DE FAMILIE MASCHMEIJER EN 'ZUILENHOF' Rudolf Maschmeijer met zijn kinderen Gus en Marianne fietsend over de Sluislaan. (bron: mevrouw Versteegen-Maschmeijer) Beek, een meisje van haar leeftijd. Hun vriendschap ging haar hele jeugd mee. Vader Rudolf en zij waren de echte 'Bergers'. Met haar vader sprak zij altijd het Bergense dialect. De rest van de familie kende dat niet en voelde zich niet thuis bij termen als 'de vorkenswoidt'. Daar zat geen woord Bergens bij. Zoon Willem erfde de studielust van zijn vader en werd later leraar klassieke talen aan het Vossius Gymnasium in Amsterdam. Haar oudste zuster Augusta (Gus) was ook een studietype; zij kwam in het bibliotheekwezen terecht. Marianne was het buitenkind: altijd ravotten, nooit op tijd thuis voor het eten, altijd tussen de dieren, soms geplaagd door de Bergense jochies. Om te kunnen paardrijden droeg ze meestal een rijbroek; ook dat was in die tijd geen dracht voor een meisje. Ze sloop ermee door de weiden, want paardrijden in een rok vond ze geen doen, maar de schimpscheuten van de Bergense jongens waren ook niet zo leuk. Zij hielp haar vader later ook in de zaak, die hij met zoveel tegenzin had moeten overnemen door het afhaken van zijn broer. Marianne werkte dan als demonstratrice van de Nccchi naai- en breimachines. Toen zij haar man Aart Versteegen ontmoet had, vond haar vader het maar niets. Een balletdanser. Nog wel twee jaar jonger dan zij! Hij heeft hem nooit willen zien dansen. Pas toen hij na hun huwelijk een huisje had gehuurd voor een kennismakingsvakantie en hem beter leerde kennen kon hij zich haar keuze wel voorstellen. In de jaren dat Rudolf de firma Maschmeijer leidde, ging het niet zo van een leien dakje als in de tijd van zijn vader August. De recessie eiste zijn tol. Rudolf moest zelfs incidenteel met stoffen de boer op. Een gouden greep waren echter de breimachines. Zelfs in de Tweede Wereldoorlog konden die af en toe verkocht worden, omdat ze gebruikt konden worden voor hergebruik van wol van uitgehaalde kledingstukken. Dank zij speciale toestemming van de betrokken overheden mocht hij die verkopen en had daaraan toen een bescheiden boterham. Na de oorlog gingen de zaken weer veel beter. Hij deelde de zaak met een compagnon. Later werd het bedrijf opgenomen in handelshuis Hagcmeyer. Toen had Rudolf zich al teruggetrokken. Hij heeft nog een mooie oude dag gehad. Een instrument spelen, zoals zijn vader, deed hij niet. Maar hij kon eindelijk studeren. Hij stierf in 1972, 90 jaar oud. Rudolf Maschmeijer op latere leeftijd, (bron: mevrouw Versteegen-Maschmeijer)

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2008 | | pagina 21