Werelderfgoed
in oud-archief Bergen
RU WAALEWIJN
De definitie van Werelderfgoed is: cultureel en natuurlijk erfgoed dat wordt beschouwd
als uniek en eigendom van de hele wereld en waarvan het van groot belang wordt geacht
om te behouden. Alleen erfgoed dat is ingeschreven op de Werelderfgoedlijst van de
UNESCO mag deze titel dragen. Aboe Simbel, de grote tempel van Ramses II in
Egypte en de Stelling van Amsterdam zijn twee van de meer dan honderd objecten die
als zodanig zijn ingeschreven.
Inventarisnummer 244
De lezer zal zich nieuwsgierig afvragen wat voor object
achter het bovenstaande inventarisnummer dan wel schuil
gaat. Iets in de omvang van de Stelling van Amsterdam past in
geen enkel archief. Evenwel het hier bedoelde erfgoed is een
snipper uit het circa 12 km lange archief over het wel en wee
van ruim twee eeuwen geschiedenis van de Verenigde Oost-
Indische Compagnie (VOC), opgeborgen in voornamelijk
het Nationaal Archief te Den Haag en de archieven van de
vestigingsplaatsen van de zes kamers van de VOC:
Amsterdam, Rotterdam, Delft, Middelburg, Hoorn
en Enkhuizen. De geschiedenis van een onderneming,
opgericht op 20 maart 1602 voor het alleenrecht op de handel
en scheepvaart naar Azië, waarvoor meer dan 2000 schepen
hebben gevaren. Qua omvang en organisatie is deze onder
neming tot op heden niet geëvenaard, zodat het predicaat
Werelderfgoed zeker op zijn plaats is. Op 17 maart 1798 is
de VOC officieel ontbonden.
Het kleine Bergen van toen is geen vestigingsplaats van
een VOC kamer geweest en zelfs Alkmaar niet. Het zich in
het Regionaal Archief Alkmaar bevindende object is een brief,
gedateerd 13 October 1777 van de bewindhebbers van de
Verenigde Oost-Indische Compagnie ter kamer Amsterdam,
trzr j
r 7
naar aanleiding van aangedreven goederen uit het op
31 augustus 1777 voor Egmond aan Zee verbrijzelde
compagniesschip Overhout op de kust van ons dorp, zoals
hierna volgt en gericht aan de: Hoog Wel Gebooren Heere
Den Heere Gr ave van Nassau, Heere Van Bergen etc. etc.
te Alkmaar
Hoog Wel Gehore Heer!
Geïnformeert geworden zijnde, dal er eenige goederen uit
ons voor Egmond op den 31 aug. gestrandde, en vervolgens
verbrijselde schip Overhout te Bergen zouden zijn aangespoeld,
zoo versoeken U Hoog Wel gehore alsulke aan onsen gequalifi-
ceerden den Heer Jan Planteyt te Egmond op Zee residerende
te willen doen overhandigen. Waarmee de Uw EI oog Welgehore
de Oost Ind. Comp. dienst zal doen, en ons hijsonder
verpligten, die d' Eer hebben zig met agting te noemen.
Amsterdam 13 October 1777 Uw Hoog Wel Gehore Zeer
ootmoedige Dienaren: De Bewindhebberen vand'Oost Ind.
Comp. ter kamer Amsterdam, en uit deselve, W. Faas, Jacoh
Elias Amondszm, W. V. Eleemskerck, Hendrick Alewijn.
Deze brief kwam dus anderhalve maand na het vergaan van
de Overhout. Daarop werd per 28 oktober gereageerd:
Wel Edele heeren.
Ter rescriptie op UwelEdelheedens geeerde in den 13e deezer,
diend, dat nae gemaekt accord, zoo van arheids, hulp, berg en
andere loonen, mitsgaders kosten en rechten hoe genaemd) wij
zeer gaerne, alle zodanige goederen als op het strand onzer