Gezicht op het eiland Onrust in de baai van Batavia met de scheepswerf (1764). Maquette van De Reede van Texel. Gewassen tekening van Johannes Rach (1720-1783). Atlas van Stolk, Rotterdam. (Ansichtkaart: Maritiem Jutters Museum, Oudeschild.) Uit: Algemene Geschiedenis der Nederlanden, deel 9. De schippers, respectievelijk Reindert den Uil en Pieter Droge, vertrokken op 4 december 1773 uit Batavia om, ongeveer gelijktijdig met de Overhout, de Kaap aan te doen. Dat de schepen tussen Batavia en de Kaap niet in konvooi gevaren hebben, blijkt uit dc verschillen in de vertrekdata uit Batavia en de aankomsten in de Kaap. Dc Popkcnsburg liet op 5 juli bij Rammekens in Zeeland het anker vallen, terwijl de Aschat gelijk met de Overhout nog diezelfde dag op de rede van Texel ankerde. Het dramatische einde van de Overhout De tweede reis van de Overhout, nu met schipper Pieter Angelvorst, is de dramatisch afgelopen reis. Nadat op 27 oktober 1774 het anker was gelicht op de rede van Texel, werd vier maanden later de Kaap voor vijf weken aangedaan en werd op 19 juni 1775 Batavia bereikt. In dc volgende mij ten dienste staande gegevens, vertrekt de Overhout eerst na 14 maanden op 5 januari 1777, doch nu uit Galle op Ceylon (Sri Lanka), naar Kaap de Goede Hoop met een lading van 298,695 pond waarvan 25,006 pond bestemd is voor de kamer Middelburg. Op 25 april 1777 komt de Overhout op de Kaap aan, samen met de Merenberg onder bevel van schipper Jan Balthus Meijer en de Buitenleven met schipper Jan Kaatman. De Merenberg (850 ton) is in 1773 gebouwd in Hoorn voor die kamer, het schip was uit Batavia vertrokken op 27 januari 1777. De Buitenleven, eveneens 850 ton en ook gebouwd in 1773 doch in en voor de kamer Delft, verliet op 22 december 1776 Canton in China met een lading porseleingocd. Waar dit drietal elkaar op weg naar de Kaap heeft ontmoet is moeilijk na te gaan, doch dc thuisreis vanaf de Kaap wordt gezamenlijk gemaakt. Op deze reis laat schipper Angelvorst van de Overhout het leven; hij zal wel met een een twee drie in Godsnaam over boord zijn gezet. Het oorlogsschip Alarm heeft zich ondertussen ook bij het konvooi gevoegd, mogelijk in verband met de dreigende oorlog tussen Engeland cn Frankrijk. Voor de Zuid-Hollandse eilanden wordt afscheid genomen van de Buitenleven die koers zet naar Goeree, de verzamelplaats voor de schepen van de kamers Delft en Rotterdam, om daar op 1 september 1777 het anker te laten vallen. Op zaterdag 30 augustus kwamen de andere drie schepen aan bij de Breeveertien (een langgerekte zandrug voor de Noord-Hollandse kust van 14 vaam diepte) bij een schrale oostenwind en kalme zee. Omdat bij deze windrichting dc rede van Texel moeilijk te bezeilen was, werd geankerd. Tegen de avond verslechterde het weer echter, de wind draaide naar het westen en veranderde in de loop van de nacht in een zware noordwester. Flet anker van de Overhout hield het niet en begon te 'krabben' zodat het schip met de ebstroom ongeveer twee zeemijlen afdreef en uiteindelijk op zondagavond voor Egmond aan de grond liep en, rond middernacht, werd verbrijzeld. Een deel van de lading bestond uit kauri's, tropische schelpen die in die jaren als sieraad zeer in trek waren en in het gebied rond Nieuw Guinee ook als betaalmiddel werden gebruikt. Soms wordt zelfs nu nog een enkel exemplaar gevonden op het strand tussen Egmond en Bakkum. Gegevens over de rest van de lading zullen vast wel ergens te vinden zijn tussen de 12 km archiefstukken. Van dc circa 110 opvarenden hebben alleen bootsman Jan Emanuel Uytzinger en de matrozen Joseph Bronot cn Lambcrtis Ossenberg dc ramp overleeft, zodat dit waar schijnlijk dc grootste scheepsramp is geweest voor onze kust die ooit heeft plaatsgevonden. Toch zijn de gegevens over deze ramp waarbij dc opvarenden ruim 34 maanden van huis zijn geweest en in het zicht van de haven het leven hebben gelaten, in het Regionaal Archief Alkmaar alleen af te leiden uit de bovengeciteerde VOC brief. Hierbij gaat het dan nog uitsluitend over hout en goederen van de Overhout die aangespoeld waren op de kust van de Heerlijkheid Bergen. Bronnen: Regionaal Archief Alkmaar; Oud archief gemeente Bergen tot 1813, inv. nr 244 De archieven van de VOC 1602-1795 R.P.G. Dutch Asiatic shipping Bibl. Nrs. 165-166-167. Internet: VOC site.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2007 | | pagina 6