-- Brief van korporaal Westen aan zijn zoontje Harry, 13 september 1939. (Familiearchief Westen) Fragmenten uit het dagboek Ik ben de korporaal Westen, J.H. Tb.J. van de lichting '27. Sedert 29 Augustus '39 ben ik gemobiliseerd in Bergen aan Zee bij mijn eigen 12c' Reg. Infanterie. Dat zijn bewogen dagen geweest, die eerste dagen van de mobilisatie. Bij schitterend zomerweer ben ik hier met honderden lotgenoten via Stavoren-Enkhuizen aangekomen. Drukte van voeding, kleding, indeling en inkwartiering, de afwezigheid van dierbaren en eigen huis en haard, het ongewone van bezigheden en omgeving en daar komen overheen de zenuwachtige spanning om hetgeen in Europa staat te gebeuren. Maar alles went. Vooral als na twee weken de veldpost eindelijk functioneert en ik een vrijwel dagelijks contact met vrouw en kinderen heb. Nog drie weken later geniet ik mijn eerste verlof. Inmiddels leven we hier primitief maar gezond. Ik geniet van zee, strand, duin en boshernieuw oude vriendschappelijke betrekkingen en knoop nieuwe aan. Achtereenvolgens bewoon ik ongeveer alle hotels, pensions en villa's, die Bergen aan Zee rijk is. Inmiddels doe ik mijn best, me voor ontwikkeling en ontspanning verdienstelijk te maken en word ik gebombardeerd tot bestuurslid van de inmiddels opgerichte R.K. Militairen-vereniging en mede belast met de oprichting van een R.K. Militair tehuis. Bovendien neem ik de functie van directeur-organist van 't zangkoortje op me, dat in 't vervolg de Zondagse H. Mis in 't protestantse Vredeskerkje van Bergen aan Zee zal opluisteren. Daar heb ik dan meteen de baan te pakken, waar elke Soldaat naar snakt en die me aan 'l depót zal binden, want als de detachementen worden geformeerd en de oude lichtingen uit 't depót wegtrekken, blijf ik met de baant jesgastcn als: putjesscheppers, electriciens, timmerlieden, muzikanten, enz. achter. De voorbereidende werkzaamheden voor 't Militair tehuis verlopen vlot en begin Oktober wordt dit in villa Aquariusgeopend, juist enige dagen nadat de nieuwe lichting biggen'40 is opgekomen. Dat Militair tehuis onder 'vader' en 'moeder' Jaarsma wordt 't lichtpunt van mijn verblijf in Bergen aan Zee, een waarachtig tehuis voor mij en voor vele anderen met mij, al blijven de verlofdagen in eigen huis bij vrouw en kinderen daar uiteraard nog mijlenver boven uitsteken. De weken, de Zondagen met hun gezongen Hoogmis, de verlofdagen rijgen zich nu in deze nieuwe orde snel aaneen. Ik ben nu als instructeur ingedeeld bij de biggen en maak nog tot tweemaal toe een snoepreisje naar Den Haag om een delinquent voor den officiercommissaris te geleiden. 't Verblijf in villa's en koloniehuizen wordt verwisseld voor de legering in 't nieuwe barakkenkamp en niets wijst erop, dat in deze nieuwe sleur der dagen voorlopig verandering zal komen. Natuurlijk wordt er gekankerd, vooral door de oudjes, nu wel steeds nieuwe lichtingen opkomen, maar de oudste lichtingen niet volgens programma afzwaaien. Sinterklaas ligt al weer weken achter ons en zo naderen we Kerstmis. De ongewone, maar schone stemming van deze Kerstnacht '39 zal me lang heugen. De Nachtmis wordt door een jongenskoortje uit Bergen-Binnen gezongen. Klaar zingen hun stemmen het 'Et in terra pax'. Wat een onwaardeerbare vrede genieten we nog temidden van 't oorlogsgeweld om ons heen. Ik doe mijn best de jongens 't ver-van-huis-zijn te doen vergeten. Een gezellig ontbijt bij kribbe en Kerstboom in 't tehuis en dan in de middag een blij huis-toe met verlof. 12° bataljon infanterie op oefening. Staand links korporaal Westen. Familiearchief Westen) Infanteristen in de branding, september 1939. Links korporaal Westen. (Familiearchief Westen)

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2007 | | pagina 26