...en meren
Aan dc zuidzijde van het dorp lagen de Berger- en
Egmondermeer. De overheersende zuidwestenwinden en de
regelmatige waterpeilverschillen, veroorzaakt door het
hemelwater en drangwater uit de duinen, zorgden ook hier
regelmatig voor wateroverlast.
Op het door Frits David Zeiler in 1986 in Hoog en Vrij
blz. 26 voortreffelijk weergegeven beeld van de dijken rond
Bergen is te zien, dat de Ncsdijk en het Wiertdijkje de
verdediging van het noordelijk daarvan gelegen Bergen tegen
het rusteloze water van de Bergermeer vormden. Met deze
dijken (ook wel dammen) is de Damlanderpolder ontstaan.
Deze dijken sluiten via het Veerdijkje en de Kogendijk ook
aan op de dijk langs de Rekcre.
Vanuit het noordwesten van Alkmaar zijn ook de
Rekcrdijk, de Zuurvensdijk, de Kogendijk, het Veerdijkje en
de Nesdijk te zien. Zo is Bergen gelegen op de duinvoet en
geestgronden, ten noorden en aan de oost- en zuidzijde geheel
omringd door dijken, een plek waar men de voeten droog kon
houden in een tijd waarin de watermolen nog niet was
uitgevonden.
Met een dijk aan de westzijde van de Bergermeer, om het
land tot aan de duinvoet te vrijwaren van afkalving, is de
Philisteinse Polder ontstaan. Deze polder, met dc
Damlanderpolder, de Zuurvenspolder en de
Oudburgerpoldcr, liggen in het noordwesten tegen de
duinvoet of geestgronden en hebben daar dus geen dijken.
Goed beschouwd voldoen ze dus niet aan de definitie polder.
Om het land aan dc oostzijde van de Bergermeer tegen
afkalving te beschermen werd ook hier een dijk aangelegd
waarmede de Sluispolder geheel van een ommeringdijk was
voorzien.
Inmiddels was het waterniveau in dc Rekere door de
inpoldering van de Zijpe en de waterbeheersing rond Alkmaar
in zuidoostelijke richting vrij constant geworden, echter op
een hoger peil dan als gevolg van eb regelmatig werd bereikt.
Hierdoor behoorde de natuurlijke ontwatering van de
aanliggende polders, uitsluitend via de uitwateringssluisjes, tot
het verleden.
Malen met molens
Door de ontwikkeling van watermolens in dc 15c eeuw werd
het mogelijk, water naar een hoger niveau te 'tillen' en
zodoende af te voeren. Nadat dc Rekere verder was ingebed,
zijn van noord naar zuid gerekend de Mangelpolder, de
Noorder-Rckerpolder, dc Middcn-Rckerpolder en dc Zuider-
Rckerpolder ontstaan in het gebied tussen de Klaassen en
Evendijk, de Baakmecrdijk en de Oosterdijk, het Rekertved.
Aan de west-, noord- en oostzijde van de Bergermeer
lagen reeds dijken van de aanliggende polders. Aan de
zuidzijde liep de Bergermeer over in de Egmondermeer. De
banscheiding, de scheiding tussen het rechtsgebied van
Bergen, Wimmenum en Egmond lag letterlijk in het water en
werd deels gevormd door de noordzijde van een tweetal ook
reeds ingepolderde hoger gelegen gebiedjes zoals de
Munnikkenpolder en de Bosmolenpolder.
Met de bedijking van de Bergermeer is op initiatief van
graaf Lamoraal van Egmond en Hendrik van Brederode in
1563 begonnen en nu kon door middel van windkracht de
polder worden droog gemalen. Langs de bestaande dijken werd
een ringsloot gegraven waarbij de uitkomende grond gebruikt
werd voor de binnendijken. De noordelijke Bcrgermecrdijk is
zuidelijk van de Nesdijk aangelegd, waarbij het tussenliggende
gebied aan de Damlanderpolder is toegevoegd.