Naar Deventer met de 'Hoge Hoed'. Hoe koud het was en hoe ver. VILT IEILUI1 CORRIE STIENEN-MUSCH Een waar gebeurd verhaal over een gebroken koppeling, kaas, de IJssellinie, een waterpomp en twee pechvogels. ■"•december 1944. De oorlog had nog maar zo'n vijf maanden te gaan. Het zuiden was al bevrijd, maar de rest van ons land ging nog zwaar gebukt onder de niet aflatende tirannie van de Duitse bezetters. Toch hadden we goede hoop dat ook wij binnen niet al te lange tijd bevrijd zouden worden. Dat het ergste nog moest komen - de hongerwinter - wisten we niet. De toestand was al erg nijpend. Er was gebrek aan letterlijk alles. Voedsel, brandstof, kleding, gebruiksvoorwerpen. De winkels waren leeg. Vele waren gesloten, of waren maar een paar uur per dag open. Voor de gaarkeukens in de grote steden werden de rijen hongerige, verkleumde en verpauperde mensen steeds langer. Ook bedrijven hadden het moeilijk. Eén van die bedrijven was de bekende kaasfabriek 'De Karperton' van de firma Grondsma in Alkmaar. Met veel moeite had men de zaak nog steeds draaiende kunnen houden. Maar de grondstoffen raakte op. Ze zouden het niet lang meer kunnen redden. Directeur Grondsma wist wel een plaats waar deze grondstoffen te krijgen waren: in Deventer. Maar dat lag aan de andere kant van de IJssel. Om te trachten zonder geldige papieren de zwaar bewaakte IJssellinie over te komen was onbegonnen werk. De Grondsma's waren goede vaderlanders, en het verzet klopte nooit te vergeefs bij hen aan wanneer er een beroep op hen werd gedaan om producten af te staan ten behoeve van onderduikers en zieken. De ene dienst is echter de andere waard en het Bergens verzet besloot daarom de firma Grondsma de helpende hand te bieden. Twee van hun mannen zouden de grondstoffen gaan halen. Rein Dekker, die in de Molenstraat woonde en Ben Stienen, toen nog mijn vriend, die daar in huis was ingekwartierd. Zij zouden met de 'Hoge Hoed' de hachelijke tocht ondernemen. De 'Hoge Eloed' is eigenlijk een verhaal op zichzelf. De oude Ford behoorde toe aan een aannemer, een bekende Bergenaar, wijlen Joop Sietsma, die toen ook in de Molenstraat woonde. Jammer toch, dat van dit legendarische voertuig geen enkele foto blijkt te bestaan. De naam 'Hoge 9 -O YANDAAG ©F MORGEN NU ondanks üiomgez standvastig zijn! TROUW Hoed' had hij te danken aan de houtgenerator die als een stoompijp van een schip op de bak was gebouwd. Want benzine was wegens de schaarste iets ondenkbaars in die tijd. Van oorsprong was de Ford een personenwagen geweest waarvan, simpel gezegd, de achterste helft van de carrosserie was afgezaagd en vervangen door een bak, een soort plateau, waarop de houtgenerator was geplaatst, met daarnaast de kist voor de houtblokken. Een aanhangwagen maakte de zaak compleet. De 'Hoge Floed' had veel weg van een stumperige oude baas die over een onvermoede bron van vitaliteit blijkt te beschikken. Gammel als hij was, had hij het verzet al heel wat goede diensten bewezen bij alle mogelijke karweien: er waren zakken tarwe op vervoerd, varkens die voor de neus van de vijand waren weggekaapt, stapels blokken brandhout van illegaal gekapte bomen, wapens en munitie. En ook zo nu en dan een lading wortelen, uien en kool, bestemd voor ziekenhuizen in Amsterdam. Dit alles, en nog veel meer, had hij vervoerd. Gerrit Grondsma, kaashandelaar, geboren in 1889 in Friesland, nam in 1934 de N.V. Karperton in Alkmaar over. In zijn vrije tijd was hij ondermeer lid van de gemeenteraad en bestuurslid van de Openbare Bibliotheek in Alkmaar. Hij was een enthousiast amateur toneelspeler en droeg graag gedichten voor. (zie ook het artikel over A. Verbeeck).

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2008 | | pagina 22