li ,41 J*i
VAN W3AMN VAN JtN SCHHOIR
tfc HUÏ2t"V fLANDPJA
jïUDUR VAN SUMMA** 81F.UN
OftN IOT Sjto»|jè
schoonheid en kunst. Deze manuscripten zijn tevens de basis
voor lezingen die hij regelmatig in Bergen en omstreken geeft.
Ook is hij leermeester en groot inspirator van leerlingen zoals
Frans Mars en Gerrit Jan de Geus.
De NRC schrijft in 1928 over de tentoonstelling van
Arthur Verbeeck in de Koninklijke Kunstzalen de Kleykamp
in Den Haag: Arthur Verbeeck, een in ons land gebleven
Vlaamse schilder, moge naar zijn eigen gevoel wat ontgroeid
zijn aan het land van zijn geboorte, zijn werk verloochent
enige karakteristieke locale trekken van het Vlaamse volk niet.
Het werk is van een goedlachse gezindheid, gulheid en warmte
van gevoelens voor het met de ogen genoten leven, terwijl de
nodige dosis kennis de coloristische schilderkunst zowel wat
kleur betreft als het vermogen tot ordenen en schikken van de
groepen en plans daarbij aanwezig is. Het behoeft nauwelijks
gezegd dat we hier werk vinden van overwegend coloristisch
karakter met impressionistische en lumimstische invloeden.
Daarbij is echter overgebleven een rest van dat. bij het meren
deel van de kunstenaren in deze richting secundair geworden
vermogen tot rangschikken en naar schema ordenen van figu
ren, het welk Arthur Verbeeck tot een verren en laten nazaat
maakt van het schildergeslacht van Rubens en Jordaens.
Tweede jeugd in Londen
Op 5 april 1929 vertrekt Arthur Verbeeck, op 55 jarige leeftijd
naar Engeland waar hij een villa betrekt aan de Riverdalc Road
12, Twickenham Park, Londen. Hij houdt villa Flandria in Ber
gen echter aan. Onduidelijk is de reden van zijn vertrek, temeer
daar hij zo gehecht was aan de schoonheid van de natuur en het
leven in Bergen. Wel weten we dat hij in Engeland verliefd wordt
op Lilly, een 22 jaar jonge Antwerpse schilderes. Zij trekt bij hem
in en op 3 maart 1931 wordt hun liefdeskind geboren: Veerle.
Arthur geniet zichtbaar van het leven in zijn tweede
jeugd! Hij is geweldig geïnspireerd en start een groot aantal
activiteiten. Hij maakt een prachtige serie zelfportretten en
portretten van Lilly en Veerle. Lilly heeft een hekel aan de lelijke
gipsen lijsten en ontwerpt een geheel oorspronkelijke vorm voor
zijn schilderijen. Een groot deel van de nalatenschap bevindt zich
dan ook in de door Lilly ontworpen lijsten. Ook werkt hij aan
zijn boek Schoonheid en Kunst en aan het manuscript waarin de
geschiedenis van de schilderkunst wordt beschreven De Golflijn
van de Kunstmet vertalingen in het Frans en Engels.
In Londen stort hij zich weer in de wereld van de kunst en
wordt hij als erkend Twickenham Artist lid van de Thames Arts
Valley Arts Club. Zijn werken worden geëxposeerd op o.a. the
Exhibition of Modern Belgian Art in de Public Art Galleries in
Brighton (1930), op een expositie in de Gieves Gallerie, 22 Old
Bond Street Londen (1930) en in de Leger Galleries London
(1931).
Zijn gezondheid speelt hem echter steeds meer parten
en hij wordt twee keer opgenomen in het Twickenham Zieken
huis, Isleworth, Londen. Flij lijdt aan maagkanker en op 2 juli
1932 sterft Arthur Verbeeck tijdens een operatic. Hij ligt begra
ven op de Twickenham Cementery in Londen.
De kratten van Lilly
Direct na het overlijden pakt Lilly noodgedwongen haar spullen
in en verlaat de villa aan de Rivcrdale Road. Lilly ontfermt zich
over de gehele collectie schilderijen, tekeningen, krantenknipsels,
manuscripten, promotiemateriaal, persoonlijke notities, etc. etc.
Affiche van de
tentoonstelling
eind mei 1920.
Groepsfoto: Derde zittend van links naar rechts: H.D.A. van Reenen; vijfde:
mevrouw van Reenen-Jurriaans. Staand geheel links: Arthur Verbeeck; derde van
links: mevrouw Diesfeldt; vierde: Nannes Gorter; vijfde: G.N.Th. Diesfeldt; achtste:
Trien Klomp-Zult; negende: Dirk Klomp, (foto collectie Piet Mooij)
Een print van dit schilderij De Mop werd door mevrouw Miep van den Bosch
gewonnen op een danswedstrijd in De Rustende Jager. Volgens het etiket op
de achterkant Van links naar rechts zittend: mevrouw Diesfeldt en haar zuster;
een onbekende vrouw en Jani Roland Holst, achter met snor: Arthur Verbeeck.
Ongeveer 1925.