Drie foto's van de school: Hoofdingang met karakteristieke deur en zuil met lantaarn. De tuin met waterbekken, beeldje en openluchtklas. Onderste afbeelding: gezien vanaf het Spaansche Pad (ansicht eigendom Jan Oostveen). Wal vooraf ging. Vanaf 1846 was op de hoek van de Dorpsstraat en de Schoolstraat (thans Ruïnelaan) een dorpsschool gevestigd waarin zes- tot twaalfjarigen van alle gezindten onderwijs ontvingen. De school kwam tot grote bloei onder leiding van meester J. Francken, hoofd van 1867 tot 1909, hulp onderwijzer P. van Hoorn, die het stokje in 1909 overnam en de progressieve onderwijsverbeteraar W. Buis, voormalig hulponderwijzer, later makelaar en raadslid. Er had een uitbreiding plaats tot zeven leerjaren en er werd een houten hulpgebouw geplaatst. Helaas liet in de jaren die volgden het onderhoud sterk te wensen over en nadat in de jaren twintig de andere gezindten naar eigen schoolgebouwen verhuisden sprong in april 1929 de Vereniging Bergens Belang voor het openbaar onderwijs in de bres. In een brief aan de Gemeenteraad van Bergen pleitten namens het bestuur de heren De Haas en De Lange voor de bouw van een nieuwe openbare lagere school omdat hiermede het algemeen belang in hooge mate gediend wordt. Het is namelyk een verblydend verschynsel dat naast de groote verdeeldheid, die op onderwysgebied heerscht, er in Bergen zoo velen gevonden worden, die de voorkeur geven aan het Openbaar onderwijs. Volgens de brief voldeed het gebouw niet aan de eisen des tijds, ontbrak een afgezet speelterrein, lag de school op een gevaarlijk kruispunt, ontbraken het nodige zonlicht en afdoende verwarming en was er een tekort aan waterclosets en wasgelegenheid. De brief eindigde met: Voegt men hierby dat het gebouw als geheel niet dien indruk maakt als noodig is, om aanstaande bewoners onzer gemeente er toe te brengen hunne kinderen naar de Openbare School te zenden, zeer tot schade van het algemeen en het onderwijs in het byzonder, dan is de verwachting, dat Uw Raad het bovenstaand billyk verzoek, in welwillende overweging zal willen nemen, geenszins eene ydele. Dat gebeurt inderdaad, want al een maand later volgt een positief antwoord van Burgemeester en Wethouders. De voorstellen hebben vervolgens nog heel wat voeten in aarde en worden doorlopend gewijzigd en aangepast. Er wordt voor fl. 10.000 grond aangekocht tussen de Jan Oldenburglaan en de Breelaan (het huidige Binnenhof), waarop uiteindelijk nooit een school zal worden gebouwd. Als de ouders 'bij geruchte' vernemen welke plannen er rondgaan stuurt de voorzitter van de oudercommissie (ja, die was er dus toen al!), L. den Das, in november 1929 een brief aan de gemeenteraad waarin deze plek als ongeschikt wordt ontraden. De leerlingen die hoofdzakelijk in het zuidoostelijk deel van het dorp wonen zouden diverse malen per dag het gevaarlijke spoor (de Bellolijn!) en drukke wegen moeten oversteken. Dan wordt achtereenvolgens aanbouw bij de ULO aan de Beemsterlaan overwogen, nieuwbouw voor de ULO op het Binnenhof, verbouw van de ULO tot lagere school, nieuwbouw van de ULO of de lagere school aan de Karei de Grotelaan. In diezelfde maand adviseert het hoofd gemeentewerken J. H. Roggeveen in een uitvoerig rapport om dit allemaal niet te doen, de ULO aan de Beemsterlaan te laten en voor de lagere school een andere plaats te zoeken. Vervolgens komt in februari 1930 de oudercommissie met drie alternatieven: a) ten noorden van de begraafplaats; b) ten westen van de begraafplaats en c) op de hoek van Studler van Surcklaan en Meerweg. Op 7 februari ondersteunen de ouders, bijeen in

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2007 | | pagina 20