De toenmalige
voorzitter Atie
Blok-Boas
complimenteert de
prijswinnaars.
Derde van links:
Corrie Stienen-
Musch
Thuiskomst
We kwamen terug van vakantie. Het was een lange
vermoeiende rit geweest, waarvan tot onze vreugde het
einde in zicht begon te komen. In rap tempo naderden we ons
dierbare dorp. En toen we na de laatste bocht de Bergerweg
opreden begon mijn thuisgevoel zich te roeren in herkenning.
Daar was de Zeemeermin, oord voor nachtelijk verpozen.
En verder in het veld de Damlander molen met op de
achtergrond de duinenrij. We passeerden garage De Reus,
en daarna bakker De Lange aan de overkant. Toen nog even
voorbij de Markc de hoek om, en we waren er. We stapten uit
en ik keek omhoog. Dag huishad ik willen roepen. Terwijl
Ben, mijn man, nog bezig bleef met de auto en de bagage
klom ik met stijve knieën de trap op naar de tweede étage.
Hoera huis, hier zijn we weer! Ik opende de deur en mijn
thuisgevoel waaierde wagenwijd open. Ik dumpte pak en spul
op een stoel en repte mij naar het kleinste kamertje. Géén
plek op aarde waar het thuisgevoel zich sterker aandient.
Daarna liep ik de woning door als een hond die snuffelend
zijn territorium aftast. Ik zette de ramen wijd open en ook de
balkondeur. Trok de zonwering op, zodat het licht in vrije
val kon binnen stromen. Neuriënd maakte ik in de keuken
voorbereidselen voor de koffie, en toen ik het apparaat had
ingeschakeld begon behaaglijkheid mij te omsluiten.
Heerlijk weer thuis te zijn.
Je huis en je thuisgevoel zijn onlosmakelijk
verbonden, en gezegend de mens die het heeft. Niet iedereen
is zo gelukkig. Talloze mensen, ontheemden en vluchtelingen
overal op de wereld, zwervers in grote steden, mensen, ja
mensen, die slapen in kartonnen dozen, onder bruggen en
viaducten, al die mensen hebben hun huis verloren en
daarmee hun thuisgevoel.
Ieder mens kan het verliezen, al is het maar voor korte tijd.
Na een beslissing bijvoorbeeld, waarbij het verstand het
noodgedwongen winnen moest van het hart. Verhuizen vanuit
een plezierig vrijstaand huis met een grote tuin, naar een
seniorenwoning, tweehoog, met balkon, dat is niet echt leuk.
Maar als je bed er eenmaal staat en je gemakkelijke stoel
zijn plaats heeft gevonden, als de gordijnen hangen en de
schemerlampen branden, dan ontluikt er, merkwaardig
genoeg, toch weer een gloednieuw thuisgevoel en gaat
groeiende heen.
De Engelsen hebben een bekend spreekwoord:
Your home is your castle. Zou een kasteel bewonen het meest
begeerlijke zijn? Voor mij niet. Maar soms, als ik bezig ben op
het balkon met de plantenbakken, en tussen het gloeiend rood
van de geraniums het dorre blad en de uitgebloeide bloemen
weg pluk, dan kan het gebeuren dat ik even, rustend met mijn
armen op de balustrade, sta uit te kijken over onze naaste
omgeving. Naar de huizen van onze buren verderop, en het
pas aangelegde rozenpark waarop ons zicht belemmerd wordt
door bomen en heesters. Naar de Markc en het mortuarium,
en het kleine grasveld hier beneden. Dan wil ik wel eens
wegdromen en met een beetje fantasie kom je een heel eind.
Verdwenen zijn de huizen van de buren en het rozenpark.
Voor mijn ogen ligt een schitterend gazon, omgeven door
rijk bloeiende borders. Weg zijn ook de Markc en het
mortuarium. Glooiende groene heuvels strekken zich uit.
Met hier en daar wat vee dat zich, tevreden grazend, tegoed
doet aan het malse gras. Ver weg, aan de einder liggen
geheimzinnige bossen waarvan de contouren donker afsteken
tegen de helder blauwe hemel. Daar houdt het wild zich op
waarvan menig boutje zijn weg vindt naar onze tafel.
Tja, ik heb het al gezegd, met een beetje fantasie kom je
een heel eind. Mijn prachtige kasteeltuin! Mooi hoor, maar
voor mij hoeft het niet. En als de omgeving weer in zijn
normale staat is teruggekeerd, kijk ik in het groen van
een grote berk en zie daar, met genoegen, mijn gevederde
overburen druk doende met hun kroost. Even later, als ik
mij wil omdraaien om naar binnen te gaan, hoor ik ergens
een klok slaan. Van de Ruïnekerk misschien? Een klok -
daardoor moet ik denken aan een ander spreekwoord.
Geen Engels en niet zo hoog gegrepen, maar gewoon
Hollands, knus en gezellig. En, o zo waar, want
Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.