Coenraad Bogtman Albertszoon,
een man met grote ambitie en
dadendrang 1874- 1933
PIET VIJN
Zijn roepnaam was Coen. Hij werd bijna aan de voet van de Ruïnekerk geboren in het schil
derachtig gelegen dorp Bergen waar rust heerste en nog maar weinig wegen waren. Bezoekers
raakten onder de bekoring van het natuurschoon. Het was nog een sterk agrarische gemeen
te. Buiten speelden de kinderen vaak nog op zandwegen. Knechten duwden er handkarren
voort en werden opzij geschreeuwd door voerlieden op hun paardenwagens en koetsiers op
hun rijtuigen.
De vader van Coen, Albert Bogtman, was huis- en rijtuigschilder. Het gezin woonde
aan de in die tijd geheten Schoolstraat 13 (nu Ruïnelaan), daar waar men schuin de Molen
straat in gaat. Coen was leerling van de openbare dorpsschool en zal de opening in 1885 van
'zijn' vernieuwde school door de pas benoemde burgemeester Jacob van Reenen hebben
meegemaakt. Een school met vijf leslokalen, twee klompenhokken, drie meesters en twee
juffen voor 229 leerlingen. Met andere getalenteerde leerlingen, zoals zijn broer Willem, de
later beroemd geworden glazenier, bezocht hij ook de 'tekenschool' van meester Pieter van
Hoorn (1852-1918), een zeer kundig tekenaar. Daar werd onderricht gegeven in het tekenen
en schilderen van eenvoudige dorpshuizen en boerderijen. Coen heeft het voortgezet onder
wijs gevolgd in Alkmaar, werkte bij zijn vader als huisschilder en bekwaamde zich mede door
zelfstudie tot architect.
Er zullen ongetwijfeld nog schilderijen van Coen Bogtman bij mensen thuis hangen.
Pas na 1910 zouden de schilders van de echte 'Bergense School' in een soortgelijke trant
verder werken.