De Heer en Mevrouw J. F. len Berge-Grol geven
mei groole blijdschap kennis van de geboorte van bun
vierde kindje GEMOBILISEERD IIM BERGEN AAN ZEE
INIGO
Archieven
Archief Eemland, Amersfoort.
Ministerie van Defensie,
DARIC/BRIOP, Kerkrade.
Regionaal Archief Alkmaar: Geeft
Acht, nummers 1 - 33.
Literatuur
Bergense Kroniek.
Themanummer 1: Bergen
'40-'45. Mei 1995
Bouwkunst in Bergen en Bergen
aan Zee 1900-1940. Cahier 3 bij
de gelijknamige tentoonstelling
in Museum Kranenburgh. 1997
M. van Reenen-Völter,
De Heerlijkheid Bergen in woord
en beeld. Alkmaar, tweede
uitgebreide druk 1948.
A.A. Veer, Kroniek van Bergen
aan Zee 1906-1946. In: Bergen
aan zee. Badplaats sinds 1906.
Schoorl, 1981.
Frits Zeiler, Uit de geschiedenis
van Hotel Nassau-Bergen.
Bergen, mei 1996. Uitgave in
eigen beheer.
Geboortekaartje
van Inigo ten
Berge, de baby
uit het verhaal.
dnt bij bet H. Doopsel onder de bijzondere bescherming
werd gesleld van de I I.H.
IGNAT1US WENCESLAUS PAULUS MARTINUS
en MARIA
BERGEN (N.H.) 28 April 1940
Maria-Hedwig
ten Berge,
Bergen 1940.
Waarschijnlijk
in de tuin van
Doorntjes 8. Op
de achtergrond
militairen.
Gezin ten Berge, augustus 1943 in
Amersfoort. V.l.n.r. Louis, Peter (op
schoot), Sjef (J.F.) ten Berge, Sjef
jr.(staand), Mary (M.J.E.) ten Berge-
Grol, Maria-Hedwig (staand), Inigo
(zittend). Op moeders schoot: Ellen,
de schrijfster van dit verhaal.
tegen te houden. Hij stond 's morgens klaar bij het station van
Bergen om te vertrekken. Er werden pakketjes brood
uitgedeeld aan de vertrekkende soldaten. 'Laat dat brood
maar zitten,'zei mijn vader, 'ik stop mijn zakken liever vol
met kogels.'
Terwijl mijn vader daar stond te wachten hoorde mijn
moeder van de buren dat de militairen op het punt stonden te
vertrekken naar het front. Ze greep de baby uit de wieg, nam
hem in haar armen en rende naar het station. Daar zag ze
vader staan. Moeder vertelde later: 'Ik was wanhopig en
voorvoelde dat vader niet meer terug zou komen en dat ik er
alleen voor zou komen te staan met vier kinderen. Ik ging dus
enorm te keer, huilen, tumult maken. Ik ging naar de
commandant en zei: 'Dat kunt u me niet aandoen!' Ze
klampte zich vast aan de mannen die de leiding hadden.
'En toen gebeurde een wonder,' zei ze. 'Vader werd door
de commandant uit de groep wachtende soldaten gehaald. Hij
hoefde niet mee naar het front. De soldaten vertrokken
zonder hem!'
'Iedereen was vreselijk gespannen,' zo vulde mijn vader
het verhaal aan. 'Het kwam de legerleiding helemaal niet goed
uit dat er een vrouw zo hartverscheurend stond te huilen. Dat
gaf maar extra onrust.'
'En wat deed je daarna?'vroeg ik mijn vader.
'De leiding zat natuurlijk met mij in zijn maag en heeft
me toegevoegd aan de staf van het Militair Tehuis. Moeder
heeft toen mijn leven gered,' besloot mijn vader het verhaal,
'want er zijn veel soldaten omgekomen op de Afsluitdijk'.
Na de capitulatie, eind mei 1940, keerden mijn ouders
terug naar Amersfoort. Hun oude huis op de Koningin
Sophialaan was getroffen door een bom. Als mijn moeder
daar was blijven wonen, was ze er vermoedelijk niet meer
geweest en dan was ik niet geboren. Ze gingen met hun vier
kinderen wonen op de Anna Paulownalaan 18. Daar werd ik
in 1943 geboren als zesde kind. En daar hoorde ik in mijn
jeugd de verhalen die ik hierboven heb opgeschreven.
Mijn vader is 89 jaar geworden en mijn moeder 100. Ze zijn
allebei in Amersfoort blijven wonen. Hun verhalen leven
voort.
Nawoord
Voor mijn beide ouders liep de oorlog goed af. Maar wat is
goed? Hoe zullen de kameraden van mijn vader zich gevoeld
hebben, daar op dat plein in Bergen, op het punt van vertrek
naar de Afsluitdijk? Dit verhaal had voor mijn moeder ook
heel anders kunnen aflopen. Ik zag eens een oorlogsfilm
waarin een man in legeruniform vertrok met zijn kameraden.
Zijn vrouw klampte zich aan hem vast, maar hij schudde haar
van zich af. Hij koos voor zijn kameraden. Eenzaam bleef de
vrouw achter. De oorlog plaatst een mens voor gruwelijke
keuzen.