DE FAMILIE MASCHMEIJER EN 'ZUILENHOF'
August Maschmeijer \r in zijn jonge jaren (bron: mevrouw Eisma-Bor)
er enige tijd de groothandel in naaimachines. Maar eigenlijk
was hij een uitgesproken bètaman. In de familie wordt de
anekdote verteld dat hij bij zijn broer over de schouder keek
toen die zijn huiswerk over de stelling van Pythagoras zat te
maken en zei: Hé, staat dat in een boekIk bad dat net zelf
bedacht!
Meer dan in naaimachines was hij geïnteresseerd
in elektriciteit en chemie, in het bijzonder de pyrotechniek
(vuurwerkmakerij). In de Alkmaarsche Courant van 1
augustus 1897 wordt vermeld dat hij:...geheel belangeloos
proeven van zijn bekwaamheid gaf en een volledig
■vuurwerk afstak, blijkbaar zeer ten genoegen van de talloos
vele kijkers. De krant zegt erbij dat niet alles geheel tot zijn
recht kwam, wat waarschijnlijk aan vocht moest worden
toegeschreven, maar dat...toch erkend moest worden, dat
het geheel handig en flink in elkander was gezet. August
was toen dus 19! Zijn moeder spreekt evenwel niet over
chemie maar 'knoeimie'. Zij is niet zo gecharmeerd van
zijn experimenten. Ook zijn vader ziet in zijn zoon eerder
zijn opvolger dan een beginnend industrieel, wat in eerste
instantie tot verwijdering leidt. Pa accepteert schoorvoetend
de ambities van zijn zoon, maar die moet dan ook maar zijn
eigen plan trekken. Vooralsnog moet hij wel ook voor zijn
vader blijven werken.
Het gebrek aan vertrouwen is echter niet terecht,
blijkt al gauw, want in die tijd doet August jr. een uitvinding,
de zogenaamde Zauberschlange die hij verkoopt aan
vuurwerkfabriek Eisfeld in Silberhütte in de Harz, wat hem
het voor die tijd en zijn leeftijd enorme bedrag van DM 400
oplevert. Met zijn handelskennis was kennelijk ook niets
mis...
In 1899 verplaatst hij zijn experimenten van de
klompenkast in Zuilenhof naar de bovenste etage van
Spuistraat 2 in Amsterdam (een pand dat zijn vader van de
Amstcrdamsche Werkmansbond had gekocht) en begint
met een assistent A.H. Cramcr een eigen firma onder de
naam 'A. Maschmeijer Jr. Pyrotechnisch Laboratorium'
die in 1900 wordt geregistreerd. Ondertussen handelt hij
voor zijn vader in naaimachines, fietsen, hulpmotoren en de
'Columbia' phonograaf (=voorloper van de grammofoon).
In Amsterdam verplaatst zich de belangstellingssfeer van
zijn experimenten van vuurwerk naar stinkbommen (hij
hield van een grapje), vervolgens naar geurbommen en
dan naar synthetische gcurstoffen (in de tijd dat zijn vader
in Bergen het initiatief neemt voor het opzetten van de
kalkzandsteenfabriek). Om aan de vraag naar monsters
van zijn synthetische geurstoffen te voldoen, verhuist
August jr. in Amsterdam zijn beginnende bedrijf naar de
Achterweg. Weliswaar rendeert de firma nog niet, wat
later wordt toegeschreven aan de onbekendheid van de
markt met het product, maar het potentieel is dusdanig en
de belangstelling zo wercldbreed dat August jr. zijn eigen
business blijft drijven en uit de Amsterdamse handelszaak
van zijn vader stapt, tot groot ongenoegen van August
sr. Het pleit voor vader Maschmeijer dat hij al gauw zijn
scepsis opzijzet. In 1901 neemt hij zelfs een aandeel van
300 in de zaak van zijn zoon.
Eind 1906 is de fabriek aan de Achterweg al te
klein en verhuist het bedrijf naar de Omval in Amsterdam.
Ten tijde van de verkoop van de Bergense fabriek door zijn
vader groeit en bloeit de chemische fabriek van August jr.
Hij trouwt in 1909 met Alida Veen, een echte Amsterdamse.
Van zijn fabriek, vlak bij de chocoladefabriek van Blooker,
herinneren oudere Amsterdammers (zoals de schrijvers van
dit artikel) zich nog de onbestemde geur die altijd in die
buurt hing en soms door de wind ver weg te ruiken was.
In Bergen komt August jr. niet zo veel meer. Als hij met
zijn vrouw en zijn vijf dochters bij zijn moeder op bezoek
komt ontregelt hij steevast het huishouden: hij blijft niet