VAREN NAAR BERGEN onderhoudskosten waren voorts absoluut niet in overeenstemming met het kennelijk geringe belang van de ingelanden bij de Schermersloot. Minister Kalff gaf in overweging de concessie te laten vervallen, temeer omdat die weinig of niets opleverde. De opmerkingen van de minister werden door Gedeputeerde Staten aan het bestuur van de Vereeniging doorgegeven. Dit erkende dat de Schermersloot voor het transport van verhardingsmaterialen van geen belang meer was '...want het overladen van groote in kleine vaartuigen is kostbaarder dan vervoer per vrachtauto'. Toch wenste men juist vanwege Kleverlaan verlenging van de concessie. Indien deze werd opgeheven, zou de vraag opkomen of de Schermersloot nog wel open gehouden moest worden, en zo ja, wie verantwoordelijk was voor het beheer. De Schermersloot opnieuw gesloten In december 1936 stelde voorzitter J. van Recnen afsluiting van de Schermersloot aan de orde. Hij constateerde dat de scheepvaart geheel door de vrachtauto was verdrongen en bovendien had men een periode met hoge waterstanden achter de rug waarbij het water over en door de kade was gekomen. Op 22 december vond de beslissende bestuursvergadering van de Vereeniging plaats. Het was tevens de laatste vergadering die J. van Reenen presideerde (hij maakte plaats voor zijn zoon H.D.A. van Reenen). De scheidende voorzitter gaf aan dat Klcverlaan tegenwoordig ook alles per vrachtauto vervoerde en nog maar één schuit bezat. Die was bovendien opgelegd. Desondanks had Kleverlaan aan Burgemeester en Wethouders van Bergen verzocht de Schermersloot open te houden. Het bestuur was niet onder de indruk. Kleverlaan kon ook lossen aan de wal bij de Kocdijkervlotbrug. Men besloot na enige discussie tot het afdammen van de Schermersloot bij het eerder genoemde, in 1930 op de plek van de molen van de Noorder-Reker- en Mangelpoldcr, gebouwde elektrische gemaal. Wel hoefde Kleverlaan over 1936 niets te betalen. Voor de afdamming was permissie van de in de concessie aangewezen toezichthouder, Gedeputeerde Staten, en van de beheerder van de Schermerboezem, het Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen, nodig. In oktober 1938 had de Vereeniging de vereiste vergunningen binnen. De aanleg van de dam met daarin een duiker ten behoeve van de afwatering werd gegund aan J. Kuijs uit Bergen. Op 13 december 1938 berichtte voorzitter H.D.A. van Reenen dat het werk gereed was. Het beheer van de Jaaropbrengsten doorvaartgeid exclusief het abonnement van de firma Kleverlaan en Co, 1913-1930, en aantal gepasseerde vaartuigen, 1914-1915. aantal vaartuigen bijzonderheden jaar doorvaartgeid in guldens 1913 22,80 1914 21,60 1915 11,10 1916 14,80 1917 10,20 1918 22,60 1919 44,40 1920 115,00 1921 49,20 1922 10,40 1923 16,20 1924 18,00 1925 30,60 1926 8,40 1927 5,40 1928 3,60 1929 186,80 tarieven verdubbeld doorvaartgeid excl. zandschuiten 1,80 De Bergen I van schipper M. Kleverlaan in de 'haven' van Bergen aan de Schapenlaan. (Foto collectie Piet Mooij) De Bergen II van schipper M. Kleverlaan de Schermer sloot met Frans Roobeek aan het stuurrad. (Foto collectie Piet Mooij)

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2006 | | pagina 33