ten Holt
Interview
met Simeon
BERGENAREN VERTELLEN OVER VROEGER
Simeon ten Holt werd op 24 januari 1923 in Bergen geboren
als zoon van de bekende kunstschilder Henri ten Holt. Hij
studeerde compositie bij Jacob van Domselacr
(componist/pianist) in Bergen en bij Honcgger en Milhaud in
Parijs. Simeon woonde enkele jaren in Amsterdam en Parijs,
maar kwam in de jaren vijftig van de vorige eeuw terug naar
Bergen. Een bunker aan de Groeneweg werd zijn nieuwe
woon- en werkplek. Hier componeerde hij een aantal werken
voor o.a. piano, strijkers, mezzosopraan, pratende en spelende
instrumentalisten. In deze periode ontwikkelde hij een eigen
toonmcthodiek, de 'diagonaalgedachte'. De composities:
Diagonaalsuite voor piano en Diagonaalmuziek voor strijkers
zijn hieruit voortgekomen. Hij schreef artikelen voor het
literaire tijdschrift Raster en was in 1968 medeoprichter van
de Werkgroep Bergen Hedendaagse Muziek. Bij het
dertigjarig jubileum van deze Werkgroep, in mei 1998,
ontving Ten Holt een erepenning van de gemeente Bergen
voor zijn niet aflatende promotie van de Hedendaagse
Muziek. Vanaf 1970 doceerde hij enkele jaren hedendaagse
muziek aan de Academie voor Beeldende Kunst in Arnhem.
In 1975 componeerde Ten Holt Canto Ostinato waarvoor hij
in 2001 een gouden CD kreeg uitgereikt. Dit avondvullende
pianowerk voor twee of meerdere piano's is tot ver over de
grens bekend geworden. Zijn oeuvre omvat ongeveer 60
composities. In 2000 is Simeon ten Holt, tijdens een concert
in Rotterdam, benoemd tot ridder in de Orde van de
Nederlandse Leeuw.
Denkpauze tijdens het dagboekschrijver! (Foto: Trees Staarink-Bruinsma, 1984)
De wolkenkrabber
Nu zit ik tegenover de componist in de Wolkenkrabber, zoals
zijn huisje aan de Loudelsweg vroeger in Bergen werd
genoemd. Simeon, vriendelijk gezicht, zwart shirt met een
loshangende bordeauxrode sjaal, zit omgekeerd leunend op
zijn rollator.
Schuif mijn bureaustoel maar bij bet tafeltjezegt hij,
want die zit lekker. Wil je thee f'
Wat verscholen achter een trap die naar een kleine vliering
leidt, bevindt zich de keuken. Op de onderste treden van de
trap staat een servies uitgestald. Terwijl mijn gastheer wat aan
het redderen is, kijk ik eens om mij heen. Zijn woon-, werk
en slaapkamer is van bescheiden formaat in tegenstelling tot
de zwarte Steinwayvleugel, die het middelpunt van zijn
leefruimte vormt. Een kristallen glasservies staat uitnodigend
op de gesloten klep met op de achtergrond een groot portret
van de componist in olieverf. Onder de vleugel staat de
stofzuiger klaar voor gebruik.
Door artrose speelt Simeon geen piano meer; alles gaat nu
voor hem, om in een muziekterm te spreken, lento-piano. Op
het bureau, links in de hoek voor het raam, staat een
opengeklapte laptop; een printer en een volle prullenbak
eronder. Boeken en cd's staan binnen handbereik.
Dagboeken
In zijn boekenkast springen de bruin gekafte boeken meteen
in het oog. Ze staan keurig op rij, genummerd van één tot en
met veertig. Het zijn mijn dagboekenvertelt hij. 'Op mijn
dertigste ben ik er mee begonnen. Elke dag schreef ik erin
behalve als er niets gebeurd was. Eerst met de pen, nu met de
computer. Al mijn gebeurtenissen verwerkte ik hierin tot
'compost'waardoor ik later Lot een compositie kwam. Van
dagboekschrijven kwam ik tot notenschrijven. Beide zijn
verbonden met elkaar, het ene voedt het andere. Nu schrijf ik
mijn memoires waarvoor ik weer passages uit mijn dagboeken
gebruik.
TREES STAARINK-BRUINSMA