En met deze wagen zou de tocht worden ondernomen. In normale tijden zou geen sterveling het in zijn hoofd halen om daarmee verder te rijden dan Alkmaar. Maar de wonderen zijn de wereld niet uit, toen ook niet. En de nood was hoog. Dus stapten Ben en Rein op een avond in de 'Hoge Hoed' en vertrokken, nagewuifd door moeder Dekker, de kinderen en mij. Ik zou bij hen in de Molenstraat blijven, al was het maar om elkaar wat op te beuren in onze gezamenlijke zorg om die twee kerels op weg naar een bijna onbereikbaar Deventer, in dat wrakke geval. Pech onderweg naar Deventer Halfweg Alkmaar, even voorbij de toenmalige melkfabriek, kregen ze een lekke band. Niet leuk natuurlijk, zo'n begin. Maar ze gingen aan de slag. Reservewiel er op gezet, en toen terug naar de Molenstraat, om de lekke band te repareren. Want gezien de staat waarin ook de andere banden verkeerden, was het dringend gewenst een reserve mee te nemen. Zo zagen we de twee al weer vroegtijdig terug. Maar de vreugde was van korte duur. De band werd geplakt, en opnieuw wegwezen. Elct was inmiddels elf uur. Alles ging goed, vertelden ze later, tot voorbij Amsterdam. Tegen de Diemerbrug op begon de motor te sissen. Een vreemd geluid liet zich horen. Nog even wat gesputter, en de 'Hoge Hoed' stond stil, midden op de Diemerbrug. Nu waren onze jongens wel gewend aan de nukken van hun voertuig, en niet zo gauw uit het veld geslagen. Ze zochten en vonden de oorzaak: het bleek de ontsteking te zijn. In de barre koude wind gingen ze aan het werk, met verkleumde vingers, in het donker bijgelicht door een noodlampje. Na een hele poos kregen ze de motor toch weer op gang, en vol goede moed gingen ze verder. Tot in de buurt van Hilversum. Wat een ellende! De 'Hoge Hoed' had beslist zijn dag niet (of zijn nacht). Dit keer was de arm van de koppelingspedaal gebroken. Dat was een slag onder de gordel. Nu zaten ze echt in zak en as. Mismoedig beraadslaagden ze wat te doen. Het was twee uur in de nacht. Geen garage open. Er zat niets anders op dan de rest van de nacht in de auto uit te zitten, zich zoveel mogelijk wapenend tegen de kou, want van verwarming in de auto was geen sprake. Van slapen kwam natuurlijk niets terecht. Verstijfd tot in hun botten, gingen ze om zeven uur in de morgen op stap om een garage te zoeken. Uiteindelijk vonden ze er een. De garagehouder zou proberen bij een sloperij een andere arm op de kop te tikken. Dit lukte wonderwel, en vóór in de middag konden ze weer gaan rijden. Onderweg pikten ze nog een paar lifters op: twee jongens die wilden proberen om zonder papieren de IJssel over te komen. Toen ze in Amersfoort aankwamen werden ze aangehouden door een Duitse officier. Wobin fahren Sief Deventer. Ach so. En zonder verdere plichtplegingen klonk het bevel: Absteigen. De twee jongens sprongen er af, er kwam een tiental Duitse soldaten aanlopen, en die klommen in de bak. Maar de Duitse officier werd een Ausweis getoond. Een vakkundig vervalste, speciale vergunning, afkomstig uit het hoofdkwartier van Seyss Inquart in Den Haag. Daarop stond o.a. Ich bit te den Fahrer ungehindert weiter fahren zu lassen. Dat zinnetje had onmiddellijk het gewenste effect. De officier gebaarde met zijn arm naar de mannen op de wagen en schreeuwde: Nach unten, absteigen. En even later stonden alle soldaten weer op straat. De jongens, die nog waren blijven staan, klommen gniffelend weer op hun plaats en met twee diepe zuchten van verlichting gingen ze weer verder, Rein en Ben om de beurt rijdend, richting Deventer. Zolang ze de lifters bij zich hadden, was het niet nodig dat cén van hen zelf, naar Duits voorbeeld, buiten op de wagen ging zitten. Wat bij sommige open wegen wel raadzaam was om de hemel af te speuren naar eventuele geallieerde vliegtuigen, die onverwachts snel uit de wolken te voorschijn konden komen en daarbij alles wat vier wielen had bestookten met hun boordwapens, zoals o.a. bij Hoevelaken regelmatig gebeurde. En waarvan de gevolgen duidelijk zichtbaar waren, gezien de vele tot wrakken geschoten vehikels daar aan beide kanten van de weg. Dit werd hen tenminste bespaard. Daarom ook Handen warmen bi| een houtgasgenerator. (Foto uit: Zo reden wij in de |aren veertig en vijftig. Rob de la Rive Box). Het waardevolle papier dat de weg vrijmaakte voorde PKW GZ 61331. (Collectie Corrie Stienen-Musch).

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2008 | | pagina 23