Bij de le divisie onder leiding van generaal Herman Willem
Daendels, was ingedeeld de compagnie Rijdende Artillerie no. 2
onder commando van kapitein d' Anguerand. Sterkte van de
compagnie: 101 manschappen en 112 paarden. Zij beschikten
over 4 kanonnen van 6 pond en 2 houwitsers van 2 pond. Op 8
augustus 1799 lagen in Haarlem 54 man (onder d' Anguerand)
en in Alkmaar 42 man (twee zogenaamde halve compagnieën).
Op 23 augustus werd de compagnie in Alkmaar samengevoegd.
Bij de in Groningen gelegerde 2e Bataafse Divisie onder
aanvoering van generaal Dumonceau, was ingedeeld (in de 2e
brigade van generaal-Majoor Bonhomme) de Compagnie
Rijdende Artillerie no. 1 onder commando van kapitein H.F.
Cordcs en de officieren: le luitenant J.C. Sprecher de Bernegg
en de 2e luitenants P.J. Straube en J.S. Pistor. Sterkte van de
compagnie 114 manschappen en 100 paarden. Deze compagnie
beschikte over dezelfde bewapening als de eerdergenoemde.
De divisie Dumonceau vertrok op 30 augustus vanuit
Groningen naar Noord-Holland.
Op 9 september had de Compagnie Rijdende Artillerie no.
2 met drie divisies stellingen betrokken in respectievelijk
Schoorldam, Koedijk en Alkmaar (tactische reserve en ter
beveiliging achtergebied). De le Compagnie Rijdende Artillerie
bevond zich in St. Pancras. Op 10 september werd de eerste
aanval op de gelande troepen ingezet maar dit werd niet direct
een succes o.a. omdat de brigade van Bonhomme de divisie van
Daendels voor de voeten liep of beter gezegd de pas afsneed.
Daendels werd nu genoodzaakt om Maartensbrug aan te vallen.
Hierbij vertoonden kapitein d'Anguerand en de luitenant-
adjudant Maas dermate dapper gedrag dat dit speciaal aan de
Agent van Oorlog41 werd gemeld. Maas raakte overigens
gewond en drie stukken geschut gingen verloren. Daendels
schreef over de Rijdende Artillerie: artillerie surtoul a mérité
les plus grands éloges.
Plet optreden van de Rijdende Artillerie in de brigade
Bonhomme op 10 september gaf een rommelige indruk.
Eerst had de brigade geen artillerie omdat die zich nog niet had
gemeld maar Bonhomme 'vond' twee stukken in Schoorldam,
nam deze mee en zette hen net buiten Tuitjenhorn in op de
vijand die achter de dijk in opstelling zat. Later op de dag werd
de brigade op raadselachtige wijze versterkt door twee stukken
van de 2e compagnie, zeer waarschijnlijk gecommandeerd door
2e luitenant Straube. Na de 'affaire' op 10 september namen
vrijwel alle troepen hun posities van voor 10 september weer in.
Het woord affaire werd gebruikt voor militaire acties die niet
direct de militaire schoonheidsprijs verdienden.
Op 19 september 1799 volgt dan de grote aanval van de
Engelsen en de Russen onder bevel van de Russische generaal
Hermann. Terwijl de Russen tot in Bergen doordrongen,
verdedigde luitenant Straube de brug over de Cocdijkervaart in
Schoorldam om zo Dumonceau de gelegenheid te geven zijn
troepen te verzamelen. Dit gebeurde vermoedelijk tussen 6 en 7
uur in de ochtend. Voor het overige trokken de Engelsen en de
Russen snel op. Hierdoor was de vrij snelle inzet van de reserve
onder commando van de Franse generaal Guillaumc Brune,
opperbevelhebber van de Franse en Bataafse troepen,
noodzakelijk. Brune beschikte over een divisie Rijdende
Artillerie (vermoedelijk 2, maximaal 4 stukken). De inzet van de
reserve was succesvol want het gevolg was: de Russen tuierden
in de grootste wanorde gebrachtvlugtende sommigen in de
Duinen, die zij van agteren hadden, en de andere naar Bergen.
De Engelschen namen de vlugt op Groet, latende hunne
Dooden, Gekwetsten en zeer veele Gevangen aan ons op het
slagveld.
Op 19 september raakten luitenant Straube en tien van zijn
manschappen gewond, een paard gekwetst en vier paarden
Overzicht twee brigades (fotocollectie auteur).
■793 C '99 Dm ai l'tbruary
De twee Brigades rydende Artillerie zullen bejlaan.
Adjudant
"I wede Adjudant
Eerfte Chirurpyn
wedt Chirurg; n
Onder-Piqueur
Paardcmeefter op Waf
Eerfte Luit. led. op ft
Indcr-Luit.i
Wagttneefters icd.
Quarticrmeeflcr
Gefryte Corp oraal
Corporaah ictL
Trompetter
nmemed.
nerliedcn icd.
Smit
Wiclemaker
Solliciteur