VERTELLEN OVER VROEGER
Henri ten Holt te
midden van zijn
zoons. Rechts op
de foto Simeon,
links Friso.
(Foto: eigendom
Simeon ten Holt)
Vruchtbare grond
Het gezin Ten Holt telde vier kinderen, Kitty, Friso, Simeon
en Gesina, die Sientje werd genoemd.
Simeon werd op 24 januari, 1923 om acht uur op de
Doorntjes in Bergen geboren. 'Volgens de astrologie ben ik
een dubbele Waterman. Mijn vader, een kunstschilder, was een
buitengewoon minzame maar ook eigenzinnige man. Hij
wilde niet bij de 'Bergense Schoolhoren. Over zijn eigen
prestaties was hij niet gauw tevreden. Hij was voortdurend in
gevecht met zich zelf en zocht altijd de grens achter de grens.
De voorwaarden voor zijn bestaan waren een huis, werk
en een atelier. Geld was niet belangrijk. Net als Friso, mijn
oudere broer die eveneens kunstschilder is geworden, hield ik
van tekenen, maar vanaf mijn tiende jaar koos ik voor de
muziek. Als kind ging ik al naar de Beethovencyclusmet
kunst en muziek ben ik groot gebracht. Ja, ik kan wel zeggen
dat ik op vruchtbare grond ben opgegroeid.
Bij ons thuis kwamen bijzondere mensen over de vloer, o.a.
Mattheus Lau, Jaap Weijand en Pierre van Eijck (dichter en
recensent voor de NRC in Londen). Ze behoorden tot de
Nieuwe Kring.' De Nieuwe Kring was een gezelschap van
filosofen en kunstenaars. Ze. woonden in 1916 in de omgeving
van Bergen, dat steeds meer als kunstenaarskolonie in opkomst
was. Ze bekritiseerden de moderne beschaving en streefden een
levenshouding na van zelfdiscipline en bezinning.
Simeon ten Holt
voor zijn huis aan
de Loudelsweg in
Bergen dat
vroeger de
'Wolkenkrabber'
werd genoemd.
(Foto:
Trees Staarink-
Bruinsma, 1984)
Simeon vertelt verder over zijn jeugd: 'In sport was ik niet zo
goed en daarom meestal reserve bij het voetballen. Na
schooltijd, ik zat toen op de Bosschool in Bergen, speelde ik
vaak een spelletje voetbal met mijn vriendjes, Karei Colnot en
Gerrit en David Kouwenaar, op een landje op de hoek van de
Meerweg en de Midden Geestweg, waar nog geen bebouwing
was.
Vanwege tegenvallende prestaties van mijn broer Friso en
zus Kitty op het gymnasium, werd ik naar de H.B.S. van de
bekende pedagoog Daalder in Alkmaar gestuurd. In de derde
klas ging ik muziek studeren bij Jacob van Domselaer,
componist en pianist aan de Natteweg in Bergen. Omdat deze
musicus geen heil zag in het blokken voor examens, heb ik
geen conservatoriumopleiding gevolgd.
Van 1942 tot 1949 woonde Ten Holt, tegelijkertijd met
Jaap Min, in een studentenhuis in Amsterdam. Met zijn
jongste zus Sientje, die beeldend kunstenaar was, vertrok hij
in 1949 naar Parijs. Daar volgde hij met een aantal jonge
componisten colleges bij Honegger en Milhaud.
Hierna reisde hij met Sientje naar de Cöte d'Azur. 'Wij
waren pendanten, konden het heel goed met elkaar vinden en
hebben samen veel avonturen beleefd. Met haar heb ik de
wereld verkend. Tot mijn veertigste jaar ben ik voornamelijk
door anderen gesteund, waardoor ik altijd op mijn eigen
kompas heb kunnen varen.
Rond de Nesdijk
Van 1953 tot 1967 woonde Simeon in een bunker aan de
Groeneweg. 'Om rustig te kunnen werken ben ik van
Amsterdam naar Bergen verhuisd. Door geldgebrek moest ik
de tering naar de nering zetten en nam ik mijn intrek in een
bunker tegenover het buis van Adriaan Roland Holst die aan
de Nesdijk woonde. Zonder water, gas en elektra was het
uiterst primitief wonen.
Op deze plek componeerde Ten Holt een aantal
muziekwerken en ontwikkelde hij de 'diagonaalgedachtc'. Op
de vraag wat de 'diagonaalgedachte' precies inhoudt,
antwoordt hij: 'het heeft met de kwintencirkel te maken, maar
dit is niet zo maar uit te leggen.
In 1963 werd Simeon de nieuwe buurman van Roland