KOLONIEHUIZEN IN BERGEN AAN ZEE In de ziekenkamer van het Zeehuis. De ernstige gevallen gaan naar het ziekenhuis in Alkmaar. (Collectie Piet Mooij). Ook sommige verzorgsters hebben plezier bij het pootjebaden, circa 1920. (Fotoarchief gemeente Bergen). aangespannen om zijn route te vervolgen. In 1908 werden door deze paardenlorrie al 14.000 passagiers van Bergen naar Bergen aan Zee vervoerd voor de prijs van 10 cent per persoon, kinderen half geld. Een jaar later, op 26 juni 1909, trok 'Bello' de eerste wagons Bergen aan Zee binnen. Achter het herstellingsoord stonden enkele ziekenbarakken voor niet ernstig zieke kinderen. De medische zorg kwam voor rekening van de huisarts Van Pelt uit Bergen die een enkele keer een kindje door moest sturen naar het ziekenhuis in Alkmaar. Gedurende de jaren 1914-1918 werd het huis tijdelijk bezet door marinepersoneel van de kustwacht. Het herstellingsoord werd na 1918 verkocht aan het Centraal Genootschap. In de periode die hierna volgde bezorgde de Bergense goochelaar Cor Sijpheer, alias Professor Remidol, de kinderen aan het eind van de vakantie een vrolijke afscheidsmiddag. Tevens trad hij op als Sinterklaas toen het koloniehuis ook 's winters in functie bleef. Tine Dona bleef als directrice aan het Burgerweeshuis verbonden tot ook de exploitatie in 1923 overging naar het Centraal Genootschap. Zij bleef daarna in Bergen aan Zee wonen in het door Vorkink en Wormser voor haar ontworpen huisje aan de Paulineweg. Mejuffrouw Hendrika Güthard werd benoemd als de nieuwe directrice van het Herstellingsoord van het Burgerweeshuis. Zij bleef die functie vervullen tot 1939. Begin 1939 waren er tot grote verbazing van een passant kinderstemmetjes te horen in het Zeehuis. Het bleek dat er 89 Duits Joodse vluchtelingetjes, kinderen van drie tot zestien jaar, waren ondergebracht onder auspiciën van het Centraal Genootschap. De directrice had dit niet gemeld aan het gemeentebestuur. Wel had de hoofdveldwachter de legitimatiebewijzen van de kinderen ingenomen. Burgemeester H.D.A. van Reenen vroeg de Procureur- Generaal in Amsterdam hoe verder te handelen. Het probleem echter loste zichzelf op want de kinderen verdwenen in de loop van het jaar deels naar de joodse kinderopvang van de Doopsgezinde Gemeente in Schoorl, deels naar particulieren en ook wel naar het buitenland. Tijdens de Duitse bezetting waren er Duitse militairen gelegerd in het koloniehuis en na 1945 lagen er een tijdlang militairen van het Nederlands Militair Gezag. Nadat het koloniehuis in oktober 1949 weer in gebruik was genomen, werd het in januari 1950 officieel heropend. Plet werd nog enkele jaren geëxploiteerd door het Centraal Genootschap totdat in de loop van de jaren vijftig de deur ook hier achter de laatste bleekneusjes dichtging. Volgens Adriaan van Dis heeft ook de Griekse bemanning van de aan de grond gelopen Katingo enige tijd in het Zeehuis gebivakkeerd. Dit schip heeft van 21 december 1954 tot 20 februari 1955 voor de kust vastgezeten voordat het weer verder kon varen. In 1959 werd het gebouw door de stichting Natuurvriendenhuizen en kampeerterreinen in Nederland (Nivon) gekocht. Na een opknapbeurt werd het voormalige koloniehuis het 'Zeehuis' op 29 april 1961 heropend door de toenmalige burgemeester Lo de Ruiter. Het Nivon werd begin jaren dertig in Nederland opgericht. Langs de kust van Nederland staan drie Nivon-huizen, die zeer in trek zijn bij studiegroepen, scholieren en particulieren. Bij allen is het Zeehuis in Bergen aan Zee favoriet. De stichting wordt gerund door vrijwilligers, de 'huiswachten'. Het huis heeft nu 31 kamers en 86 bedden. Het aantal overnachtingen ligt rond de twintigduizend per jaar. Ook lange afstandswandelaars of fietsers kunnen er, voor hooguit drie nachten, hun tentje opzetten. ITier maken ongeveer zeshonderd mensen per jaar gebruik van. Na een enorme face-lift in 1994 werd het nog steeds monumentale Zeehuis op 25 juni feestelijk heropend. Met behulp van vele vrijwilligers was de buitenkant opgeknapt en was het interieur ingrijpend veranderd. Gelukkig vindt men in de hal nog de marmeren steen die destijds werd onthuld door de heer Insinger. Ook de glas-in-loodramen, met daarin de gemeentewapens van Amsterdam en Bergen, in het trappenhuis zijn nog intact. Deze herinneren aan de tijd dat het Zeehuis in gebruik was als dependance van het Amsterdams Burgerweeshuis.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2006 | | pagina 9