Thekla Maschmeijer August jr. en Rudolf waren Amsterdammers van geboorte. In Bergen werden hun zussen geboren, Thekla in 1887 en Irma in 1890. Zij integreerden veel meer in de Bergense gemeenschap dan hun broers. Thekla interesseerde zich voor literatuur. In een huis waar boeken in ruime mate aanwezig waren en het vergaren van kennis werd gestimuleerd, vond zij een goede start. Ze studeerde Frans en werkte haar hele leven als lector aan de Franse faculteit van de Universiteit van Amsterdam. Zij was ook een van de eerste autobezitters (kenteken G 92, dat was dus de 92slc auto in Noord-Holland). Daarmee reed ze in die tijd met haar vriend professor Gallas (bekend als auteur van een Frans woordenboek) al heel Europa door. Haar bijdrage aan Zuilenhof was de vernieuwing van de tuin. ITad Marie hier onder andere aspergebedden, Thekla maakte er een prachtige Engelse landschapstuin van. Ook kocht ze het buurhuis aan de Oude Bergerweg van de familie Briefjes. Thekla had een hartsvriendin, mevrouw Haitink, de moeder van dirigent Bernard. De vriendinnen kenden elkaar al van de universiteit. Als Thekla in Amsterdam colleges moest geven kwam ze de avond tevoren al bij de Haitinks in hun huis op de Reinier Vinkeleskade. Ze sliep dan op de kamer bij dochter Laura. Er werd tot laat in de avond gepraat; waarover, dat weet mevrouw Laura In ct Velt-Haitink niet meer. Wel dat ze nooit sliep voordat over het kamerscherm een hand met een bijzonder doosje, gesloten met een leren veter, te voorschijn kwam, waaruit ze dan een Droste chocoladeflik kreeg aangereikt. In de zomers van de jaren 1920-1930 logeerden de Haitinks vaak in Van Borselenlaan 14, dat sinds 1923, na de verhuizing van Rudolf en zijn familie, als zomerhuis In de tuin van Zuilenhof met links Thekla Maschmeijer en haar vriend professor Gallas, rechts Coos Bor en in het midden zittend Marie Reidel. (bron: mevrouw Eisma-Bor) Mevrouw Haitink met de hond van Thekla Maschmeijer in de tuin van Zuilenhof in de jaren '20. (bron: mevrouw In 't Veld-Haitink)

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2008 | | pagina 22