure die hier werd gevolgd, hield in dat het ministerie
van Justitie aan de burgemeester van Bergen bemiddeling heeft
gevraagd. Dc burgemeester heeft vervolgens majoor Ter Cock
verzocht om inlichtingen omtrent deze geïnterneerde, en of er
bezwaren bestonden tegen zijn invrijheidsstelling. Dc majoor
antwoordde dat er zijns inziens geen bezwaren bestonden
tegen de invrijheidsstelling van Marckevka. De commandant
gaf wel aan dat er nog advies van de commandant in Limburg
moest worden gevraagd omtrent de invrijheidsstelling, en dat
Marckevka ergens, met instemming van de Arbeidsbeurs in
Amsterdam, werk kon krijgen18.
Dit bericht van de kampcommandant is door dc
burgemeester van Bergen doorgestuurd naar het ministerie
van Justitie, die waarschijnlijk na de nodige navraag te hebben
gedaan, deze kwestie doorschoof naar het ministerie van
Binnenlandse Zaken, die op haar beurt de burgemeester van
Bergen liet weten, dat indien er werk voor Marckevka was,
deze in vrijheid kon worden gesteld'1'. De burgemeester van
Bergen lichtte weer de kampcommandant in'0, waarop de
kampcommandant zich weer richtte tot dc burgemeester. De
burgemeester moest volgens de kampcommandant dc vrouw
van Marckevka inlichten, omdat zij in de gemeente Bergen
verbleef en niet in het kamp21. De procedure met betrekking tot
de invrijheidsstelling van deze persoon betrof dus niet alleen
de vaststelling of hij goed gedrag had vertoond en werk heeft,
maar betrof tevens de op zeer omslachtige wijze vastgestelde
goedkeuring van de commandant die hem naar het kamp heeft
gestuurd.
Conclusie
De samenwerking tussen de verschillende autoriteiten verliep
stroef. De burgemeester was het kamp liever kwijt dan rijk.
Desondanks heeft hij, weliswaar tegen een hoge prijs, de grond
wel aan de kampleiding verhuurd. Samenwerking was dus toch
mogelijk.
Het zou mooi zijn geweest als de geïnterneerden nuttig
werk voor de gemeente Bergen hadden kunnen doen. Hier vielen
de belangen van burgemeester Van Reenen en dc kampleiding
wel degelijk samen. Jammer genoeg is dit niet van de grond
gekomen.
Ten aanzien van invrijheidsstelling had men efficiënter
kunnen handelen, alhoewel het anno 2007, waarin vreemdelingen
intensief worden begeleidt, niet meer denkbaar is dat er op een
dergelijke wijze met vreemdelingen wordt omgegaan. Verplichte
inburgerings-cursussen bestonden toen nog niet.
Het interieur van de kantine van het interneringsdepot met personeel en militairen.
Aan de wand een portret van keizer Wilhelm II.
TliRNECKINGSDIil'OI
«191 -
OOHttABDABT VAK
Brief van majoor Ter Cock aan burgemeester Van Reenen, 31 juli 1918.
Bronnen:
1 Jan van Baar, Het interneringsdepot en het deserteurskamp te Bergen, in Bergense
Kroniek, 6e jrg nr 1 (mei 1999), pagina 10 en 11
2 Idem, pagina 12.
3 Evelyn de Roodt, Oorlogsgasten Vluchtelingen en krijgsgevangenen in Nederland
tijdens de Eerste Wereldoorlog. Zaltbommel, Wereldbibliotheek, 2000, pagina 218
4 Idem. pagina 229
5 Idem. pagina 230.
6 ARA. archief Volksgezondheid en Armwezen, toeg.nr 2 04 54. inv.nr 142.
brief van majoor Ter Cock aan generaal majoor Onnen. 7 april 1917
7 Idem
8-15 RAA. archief Gemeente Bergen, Stukken over te brengen naar Secretarie-archief, inv
nr 194. Vestiging interneringsdepot Bergen 1917-1920. briefwisseling tussen majoor
Ter Cock en burgemeester Van Reenen. juli 1917 - maart 1918
16 Zie punt 6.13 augustus 1919
17-21 Zie punt 8-15. april-mei 1918
Met speciale dank aan Piet Mooij, die de foto's en de brieven heeft geleverd.