Droge voeten De strijd tegen het water door de eeuwen heen RU WAALEWIJN Wat is er mooier voor een kind om, als het geregend heeft, in de plassen op straat te spelen. Met laarzen aan er door te lopen, of liever nog er flink in te stampen. Ook op het strand lijkt ieder kind wel een waterbouwkundige in de dop. Ouders die zich met hun kroost langs de vloedlijn hebben geïnstalleerd en belaagd worden door het opkomende water, zullen genoodzaakt zijn maatregelen te treffen in de vorm van waterkeringen. En een gezamenlijke aanpak met medestrandgenoten in de strijd tegen de vloed zal altijd tot gunstiger resultaten leiden. Eeuwige strijd De strijd tegen het water speelt zich sinds mensenheugenis af, niet alleen langs de kust aan de westzijde van Bergen, ook aan de oostzijde was het water een geduchte vijand. De omgeving van Bergen in de 13e eeuw is te vergelijken met een gebied als de Bosplaat op Terschelling of het Oert op Ameland. Een landschap met prielen en kreken, dat door het wisselend zeeniveau van eb en vloed via de Rekere (thans het Noord-Hollands Kanaal), regelmatig werd overspoeld. Dit was een proces, dat op de ene plaats land afknabbelde, om op de andere plaats nieuw land te vormen. Deze strijd is in onze omgeving terug te vinden in plaatsnamen en namen van wegen zoals Schoorldam, Krabbendam, Koedijk en in ons dorp de Nesdijk, Kogendijk en Wiertdijkje, om maar enkele te noemen. Binnen dit gebied lagen in Bergen ook hoog en droog de geestruggen Baakmeergeest en Zanegeest en noordelijk daarvan de Aagtdorpergeest aan de zuidzijde van Schoorl. Tussen de Noordzeekust en de monding van de Rekere lag het duingebied van Kennemerland eindigend bij Petten. Daarachter lag het zeegat van de Zijpe. Noordelijk daarvan lagen de eilanden Callantsoog en Huisduinen en oostelijk het eiland Wieringen. De Rekere loosde ter hoogte van Hargen op het zeegat van de Zijpe. Dit is allemaal te zien op de diverse reconstructiekaarten van Hollands Noorderkwartier 128S-1300 en het nieuwste inzicht die als datum 1350 heeft meegekregen. Voor bewoning in dit door de zee beheerste gebied, was men aangewezen op de tegen de oostelijke duinvoet gelegen hogere schrale geestgronden. Jacht en visserij vormden de voornaamste middelen van bestaan met daarnaast wat veehouderij en akkerbouw met graanproducten. Polders en droogmakerijen Teneinde de bestaansmogelijkheden te vergroten, werden aan de oostzijde van die geestgronden polders aangelegd. De ontstane grond, verrijkt door slibafzetting, maakte dat landbouw en veeteelt hier de voornaamste bron van inkomsten werden. Als in het woordenboek het woord 'polder' wordt opgezocht, valt te lezen, dat 'een polder een door dijken of kaden afgescheiden terrein is, zodat men het buitenwater kan keren en het binnenwater kunstmatig kan afvoeren'. Al naar gelang de wijze waarop een polder tot stand is gekomen, zijn de polders nader onder te verdelen. - Van inpoldering wordt gesproken als er sprake is van een stuk zee, dat door middel van een dijk aan het land wordt toegevoegd, zoals de Wieringermeerpolder. Goed beschouwd is de naam Wieringermeer een onjuiste benaming omdat het nooit een zelfstandig meer is geweest. Het is een ingepolderd deel van de toenmalige Zuiderzee. Het blijkt echter, dat een ondiepte in de Zuiderzee ten zuiden van het eiland Wieringen, al de naam Wieringermeer had. - Landaanwinning is de term voor buitendijks land, dat door de eb- en vloedbeweging aangeslibd is en nadat een zekere hoogte is bereikt omdijkt wordt, zoals langs de waddenkust van Groningen en Friesland - Van bedijking wordt gesproken indien waterpeilbeheersing gewenst is om het land economisch bruikbaar te maken. Aan de oostzijde van Bergen gelegen zijn de oudste polders (van noord naar zuid): de Mangelpoldcr, de Noordcr- Rekerpolder, de Middcn-Rekerpolder, en de Zuider- Rckerpolder. Voorts de Oudburgerpolder, de Zuurvenspolder, de Sluispolder, de Damlanderpolder en de Philisteinse Polder.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2006 | | pagina 4