£a-~^* A^-J~ -o£. Miv tné&L. Mt hu- ht^etLu^ ,*£e-^t-> JA*- Af* I^L^M— /fo-Vju£wuJ e- - jJjf~- -v<uu, tO Al-U&T'Z^ÜWU* t-Zu -Xx—<-- A- £Z* /L*-J '^M^>«<I 2e Briefhoofd en aanhef doorThijsse aan mevrouw Van Reenen-Völter, te dateren 1912. Ook in De Telegraaf van 29 juli 1912 beschreef hij de plannen voor de duintuin. Zowel in De Telegraaf als in De Levende Natuur riep bij lezers op: Wie helpt nu mee om dien tuin te bevolken? Natuurlijk mag dit niet geschieden door ontvolking van andere duinplekken. Maar waar een plekje....ten ondergang gedoemd is, kan men gemakkelijk de belangrijkste, de kostbare planten redden en ze opzenden naar het asyl in de Parnassia pan. Bovendien kan men altijd zaden en stekken verschaffen en ook is het volkomen in den haak, als men van de groote overvloed, die elders heerscht, een kleinigheid aan ons zendt. Er was al correspondentie tussen mevrouw Van Reencn en Thijssc voordat de bovengenoemde berichten verschenen. Zo schreef Thijsse in een brief uit voorjaar 1911: Zeer geachte mevrouw, Al lang had ik eens in Bergen aan Zee willen komen, doch ik kan maar steeds geen tijd vinden.... Toch moet ik maar eens proberen om op een Zondag uw duintuin te komen bezien.... Het overplanten van orchideeën levert grote bezwarenThijsse doelde op de bijzondere eisen die deze plantensoorten aan hun milieu stellen. Hij stelde toch voor om vogelnestorchis en koraalwortel over te planten ....als daar tenminste een boschje is met voldoenden ouden humus, om goeie groeicondities te verzekeren en 't allerbest is dan nog om een kar met bosgrond van de oorspronkelijke groeiplaats mee te nemen....De brief eindigt met de mededeling: Natuurlijk mogen wij zoo openlijk het uitgraven van exemplaren niet in de hand werken, zelfs niet voor het goeden doel. Wat wij persoonlijk uitrichten op ons bekende en vertrouwde plaatsen is natuurlijk heel wat anders.. In 1914 werd de heemtuin ingericht. Hier werd onder andere gekweekt voor het behoud van de wilde duinflora, maar ook voor uitgifte van zaden, stekken en jonge planten om deze elders toe te passen. Thijsse berichtte al over deze functie in zijn artikelen....kunnen wij aan ieder, die er om vraagt de mooiste en zeldzaamste duinplanten verschaffen.... Thijsse leefde voort in de badplaats in de vorm van een idyllisch paadje aan de zuidzijde van het Parnassiapark. Het werd overwoekerd en raakte in de vergetelheid (Buizer Zeiler, 2003). Met Mary en Lizzy naar het Parnassiapark en de plantentuin Over het Parnassiapark en ....de vette donkerpaarse Orchideeën, die erin het tuintje waren....en de stevige bruingespikkelde blaren.... worden wc geïnformeerd in de roman 'De Zee' (Van Holkema Warendorf, ca. 1930) van Marie van Bergen, alias Mary Elisabeth van Reenen 18S8-1948), dochter van Jacob en Marie van Reenen-Völter. Zij huwde Hendrik Louis baron Taets van Amerongen (1884-1963). Het echtpaar bewoonde de voormalige villa De Dennen gelegen op de plaats waar zich nu het gelijknamige hotel bevindt. Zowel het Parnassiapark als de botanische tuin bestaan nog. Na decennia van onzorgvuldig en onachtzaam beheer worden stap voor stap elementen gerestaureerd of gerenoveerd. De gemeentelijke projectgroep Restauratie Parnassiapark heeft daarvoor aan het einde van 2007 een ambitieus plan gepresenteerd. Inmiddels is de herinrichting gerealiseerd van de destijds totaal overwoekerde botanische- of heemtuin. Het werk werd verzet door de hcemtuinwerkgrocp van het IVN. Op zaterdag 3 juni, in het jubileumjaar 2006, werd deze op feestelijke wijze heropend door Lizzy (Elisabeth) van Lawick van Pabst - van Reenen, achterkleindochter van de stichteres. Met de ingrepen die in de heemtuin zijn gedaan, zou terugkeer - op termijn - van enkele orchideeënsoortcn mogelijk moeten zijn. Een grote wens is de terugkeer van de Parnassia.... Bijhouwers studie der Berger duinen Het eerste grootschalige wetenschappelijke onderzoek dat in de omgeving van Bergen aan Zee werd uitgevoerd, is dat van Jan T.P. Bijhouwer (1893-1974). Bij het grote publiek is Bijhouwer - later hoogleraar tuin- en landschapsarchitectuur te Wagenin- gen - bekend geworden met zijn boeken Nederlandse boeren erven (1943, Hcemschutserie, uitgegeven door Allert de Lange, Amsterdam), Nederlandse Tuinen en Buitenplaatsen (1946, Heemschutserie) en Het Nederlandse Landschap (Kosmos, 1971). Voor ons is zijn proefschrift uit 1926 van belang: Geo- botanische studie van de Berger duinen. Vanaf 1923 doorkruiste Bijhouwer de duinen ten noorden en ten zuiden van Bergen aan Zee: Zeer erkentelijk ben ik Jhr. Jb. Van Reenen te Bergen voor de vergunning zijn terreinen te mogen exploreren. De grote waarde van het werk van Bijhouwer is ge legen in zijn nauwkeurige beschrijvingen van de bodem- en grondwatersituatie, het voorkomen en in kaart brengen van plantensoorten en plantengemeenschappen. Zorgvuldige docu mentatie van de plekken waar hij zijn waarnemingen verrichtte en de gedeeltelijke weergave op duidelijke verspreidingskaartjes benadrukken de waarde van zijn pionierswerk. Met Victor Westhoff in de Verbrande Pan In 1950 borduurden Mieke Hoffmann en de bioloog Victor Westhoff (1916-2001) voort op het werk van Bijhouwer. In De Levende Natuur van 1951 publiceerden zij in een drietal artikelen de bevindingen van hun plantensociologische onderzoek in de Verbrande Pan: ....het toonbeeld van een lieflijk arcadisch landschap. De artikelen geven ook informatie op het gebied van waargenomen paddestoelen, dit in samenwerking met de Alkmaarder G.D. Swanenburg de Veye. Tevens vervaardigden zij een vegetatiekaart met daarop ingetekend talrijke details. We gebruiken de gegevens, naast die uit de aantekenboekjes van Westhoff, nog steeds

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2008 | | pagina 18